Oefentoets K3 Lektion 1 t/m 3

Oefentoets
K3 Lektion 1 bis 3
M3
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Oefentoets
K3 Lektion 1 bis 3
M3

Slide 1 - Tekstslide

uit

Slide 2 - Open vraag

bij

Slide 3 - Open vraag

met

Slide 4 - Open vraag

na/naar

Slide 5 - Open vraag

sinds

Slide 6 - Open vraag

van

Slide 7 - Open vraag

naar ... toe

Slide 8 - Open vraag

aus, bei, mit, nach, seit, von, zu
Welke naamval?
A
1e naamval
B
3e naamval
C
4e naamval

Slide 9 - Quizvraag

Möchtest du mit ... tanzen? (ik)

Slide 10 - Open vraag

Regnet es bei ... auch? (jullie)

Slide 11 - Open vraag

... spielst morgen gegen mich. (Jij)

Slide 12 - Open vraag

Ist dat T-Shirt von ...? (hij)

Slide 13 - Open vraag

Fährt Herr Otto zu ...? (u)

Slide 14 - Open vraag

Fährst du mit ... zum Training? (zij mv)

Slide 15 - Open vraag

Ohne dich fahren ... nicht. (wij)

Slide 16 - Open vraag

... euer Leben!
(leben - ihr)

Slide 17 - Open vraag

... mir, was Sie denken!
(sagen - Sie)

Slide 18 - Open vraag

... nicht zu viel!
(arbeiten - du)

Slide 19 - Open vraag

... meine Rucksäcke!
(tragen - ihr)

Slide 20 - Open vraag

... freundlich zu der alten Frau!
(sein - du)

Slide 21 - Open vraag

... die Aufgabe!
(machen - Sie)

Slide 22 - Open vraag

Opa, ... mir eine Geschichte!
(erzählen)

Slide 23 - Open vraag

Herr Lehrer, ... bitte meine Frage!
(beantworten)

Slide 24 - Open vraag

Lisa und Tom, ... schnell zum Briefkasten!
(laufen)

Slide 25 - Open vraag

früher

Slide 26 - Open vraag

das Geschenk

Slide 27 - Open vraag

zeichnen

Slide 28 - Open vraag

selbst

Slide 29 - Open vraag

bekannt

Slide 30 - Open vraag

der Laden

Slide 31 - Open vraag

der Termin

Slide 32 - Open vraag

unterwegs

Slide 33 - Open vraag

de bloes

Slide 34 - Open vraag

de broek

Slide 35 - Open vraag

de rok

Slide 36 - Open vraag

het T-shirt

Slide 37 - Open vraag

de sokken

Slide 38 - Open vraag

de sportschoenen

Slide 39 - Open vraag

De spijkerbroek kost 59 euro.
A
Die Jeans kostet 59 Euro.
B
Die Jeans kosten 59 Euro.

Slide 40 - Quizvraag

Dat is niet zo duur. Heeft u maat 42?
A
Das ist nicht so billig. Haben Sie Maße 42?
B
Das ist nicht so teuer. Haben Sie Maße 42?
C
Das ist nicht so billig. Haben Sie Größe 42?
D
Das ist nicht so teuer. Haben Sie Größe 42?

Slide 41 - Quizvraag

Nee, u kunt helaas alleen pinnen.
A
Nein, Sie können leider nur bar zahlen.
B
Nein, Sie können leider nur mit Karte zahlen.

Slide 42 - Quizvraag

Natuurlijk!

Slide 43 - Open vraag