Spelling, les 6, twee ond en twee pv

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Zinnen met twee onderwerpen en persoonsvormen
In veel zinnen komen twee of meer gezegdes en onderwerpen voor. Zulke zinnen bevatten meerdere persoonsvormen.


voorbeeld
De politiewoordvoerder vertelt dat de verdachten verschillende verhalen hebben verteld.

In deze zin staan twee onderwerpen en twee gezegdes:

de politiewoordvoerder vertelt 

de verdachten hebben verteld


Het eerste vetgedrukte woord is een persoonsvorm. Je schrijft daarom de ik-vorm + t.
Het tweede vetgedrukte woord is een voltooid deelwoord. De stam eindigt niet op een medeklinker uit ’t kofschip, dus je schrijft een d.


Let dus goed op met welke werkwoordsvorm je te maken hebt als je een werkwoord vervoegt. 

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld van een samengestelde zin

De docenten hebben een studiemiddag en ze zijn daarom laat thuis.

Deze zin heeft twee persoonsvormen en twee onderwerpen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide