Renaissance t/m neoclassicisme herhaling

Herhalingsles
renaissance t/m neoclassicisme
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
kunstgeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsles
renaissance t/m neoclassicisme

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Uit welke periode komt deze tekening?

Slide 3 - Open vraag

Waaraan herken je dat?

Slide 4 - Woordweb

Renaissance
- Leonardo Da Vinci
- anatomisch onderzoek
- wetenschap
- los van het geloof
- toepassing lijnperspectief

- Eigentijdse mensen verwerkt in voorstellingen


Slide 5 - Tekstslide

Waarom gaan renaissance kunstenaars zich meer richten op niet-bijbelse voorstellingen?

Slide 6 - Open vraag

Renaissanceschilders willen mensen meer leren dan enkel het geloof en deugden. namelijk:
A
Volksverhalen en mythologie
B
Kennis over mythologie en anatomie.
C
Erotische verhalen en anatomie.
D
Kennis over zuilen en contraposto.

Slide 7 - Quizvraag

 Pietà van Michelangelo.

Michelangelo benadrukte de moeder-zoonrelatie in dit beeld.

Slide 8 - Tekstslide

Michelangelo brak met dit beeld met het realisme. Hoe breekt de kunstenaar met het realisme?
A
Het marmer is niet schoon.
B
Maria is te jong.
C
Jezus is te mager.
D
Jezus is te zwaar voor zijn lichaam.

Slide 9 - Quizvraag

Het maniërisme
Tijdens het manierisme imiteerde schilders de stijl van de grote renaissance kunstenaars.

Slide 10 - Tekstslide

Noem vormgevingskenmerken van de maniëristische schilderkunst.

Slide 11 - Woordweb

manierisme kenmerken
- Ingewikkelde, gekunstelde houdingen en compositie.
- De mensfiguren hebben een veel te lange nek en een te klein hoofd.
- De ruimte-uitbeelding is niet realistisch.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Uit welke stijlperiode komt dit schilderij?

Slide 14 - Open vraag

Waaraan zie je dat?

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Rococo
- Zoetsappig, zacht
- 'Hemels'
- Romantisch
- Ondeugende symboliek
- Elementen afgeleid van de natuur
- Pastelkleuren


Slide 19 - Tekstslide

Waarom was de rococo vooral geliefd bij de aristocratie?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Uit welke stijlperiode komt dit schilderij?

Slide 22 - Open vraag

Waaraan zie je dat?

Slide 23 - Woordweb

Barok
- mythologisch onderwerp
- claire/obscur
- anatomisch correct
- realistisch & kundig 
- dramatiek 
- lichtbron ligt buitensbeeld

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Tot welke stijlperiode behoort dit schilderij?

Slide 26 - Open vraag

Waaraan herken je dat?

Slide 27 - Woordweb

De dood van Socrates

Slide 28 - Tekstslide

Neoclassicisme
- thema uit klassieke oudheid
- heldere kleuren
- scherpe lijnen
- 'perfecte', niet realistische anatomie
- compositie als  een theaterstuk 

Slide 29 - Tekstslide

1
2
3
4

Slide 30 - Sleepvraag

Renaissaince
1400 - 1530
Barok
1600-1720

Slide 31 - Tekstslide

Rococo
1720-1750
Neoclassicisme
1760-1840

Slide 32 - Tekstslide

Neoclassicistische architectuur

Slide 33 - Woordweb