2HV Thema 3 BS5 Immuunsysteem

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Bloedplaatjes
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedstolling
Afweer
Zuurstof vervoeren
Hemoglobine
Antistoffen maken

Slide 2 - Sleepvraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

  • Antigeen= eiwit op een lichaamsvreemde cel of virus
  • Antistof= stof die een witte bloedcel aanmaakt om het antigeen onschadelijk te maken

Slide 5 - Tekstslide

Witte bloed cel sluit de lichaamsvreemde stof in

Slide 6 - Tekstslide

Witte bloedcel maakt antistoffen

Slide 7 - Tekstslide

Specifieke afweer door antistofcellen
- Ziekteverwekkers hebben lichaamsvreemde antigenen
- Antistofcellen maken antistoffen die passen op die antigenen
- Vreetcellen ruimen ziekteverwekkers op

Slide 8 - Tekstslide

Specifieke afweer met antistoffen
Hoeveelheid antistoffen na 1e en 2e besmetting (infectie)
Antistoffen, antigenen en immuniteit

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video


Waar voel je je eigenlijk ziek van?
A
Van de infectie
B
Van de infectie en van de afweerreactie van je lichaam
C
Van de afweer van je lichaam
D
Van de witte bloedlichaampjes

Slide 12 - Quizvraag


Antigeen= eiwit (slot) op een lichaamsvreemde stof zoals een bacterie
Welke letter stelt een antistof voor?
A
P
B
Q
C
R

Slide 13 - Quizvraag


Antigeen= eiwit (slot) op een lichaamsvreemde stof zoals een bacterie
In welke tekening is de ziekteverwekker het MINST schadelijk
A
Tekening 1
B
Tekening 2
C
Tekening 3

Slide 14 - Quizvraag

Antigenen zijn...
(kies het meest nauwkeurige antwoord)
A
Antistoffen
B
Deeltjes op cellen of virussen
C
Enzymen
D
Dierlijke of plantaardige stoffen

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Kijk de video vanaf 8.45 min.
vaccin?

Slide 18 - Tekstslide

In dit diagram zie je...
A
Een afweerreactie voor en nadat iemand immuun is geworden
B
De lichaamstemperatuur na infectie
C
Het aantal actieve witte bloedcellen tijdens infecties
D
De concentratie antistoffen tijdens infecties

Slide 19 - Quizvraag

Vaccins
Je wordt ingeënt met een vaccin

Vaccins zijn:
Dode ziekteverwekkers (polio en hepatitis A)
Deeltjes van ziekteverwekkers  (meningokokken)
Afgezwakte ziekteverwekkers (tetanus, mazelen, gele koorts, bof, ro­dehond)

RNA vaccins
(COVID 19)


Je wordt dan niet ziek, maar maakt wel antistoffen


Slide 20 - Tekstslide

Coronavaccinaties

  • Biontech/pfizer, Moderna: mRNA
    virus
    .     
Je lichaam maakt stukjes van het coronavirus aan, het lichaam maakt
antistoffen.

  • Jansen: Aangepast virus. 
Je wordt
niet ziek maar je lichaam gaat stukjes coronavirus aanmaken. Hierdoor maak je
antistoffen aan.

  • AstraZeneca: RNA vaccin.
Verkoudheidsvirus dat
bij chimps voorkomt.
  





Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Vaccinatie programma van Rijksoverheid

Slide 26 - Tekstslide

Tegen welke ziektes wordt je ingeënt bij de DKTP-prik?
A
Difterie, Kinkhoest, Tetanus, Pneumokokken
B
Difterie, Kinkhoest, Tetanus, Polio
C
Difterie, Kanker, Tetanus, Pneumokokken
D
Difterie, Kinkhoest, Tyfus, Polio

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Sleep de 4 juiste termen naar de juiste uitleg
Cellen die antistoffen maken
Bij een tweede besmetting word je niet meer (erg) ziek
Een prik met verzwakte ziekteverwekkers
Dode bacteriën en dode witte bloedcellen
Immuun
Afweer
Infectie
Rode bloedcellen
Pus
Vaccinatie
Witte bloedcellen

Slide 30 - Sleepvraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Je kan allergisch worden voor:
A
Leraren
B
Melkeiwit
C
Lactose
D
Aardbeien

Slide 37 - Quizvraag

Een allergie ontstaat, wanneer...
A
Je mestcellen histamine vrijlaten
B
Je te vaak je kamer schoonmaakt
C
Je teveel antibiotica gebruikt
D
Je afweerstoffen maakt tegen onschuldige antigenen

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Tekstslide