Fase 2, periode 1, les 1 tekstdoel en tekstsoort deel 1 STARTER- GEVORDERD

Fase 2
Tekstdoel en tekstsoort
starter en gevorderd
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Fase 2
Tekstdoel en tekstsoort
starter en gevorderd

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Aan het eind van deze les 
- ken je de verschillende tekstsoorten en tekstdoelen die bij elkaar horen en kun je een betoog, een beschouwing en uiteenzetting onderscheiden 
(dit zijn de 3 soorten examenteksten)
- weet je hoe het examenprogramma voor het Centraal Examen eruitziet

Slide 2 - Tekstslide

Het CE (Centraal Examen)
- Mag je doen zodra je kunt aantonen (bewijzen) dat je niveau 3F (of 2F als je SBL gaat doen) beheerst met lezen en luisteren
- Bewijzen gaat middels een of meerdere oefenexamens via Toets.nl
- Inschrijven voor het CE doe je altijd in overleg met je docent Nederlands via Supersaas
- CE duurt 90 minuten en bevat 3 leesteksten en 3 kijk-luisterfragmenten met ongeveer 50 vragen totaal
- Oefenen kan goed via oefenen.facet.nl


Slide 3 - Tekstslide

Tekstsoorten
betoog | beschouwing| column | ingezonden brief | recensie | uiteenzetting| nieuwsbericht | tv-gidsaankondiging | advertorial | handleiding | recept | aanmeldformulier | instructie | wervingstekst | vacature | adviesrubriek | blog | vraag-antwoordrubriek | patiënteninformatie | sollicitatiebrief | oproep

Slide 4 - Tekstslide

Tekstdoelen
activeren | mening laten vormen (opiniëren)| aansporen | adviseren | informeren | uitleggen | overtuigen | instrueren | ervaring delen | mening delen  

Slide 5 - Tekstslide

betoog
- 1 stelling
- 1 standpunt
- argumenten
- onderbouwing (bewijzen)
- tegenargumenten weerleggen
- doel = overtuigen

Slide 6 - Tekstslide

beschouwing
- 1 stelling
- verschillende standpunten
(voor en tegen de stelling)
doel = opiniëren (=eigen mening laten vormen door informeren)
- meningen en feiten
- Verschil met betoog: meerdere standpunten (meerdere perspectieven)


Slide 7 - Tekstslide

uiteenzetting

- doel = informeren
- je probeert de lezer van 
een bepaald onderwerp iets te leren.
- alleen maar feiten
- voorbeeld: studieboeken

Slide 8 - Tekstslide

column
naam schrijver 
kort en bondig

doel = amuseren, mening delen, 
overtuigen van de eigen mening

Slide 9 - Tekstslide

ingezonden brief
naam en plaats
kort en bondig

doel = mening delen, overtuigen

Slide 10 - Tekstslide

Wat is kenmerkend voor een column?

Slide 11 - Open vraag

Wat is het doel van een ingezonden brief?
A
overtuigen
B
amuseren
C
activeren
D
instrueren

Slide 12 - Quizvraag

Beschouwing
Betoog
uiteenzetting
feiten
meningen
1 standpunt
meerdere standpunten
doel= overtuigen
doel=opiniëren
doel=informeren
1 stelling

Slide 13 - Sleepvraag

tv-gidsaankondiging
uitzendtijd
zender

doel = aansporen om
te gaan kijken

Slide 14 - Tekstslide

recensie
sterren
uitleg
voorbeelden

doel = beoordeling en kritische 
evaluatie geven

Slide 15 - Tekstslide

advertorial


doel = activeren

Slide 16 - Tekstslide

nieuwsbericht
bron (krant)

doel = informeren

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel van een tv-gidsaankondiging?

Slide 18 - Open vraag

Wat is het doel van een advertorial?
A
informeren
B
instrueren
C
activeren
D
amuseren

Slide 19 - Quizvraag

handleiding vs. instructie
handleiding
  • doel = uitgebreide gedetailleerde gids die gebruikers uitleg geeft bij het begrijpen van de functies, werking en het correct gebruik van een product, apparaat, systeem of software.
  • omvang = uitgebreid
  • structuur = gestructureerde indeling

Slide 20 - Tekstslide

handleiding vs. instructie
instructie
  • doel = beknopt en gericht document dat gebruikers  duidelijke en directe richtlijnen geeft over hoe ze een specifieke taak moeten uitvoeren. uitleggen
  • omvang = kort, verstrekken van essentiële informatie
  • structuur = kort en bondig met eenvoudige stappen

Slide 21 - Tekstslide

wervingstekst vs. vacature
vacature
  • definitie: Een vacature is een formele aankondiging of officiële bekendmaking van een openstaande positie binnen een organisatie. Het is een gestructureerd document dat alle essentiële details van de functie bevat.
  • inhoud: vaste informatie
  • formaat: gestructureerd en uniform

Slide 22 - Tekstslide

wervingstekst vs. vacature
wervingstekst
  • definitie: Een wervingstekst is een marketinggerichte tekst of advertentie die wordt gebruikt om potentiële kandidaten aan te trekken en te interesseren voor de openstaande functie. Het is een meer creatieve en overtuigende presentatie van de vacature.
  • inhoud: wervende en aantrekkelijke elementen
  • formaat: verschillend, zoals een blogpost, een sociale mediabericht, een video, een infographic of zelfs een grafisch ontwerp.

Slide 23 - Tekstslide

Noem een verschil tussen een handleiding en een instructie.

Slide 24 - Open vraag

Noem een verschil tussen een wervingstekst en een vacature.

Slide 25 - Open vraag

recept
doel = instrueren

Slide 26 - Tekstslide

aanmeldformulier
doel = activeren tot aanmelden, 
registreren

Slide 27 - Tekstslide

adviesrubriek
doel = adviseren 

Slide 28 - Tekstslide

blog
doel = informeren

Slide 29 - Tekstslide

oproep
doel = activeren

Slide 30 - Tekstslide

vraag-antwoordrubriek
titel is een vraag

doel = informeren, uitleggen

Slide 31 - Tekstslide

patiënteninformatie
doel = informeren


Slide 32 - Tekstslide

sollicitatiebrief
doel = overtuigen

Slide 33 - Tekstslide

activeren
informeren
overtuigen
patiënteninformatie
sollicitatiebrief
vraag-antwoordrubriek
oproep
blog
aanmeldformulier
betoog

Slide 34 - Sleepvraag

werkvorm kaartenstrijd
  • 2 teams tegen elkaar
  • 10 teksten op tafel
  • 2 stapels kaartjes met tekstdoelen en tekstsoorten
  • Elk team heeft zijn eigen stapel kaarten. 
  • Gooi om beurten met de dobbelsteen en voer de actie uit die op de dobbelsteenkaart staat. 
  • Het spel duurt 15 minuten. Welk team heeft er aan het eind de meeste kaarten goed liggen?

Slide 35 - Tekstslide

opdrachten StartTaal
Lezen | opbouwopdrachten | tekstdoel
opdracht 1 of 3 (als je 1 al af hebt)

Lezen | opbouwopdrachten | tekstsoort
opdracht 1 of 3 (als je 1 al af hebt)

Slide 36 - Tekstslide