Motief
In deze lessenserie komt het begrip 'motief' vaak voor. Leg uit wat een motief is.
1 / 27
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
In deze lessenserie komt het begrip 'motief' vaak voor. Leg uit wat een motief is.
Slide 1 - Open vraag
Een motief kun je herhalen en variëren, dat laatste noem je een variatie.
Leg uit wat het verschil is tussen een herhaling en een variatie.
Leg uit wat het verschil is tussen een herhaling en een variatie.
Slide 2 - Open vraag
Leg uit wat een contrast is.
Slide 3 - Open vraag
Een motief is...
A
Een kort stukje muziek van ongeveer 5 tonen
B
Het voorste gedeelte van een trein
C
Een kort stukje muziek van ongeveer 10 tonen
D
Een kort stukje muziek van ongeveer 2 tonen
Slide 4 - Quizvraag
Welk antwoord over een melodisch motief is waar?
A
Er zit geen ritme en geen toonhoogte in.
B
Er zit geen ritme in.
C
Er zit geen toonhoogte in.
D
Er zit ritme én toonhoogte in.
Slide 5 - Quizvraag
Hoe heet de noot boven de pijl?
A
F
B
A
C
B
D
C
Slide 6 - Quizvraag
Hoelang duurt een kwartnoot met punt?
A
3
B
1/2
C
1 ,5
D
4
Slide 7 - Quizvraag
Hoelang duren deze 2 noten samen?
A
3
B
4
C
2,5
D
2
Slide 8 - Quizvraag
Welke notennamen horen hier bij(letters)
A
A,B,C,D
B
G,A,B,C
C
E,F,G,A
D
C,D,E,F
Slide 9 - Quizvraag
De juiste notennamen van dit stukje:
A
e-g-a-f
B
b-d-e-c
C
g-b-c-a
D
g-a-b-a
Slide 10 - Quizvraag
Hoelang duurt een kwartnoot?
A
1
B
1/2
C
2
D
4
Slide 11 - Quizvraag
Hoelang duurt een halve noot?
A
3
B
1
C
2
D
4
Slide 12 - Quizvraag
Hoelang duurt een achtste noot?
A
2
B
1
C
4
D
1/2
Slide 13 - Quizvraag
Welke noot is de F?
A
De eerste noot
B
De tweede noot
C
De derde noot
Slide 14 - Quizvraag
Opdracht 3 Hoeveel kwartnoten zie je?
A
3
B
19
C
22
D
1
Slide 15 - Quizvraag
contrast betekent....
A
veronderstelling
B
tegenstelling
C
samenstelling
D
opstelling
Slide 16 - Quizvraag
Welk contrast zie je ?
A
hoog - laag
B
kort lang
C
hard - zacht
D
veel - weinig
Slide 17 - Quizvraag
Welk contrast zie je ?
A
hoog - laag
B
kort lang
C
hard - zacht
D
veel - weinig
Slide 18 - Quizvraag
Welk contrast hoor je ? Opgave
A
hoog -laag
B
hard zacht
C
kort lang
D
veel - weinig
(instrumenten)
Slide 19 - Quizvraag
Een fout voorbeeld van een muzikaal contrast is:
A
Hoge tonen - lage tonen
B
Mooie muziek - lelijke muziek
C
Langzaam - snel
D
Instrumentaal - vocaal
Slide 20 - Quizvraag
Welk antwoord over een ritmisch motief is waar?
A
Er zit nooit toonhoogte in.
B
Er kan toonhoogte inzitten, maar het ritme is het belangrijkste.
C
Er zit altijd toonhoogte in.
D
Er zit nooit ritme in.
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Het is mij gelukt om het programma Musescore te downloaden en te installeren.
Ja, het werkt!
Ja, maar het werkt nog niet.
Wel gedownload, nog niet geïnstalleerd.
Nee, nog niet gedownload en nog niet geïnstalleerd.
Slide 23 - Poll
Hoe ver ben je met het componeren?
Ik ben nog niet begonnen.
Wel begonnen, maar kwijt, dus opnieuw beginnen.
Ik ben ongeveer halverwege.
Ik ben al bijna klaar.
Ik ben helemaal klaar, het is perfect.
Slide 24 - Poll
Het zou fijn zijn als de docent nog een uitleg geeft over...
Slide 25 - Open vraag
Als ik nu zelfstandig verder moet werken...
...weet ik niet wat ik moet doen.
...weet ik goed wat ik moet doen.
Slide 26 - Poll
Voor mij werkt het het beste als...
... ik de uitleg van de docent ga volgen.
... ik een vraag kan stellen aan de docent.
...ik meteen aan de slag mag.
