Interview

Interview
DOEL:
Je gaat een interview afnemen met een persoon binnen jouw BPV-plek. 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Interview
DOEL:
Je gaat een interview afnemen met een persoon binnen jouw BPV-plek. 

Slide 1 - Tekstslide

Het interview
Een interview is een vraaggesprek dat je met iemand kunt houden.


Je hebt vast wel eens een interview gezien op televisie, gehoord op de radio of gelezen in een krant.


Vaak zijn deze interviews met bekende mensen, met mensen die iets bijzonders kunnen of iets bijzonders hebben meegemaakt.
In deze les gaan we zien, hoe je een interview het beste kunt aanpakken.
Een vraaggesprek moet je goed voorbereiden, zodat je echt te weten komt wat je nodig hebt!

Slide 2 - Tekstslide

'Het interview'
Waar denk jij aan?

Slide 3 - Woordweb

Ik weet het verschil tussen een open vraag en een gesloten vraag
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Open vraag
Wat zijn het?
Beginnen met een W of een H:
Wie? Wat? Waarom? Welke? Waar? Wanneer? Hoe? Hoezo?
Wat doen ze?
Je krijgt meer informatie van de ander.


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Gesloten vraag 
Wat zijn het?
Beginnen met een werkwoord: Ben je..? Ga je…?
Het antwoord is een JA of een NEE!
Wat doen ze?
De ander kan met een ja of een nee antwoorden.


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Maak van de volgende vraag een open vraag
'Gaat het goed met u?'

Slide 9 - Open vraag

Maak van volgende vraag een open vraag
'Vind je de nieuwe iPhone mooi?'

Slide 10 - Open vraag

Maak van de volgende vraag een open vraag
'Heb je gezien wat er gebeurd is?'

Slide 11 - Open vraag

Nadenken en doorvragen
- Na een antwoord kun je even nadenken en doorvragen
- Dat betekent dat je met een nieuwe vraag ingaat op het antwoord van de geïnterviewde
- Je vraagt door wanneer je het gevoel hebt dat de geïnterviewde nog niet voldoende antwoord heeft gegeven

Slide 12 - Tekstslide

Tips voor een goed interview
OPDRACHT

Ga nu op internet op zoek naar websites met goede tips voor het houden van een interview.
Bezoek in ieder geval de volgende twee websites met interviewtips.
• www.carrieretijger.nl
• www.rug.nl
Noteer de tien tips die jij het belangrijkste vindt op het blad.
Vergelijk de tips die jij opgeschreven hebt met de tips van een klasgenoot.
Bespreek eventuele verschillen.

Slide 13 - Tekstslide

Tips 
• Wees goed voorbereid: stel je vragen vooraf op en houd dit schema bij de hand
• Vraag door: zo kom je tot meer achtergrondinformatie en begrijpen jullie elkaar beter
• Let op je houding en gedrag: toon respect, overdrijf niet en kijk je respondent aan als hij of zij aan het woord is
• Vat ten slotte de conclusies kort samen: zo weet je zeker dat je de informatie goed hebt begrepen

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht interview
Doel: je gaat een interview afnemen met een persoon binnen jouw BPV-plek. Je ervaart zelf hoe het is om iemand te interviewen en het interview uit te werken. 

Slide 15 - Tekstslide

Activiteit

Zorg ervoor dat je je interview goed gaat voorbereiden:
1. Bepaal het doel van het interview
2. Selecteer gespreksonderwerpen, waarbij je minimaal 10 vragen bedenkt en uitwerkt.
3. Schrijf deze opdracht in een verhaalvorm
4. Bepaal de volgorde van de gespreksonderwerpen

Slide 16 - Tekstslide

Resultaat
- Een uitgewerkt interview in verslagvorm
- Minimaal 1 foto die tijdens het gesprek is genomen

Slide 17 - Tekstslide

Hoe bereid je het interview voor?
- Maak voor jezelf een vragenlijst met de belangrijkste vragen
- Durf ook van je vragenlijst af te wijken, luister goed naar de geïnterviewde en vraag door wanneer dat nodig
- Schrijf in steekwoorden mee of neem het gesprek op met je mobiel --> je moet er namelijk een verslag van maken

Slide 18 - Tekstslide

Na het interview
Als je het interview hebt afgerond, dan moet je als laatste nog een verslag schrijven.  Dit voeg je als een nieuw hoofdstuk toe aan je onderzoeksverslag.

Slide 19 - Tekstslide

Verslag maken van het interview
Een verslag kun je maken in twee vormen:
• Directe vorm:
Je schrijft de vragen op en de antwoorden ertussen. De antwoorden hoef je niet letterlijk over te nemen; je kunt het samenvatten.
• Indirecte vorm:
Je maakt van de vragen en antwoorden een aaneengesloten verhaal. Hierbij kun je zelf meer keuzes maken en het verhaal sturen in de richting van je interviewdoel. Je kunt overslaan wat niet belangrijk is, of niet interessant genoeg.
Gebruik voor jouw onderzoeksverslag de indirecte vorm: maak een verhaal.

Slide 20 - Tekstslide

WAAR/NIET WAAR?

Slide 21 - Tekstslide

Ik weet hoe een interview in elkaar zit
Waar
Niet Waar

Slide 22 - Poll

Ik begrijp wat van antwoorden die ik kan verwachten op vragen
Waar
Niet waar

Slide 23 - Poll

Ik kan een interview voorbereiden
Waar
Niet waar

Slide 24 - Poll

Ik kan een interview afnemen
Waar
Niet waar

Slide 25 - Poll

Ik kan een interview verwerken
Waar
Niet waar

Slide 26 - Poll

Slide 27 - Tekstslide

Interview
  1. Bedenk minstens 10 interviewvragen, waarvan maximaal 2 gesloten vragen zijn. Lever deze in bij Opdrachten in Magister.
  2. Stel deze vragen zo snel mogelijk tijdens je stage. Vraag door. Neem het interview op of noteer de antwoorden kort.
  3. Maak een goedlopend verhaal van het interview: dus van de vragen en de antwoorden. Voeg dit toe aan je verslag.

Slide 28 - Tekstslide