gaswisseling H5

Waarom heeft een mens longen nodig?
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Waarom heeft een mens longen nodig?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Waarom is neusademhaling gezonder?

Slide 3 - Tekstslide

Gaswisseling - Wet van Fick

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slijmvlies
  • De binnenkant van de luchtwegen is bekleed met slijmvlies.

  • In het slijmvlies zitten slijmcellen die slijm maken en trilhaarcellen met trilharen.

  • Het slijmvlies heeft 3 belangrijke functies

Slide 9 - Tekstslide

Functies slijmvlies
  • 1. De ingeademde lucht wordt schoner, doordat stofjes en bacteriën in het slijm plakken.

  • 2. De ingeademde lucht wordt opgewarmd. 

  • 3. De ingeademde lucht wordt vochtig.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

longblaasjes
long
bronchi
Luchtpijptakje
luchtpijp

Slide 22 - Sleepvraag

Waar vindt gaswisseling plaats?
A
Luchtpijp
B
Long
C
Keelholte
D
Longblaasje

Slide 23 - Quizvraag

Rode bloedcellen geven .................................... af in de longen
Rode bloedcellen nemen...................op in de longen
Dit proces noemen we.............................
Zuurstofrijk bloed wordt vervolgens naar alle.....................vervoerd.
De koolstofdioxide verlaat het lichaam via de..........................
zuurstof
longen
koolstofdioxide
organen
gaswisseling

Slide 24 - Sleepvraag

Zuurstof uit                         wordt afgegeven aan 
Koolstofdioxide uit                   wordt afgegeven aan 
In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats.
de lucht
het bloed
 het bloed
de lucht

Slide 25 - Sleepvraag

In deze bloedvaten vindt gaswisseling plaats met cellen.
A
Haarvaten
B
Slagaders
C
Aders
D
Bij allemaal

Slide 26 - Quizvraag

Waardoor kan er snel gaswisseling plaatsvinden in de longen?

A
de wand van de luchtpijp is erg dun
B
er zit een laagje slijm in de longblaasjes
C
Het oppervlak van de longblaasjes is groot
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Zuurstof wordt in het bloed vervoerd door het rode eiwit hemoglobine:
Hb + O2 <-> HbO2
Naar welke kant verloopt deze reactie in de weefsels en wat verandert als de pH daalt?
A
Naar rechts, gaat sneller bij lagere pH
B
Naar links, gaat sneller bij lagere pH
C
Naar rechts, gaat langzamer bij lagere pH
D
Naar links, gaat langzamer bij lagere pH

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Je ademt diep uit. Welke spieren span je daarvoor aan?
A
Buitenste tussenribspieren
B
Binnenste tussenribspieren
C
middenrif
D
spieren in je neus en mond

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Link

Slide 33 - Link

Slide 34 - Link

Slide 35 - Video