vormgeven les 2 hoofdstuk 1

Groene vormgeving en styling
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GroenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Groene vormgeving en styling

Slide 1 - Tekstslide

Verwachtingen in de klas
  1.  Behandel elkaar en de materialen met respect.
  2. We verlaten de klas pas als deze weer helemaal is opgeruimd.
  3. Hand opsteken als je iets wil zeggen/vragen.
  4. Wees op tijd!
  5. Neem boeken en andere materialen mee naar de les.
  6. Eten in de les is niet toegestaan, alleen 10 minuten voor de pauze begint.
  7. We gaan alleen met de leswisseling naar de WC.


Slide 2 - Tekstslide

Planning voor vandaag
  1. Theorie hoofdstuk 1
  2. praktijk deelopdr. 1.02


Slide 3 - Tekstslide

Herhaling vorige les. Noem een kleur contrast.

Slide 4 - Woordweb

Herhaling vorige les. Welk contrast herken jij in deze afbeelding?

Slide 5 - Woordweb

Hoofdstuk 1 vormgeven
doelstellingen:
aan het einde van de les weet je meer over:
  • geometrische en organische vormen
  • beeldbegrippen
  • structuur en textuur
 

Slide 6 - Tekstslide

wat zijn geometrische vormen?

Slide 7 - Woordweb

geometrische vormen
geometrische vormen zijn vormen vanuit wiskunde. Je kunt ze met een liniaal of passer maken. 

Slide 8 - Tekstslide

wat zijn organische vormen?

Slide 9 - Woordweb

organische vormen
geometrische vormen kom je in de natuur tegen en hebben geen duidelijke rechte lijnen, maar meer ronde en vloeiende lijnen. organische vormen ontstaan vaak voor weersinvloeden. 
  • Een steentje dat door een rivier meegevoerd wordt, wordt steeds gladder.
  • Een boomtak die een obstakel tegenkomt, kan krom gaan groeien.

Slide 10 - Tekstslide

Is dit een geometrische of organische vorm?

Slide 11 - Woordweb

open en gesloten vormen
Een vorm kan open of gesloten zijn.
Open wil zeggen dat je er op een of andere manier doorheen kunt kijken.
Bij gesloten vormen kan dat niet. We noemen een gesloten vorm ook wel massief.


Slide 12 - Tekstslide

Welke basis vormen herken je in Engelse drop?

Slide 13 - Woordweb

Beeldbegrippen
Of je nu een tekening, een beeldhouwwerk of een bloemstuk bekijkt, je kunt er steeds bepaalde eigenschappen in ontdekken. Dit noem je beeldbegrippen. Beeldbegrippen zijn de onderdelen waaruit een tekening, een beeldhouwwerk of een bloemstuk is opgebouwd.

Voor groene vormgeving en styling is het ook belangrijk de verschillen te weten tussen plat of ruimtelijk en symmetrisch en asymmetrisch. Ook besteden we aandacht aan ritme/herhaling en onderscheid tussen structuur en textuur.


Slide 14 - Tekstslide

plat of ruimtelijk
Een tekening of schilderij is een platte of vlakke vorm. tweedimensionaal.
Plak je op dit schilderij bijvoorbeeld mos of steentjes, dan krijg je een ruimtelijke vorm. Driedimensionaal.

Slide 15 - Tekstslide

symmetrisch of asymmetrisch
Stel je zou een vorm doormidden snijden en beide helften zijn gelijk, dan is de vorm symmetrisch.
Zijn beide helften na het doorsnijden niet gelijk, dan is de vorm asymmetrisch.

Slide 16 - Tekstslide

ritme/herhaling
Ritme en herhaling wil zeggen dat de vorm zich steeds herhaalt. Er zit een ritme in.
Als je de vorm steeds iets anders neerzet dan noem je dat ook wel een patroon. Dit zie je vaak op tegels, behang en kledingstoffen.

Slide 17 - Tekstslide

structuur
Door te kijken naar een vorm kun je zien hoe de vorm is opgebouwd. Je ziet lijnen van de vorm, dit noem je de structuur.

Slide 18 - Tekstslide

textuur
Met  textuur bedoelen we hoe de buitenkant van een vorm aanvoelt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan harig, puntig, ruw of glad. Een rots is ruw en een tomaat is glad.

Slide 19 - Tekstslide

aan de slag
lezen blz 23-28
maken opdrachten 1.07-1.10

Slide 20 - Tekstslide

Terugkijken op deze les. Wat vond je leuk/interessant?

Slide 21 - Woordweb

Terugkijken op deze les. Wat vond je minder leuk/interessant?

Slide 22 - Woordweb

Terugkijken op deze les. Wat heb je geleerd?

Slide 23 - Woordweb

Terugkijken op deze les. Is er iets wat ik niet goed heb uitgelegd?

Slide 24 - Woordweb