Recensie

Recensie schrijven
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Recensie schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Jullie hebben allemaal een boek gelezen voor je pitch. 
Nu ga je schrijven wat je van het boek vond.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hoe schrijf je een recensie
Je schrijft een recensie als je anderen wilt laten weten wat je van iets vindt (dat kan een boek, een film of een restaurant zijn). 

De lezer kan door het lezen van deze recensies een betere keus maken. 



Slide 4 - Tekstslide

Een recensie heeft altijd drie onderdelen:

  • een inleiding: hierin vertel je om welk boek het gaat, wie de schrijver is en wat je beoordeling is. Je maakt de lezer nieuwsgierig.  Vertel in het kort iets over wat de meeste indruk op je maakte. Gebruik je beoordelingswoord zie verder op in deze les.

  • een middenstuk: Hierin  werk je het verhaal verder uit.  Denk daarbij aan het genre,  of je het verhaal al dan niet realistisch vindt en iets over de personen in het boek. Ook geef je je mening over het einde van het boek zonder het te verklappen. 

  • een slot of eindconclusie. 

Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag
Voor je het hele verhaal schrijft, maak je eerst een klein opzetje. 
Je schrijft woorden op die je belangrijk vindt, beoordelingswoorden. 
Dit doe je even op een apart blaadje.
Daarna maak je een kladversie met de eerste opzet. 

Slide 6 - Tekstslide

Beoordelingwoorden
Om een oordeel te geven over je boek, moet je daar beoordelingswoorden aan geven. 
Dus wat vind je ervan?
In de volgende twee pagina's krijg je wat woorden om te gebruiken.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Nu schrijf je iets over het genre
Leesboeken en verhalen heb je in veel  verschillende soorten. Dat noem je genre. Het onderwerp is vaak het belangrijkste hierin. 
Voorbeelden van genres zijn:
Avonturenverhaal, liefdesverhaal, probleemverhaal, historisch verhaal, biografie (beschrijving van iemands leven, meidenverhaal,  griezelverhaal.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat weet je van de personen in het boek?

Nu gaan we de personen beschrijven in het boek. Om te beginnen met de hoofdpersoon:
Wat weet je van hem?
  • Uiterlijk, hoe ziet de hoofdpersoon er uit? Denk aan lichaam, haar, kleding.
  • Karaktereigenschappen: aardig/ gemeen; actief/ wacht af; aggressief/ beheerst; angstig/ dapper.
  • Belangrijke kenmerken: leeftijd, gezondheid, arm of rijk.
Wat voor personen spelen nog meer een rol? Meestal weet je van hen minder, maar schrijf op wat je weet en wat de relatie is tot de hoofdpersoon.

Slide 12 - Tekstslide

Vertel in je eigen woorden je mening over het boek

Slide 13 - Tekstslide

conclusie
Vertel in een paar zinnen of je het boek aan iemand zou aanraden of niet. 
Je mag hierbij je eigen mening geven.
Ook beschrijf je kort voor wie je het boek geschikt acht.
Bijv. een boek over het leven van een popster, zal niet door iedereen gelezen worden maar wel door een fan van die popster. 
Gebruik max. een A4. 
Let op de spelling (spellingscontrole) en de hoofdletters van eigen namen. 

Heel veel succes


Slide 14 - Tekstslide

Hoe lever je het werk in?
  • Schrijf je verhaal in Word.
  • Sla het op in je eigen Onedrive in je map van Nederlands.
  • Geef je werk de naam van het boek wat je hebt gelezen.
  • Ga naar de inleveropdracht en upload je bestand

Slide 15 - Tekstslide