In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
SE-2 Zakelijke e-mail
Het schrijven van een zakelijke e-mail
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Ik kan een zakelijke
e-mail schrijven met een inleiding, middenstuk en slot.
Slide 2 - Tekstslide
Waar denk je aan bij een zakelijke e-mail?
Slide 3 - Woordweb
Wanneer stuur je een zakelijke e-mail?
Slide 4 - Woordweb
De opmaak
Vul de onderwerpsregel in (kort en bondig)
Aanhef
Inleidende zin
Alinea 1
Alinea 2
Afsluitende zin
Slotformule
Naam
Slide 5 - Tekstslide
Wie is de geadresseerde?
A
Degene aan wie je de
e-mail schrijft.
B
Degene die de e-mail schrijft.
Slide 6 - Quizvraag
Met welk woord begint de aanhef van een zakelijke e-mail altijd?
A
Beste
B
Geachte
C
Hallo
D
Beste of Geachte
Slide 7 - Quizvraag
Je schrijft de zakelijke e-mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Geachte heer Wouters,
Slide 8 - Quizvraag
Je schrijft de zakelijke e-mail aan de klantenservice van de Hema. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer/mevrouw,
D
Geachte medewerker,
Slide 9 - Quizvraag
Schrijfwijze van namen
Je schrijft een hoofdletter waar de naam begint
Dit kan de voornaam zijn, maar ook de achternaam
Let goed op bij de tussenvoegsels (de, van, van der, etc.)
In de aanhef gebruik je alleen de achternaam
Onderaan schrijf je altijd je eigen voornaam en achternaam
Slide 10 - Tekstslide
Schrijfwijze van namen in de aanhef
Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw Sluis - van Wiel,
Geachte mevrouw De Waag - Dekkers,
Geachte mevrouw Van Geest - van der Togt,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte heer Van 't Lam,
Slide 11 - Tekstslide
Je schrijft een zakelijke e-mail aan thomas van der boom. Hoe schrijf je de aanhef?
Slide 12 - Open vraag
Je schrijft een zakelijke e-mail aan saskia de vrede - den burg. Hoe schrijf je de aanhef?
Slide 13 - Open vraag
Kies de juiste aanhef als je de geadresseerde niet kent
A
Geachte heer mevrouw,
B
Geachte heren en mevrouwen
C
Geachte heer, mevrouw,
D
Geachte heer/mevrouw,
Slide 14 - Quizvraag
In een zakelijke e-mail gebruik je formele taal.
A
Waar.
B
Niet waar.
Slide 15 - Quizvraag
De inleidende zin
In de inleidende zin vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.
Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleidende zin.
Slide 16 - Tekstslide
De eerste zin van de e-mail begint met een hoofdletter.
A
Niet waar!
De aanhef eindigt met een komma en daarna krijg je nooit een hoofdletter.
B
Waar!
In de zakelijke e-mail begint de eerste zin toch met een hoofdletter.
Slide 17 - Quizvraag
Het middenstuk
Je zakelijke e-mail bestaat altijd uit minimaal twee alinea's in het middenstuk
In deze alinea's beschrijf je de meeste verplichte punten uit de opdracht
Maak gebruik van de situatiebeschrijving om de verplichte punten te verwerken
Staat de info niet in de situatieomschrijving? Bedenk het dan zelf!
Beschrijf deze punten kort en bondig
Gebruik makkelijke taal! Zo voorkom je spelfouten
Slide 18 - Tekstslide
In de tekst van een zakelijke e-mail gebruik je geen alinea’s.
A
Waar: je schrijft alles achter elkaar zonder witregels.
B
Niet waar: je gebruikt 3 alinea’s: inleiding , kern en een afsluiting.
C
Niet waar: je gebruikt 2 alinea's: inleiding en kern
Slide 19 - Quizvraag
Afsluitende zin
In de afsluitende zin sluit je de e-mail netjes af. Je kan hier vaak het laatste verplichte punt voor gebruiken.
Ik hoop spoedig van u te horen.
Ik ontvang graag snel een reactie.
Ik vraag u om binnen twee weken te reageren.
Slide 20 - Tekstslide
Kies de juiste schrijfwijze voor de slotformule
A
Met Vriendelijke Groet,
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet
D
Met vriendelijke groeten,
Slide 21 - Quizvraag
Slotformule en naam
Gebruik een van de twee slotformules:
Met vriendelijke groet,
Hoogachtend,
Soms staat in de opdracht welke slotformule je kan gebruiken.
Sluit af met je voornaam en achternaam.
Slide 22 - Tekstslide
Samenvatting
typ een net onderwerp
typ een correcte aanhef en denk aan de komma
in de eerste alinea beschrijf je waarom je de email hebt gestuurd (aanleiding)
in de kern geef je meer informatie en stel je je vragen
In het slot zeg je wat je van de lezer wil
formuleer een nette slotgroet en denk aan de komma
onder de slotgroet typ je jou naam en achternaam
Slide 23 - Tekstslide
Schrijfopdracht
Schrijf een zakelijke e-mail aan de directeur van je oude basisschool. Je vraagt of je hem mag interviewen voor het Bericht4Y van Yuverta. Je wilt een stukje schrijven over jouw oude basisschool. Wat is het voor school?
De e-mail bevat de volgende punten:
In de inleiding stel je jezelf voor.
In de inleiding vertel je waar je nu naar school gaat.
In de inleiding vertel je waarom je een e-mail stuurt.
In het middenstuk schrijf je wat meer over het interview dat je gaat afnemen.
In het slot vraag je naar een reactie.
Slide 24 - Tekstslide
Maak een foto van de inleiding van jouw zakelijke e-mail.
Slide 25 - Open vraag
Wat vind je na deze les nog moeilijk?
Slide 26 - Open vraag
Verder met de film
Slide 27 - Tekstslide
Voor het SE-onderdeel fictie moeten jullie een film kijken en hierbij een opdracht maken. Deze film kijken we met de klas. Je kan kiezen uit één van de volgende films. De meeste stemmen gelden.