In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Vergrotingsfactor
Hoofdstuk 5
vmbo-gt-1
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze les:
- kunnen wij vergrotingsfactor uitrekenen. -kunnen we afmetingen van de nieuwe beeld m.b.v. de vergrotingsfactor berekeken
Slide 2 - Tekstslide
Theorie
De linker afbeelding van de Mona Lisa is het origineel, de rechter is de vergroting
Als de afmetingen van de linker afbeelding 2 bij 3 cm zijn en die van de vergroting 4 bij 6 dan zeggen we de vergroting is twee keer zo groot
We zeggen: de vergrotingsfactor is 2
Slide 3 - Tekstslide
Theorie
We kunnen de vergrotingsfactor uitrekenen met de formule:
Vergrotingsfactor = lengte beeld lengte origineel
Let op! We spreken alleen van een vergroting als alle maten dezelfde vergrotingsfactor hebben
De figuren zijn dan gelijkvormig
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Oefening
Bereken de vergrotingsfactor van het huisje links en het huisje rechts
Slide 6 - Tekstslide
Oefening
Bereken de vergrotingsfactor van het huisje links en het huisje rechts
Vergrotingsfactor= 4 : 2 = 2
Vergrotingsfactor = 1 : 2 = 0,5
Wat valt je op?
Slide 7 - Tekstslide
Oefening
Bereken de vergrotingsfactor van de T-rex
Slide 8 - Tekstslide
Oefening
Bereken de vergrotingsfactor van de T-rex
Vergrotingsfactor = 2,8 : 1,9 = 1,5
Slide 9 - Tekstslide
Oefening
Stel dat de T-rex bij het originele plaatje 3 cm hoog is. Hoe hoog is dan de T-rex op de grote afbeelding?
Slide 10 - Tekstslide
Oefening
Stel dat de T-rex bij het originele plaatje 3 cm hoog is. Hoe hoog is dan de T-rex op de grote afbeelding?
Grote T-rex= 3 x 1,5 = 4,5 cm
Slide 11 - Tekstslide
Oefening
Van welke vissen kunnen we de vergrotingsfactor uitrekenen?
Slide 12 - Tekstslide
Welke formule hoort er bij de vergrotingsfactor?
A
Lengte origineel : lengte beeld
B
Lengte beeld : lengte origineel
C
lengte beeld x 2
D
origineel beeld + lengte beeld
Slide 13 - Quizvraag
De lengte van het origineel is 10m en van de vergroting is 30m Wat is de vergrotingsfactor?
A
0.3
B
0.33
C
3
D
33
Slide 14 - Quizvraag
De school mag op het schoolplein een standbeeld maken van de koning. De koning is in het echt 1,75m groot. Het standbeeld heeft een vergrotingsfactor van 1,4. Hoe groot wordt het standbeeld?