In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 5 - Planten
Slide 1 - Tekstslide
5.1 - Planten bekijken
Programma:
1. Bonenproject
2. Lesdoelen
3. Uitleg met controle vragen
4. Afsluiting en opdrachten
Slide 2 - Tekstslide
Bonenproject
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 5.1, 5.3 en een deel van 5.2
Onderzoekje met verslag (cijfer)
Slide 3 - Tekstslide
Bonenproject
Verslagboekje
Onderzoeksvraag
Verwachting + Hypothese
Achtergrondinformatie
3 tekeningen
Slide 4 - Tekstslide
Bonenproject
W1
S1
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Lijngrafiek
2 Weken meten
x4
Voorbeeld
Slide 5 - Tekstslide
Bonenproject
Wat heb je nodig
Bonen (krijg je)
Watten (krijg je)
Potje (zelf regelen)
Verslagboekje (krijg je)
Slide 6 - Tekstslide
5.1 Lesdoelen
Je kunt na deze lessen en opdrachten:
de onderdelen van een plant benoemen
een plantencel herkennen
de onderdelen van een plantencel met hun functies benoemen
uitleggen hoe planten rechtop blijven staan.
beschrijven hoe vervoer van water in de plant gaat.
Slide 7 - Tekstslide
Uit welke organen bestaat een plant?
Bloemen: Voor voortplanting (zaden en vruchten)
Bladeren: -> nerven (vervoer) -> bladmoes -> maken van voedingsstoffen
Stengel: -> stevigheid -> transport water en voedingsstoffen (vaatbundels)
Wortels: water & mineralen // stevigheid
Slide 8 - Tekstslide
Cellen en weefsels
Orgaan van plant :
onderdeel van de plant met een taak
(ontelbaar veel cellen)
-> Blad
-> Bloem
Afb: 4 verschillende lagen cellen
Weefsel: laag cellen met zelfde vorm+taak.
Slide 9 - Tekstslide
Een bloem is een .... van de plant.
A
organisme
B
orgaan
C
lichaamsdeel
D
weefsel
Slide 10 - Quizvraag
Met welk orgaan maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen?
A
Wortel
B
Blad
C
Stengel
D
Bloem
Slide 11 - Quizvraag
Zien alle cellen van een plant er hetzelfde uit?
A
ja
B
nee
Slide 12 - Quizvraag
Hoe noem je een groep cellen van een plant met dezelfde vorm en taak?
A
cytoplasma
B
orgaan
C
weefsel
D
cel
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Waaruit bestaat een plantencel?
Celwand = stevige laag om de cel heen
Celmembraan: vlies óm cytoplasma
Cytoplasma: stroperige vloeistof. Hierin liggen de kern en bladgroenkorrels
Celkern: klein bolletje in de cel; regelt alles wat in de cel gebeuren moet
Vacuole: blaasje in midden van de cel dat 'volgepompt' is met water -> Stevigheid.
Bladgroenkorrels: groene bolletjes in cytoplasma. aken voedingsstoffen voor de plant
Slide 15 - Tekstslide
Fotosynthese
https://www.youtube.com/watch?v=UZekhzGqBt0
Een plant kan dus zijn éigen voedsel maken, dankzij Co2, water en licht.
**komt later dit hfst terug
Slide 16 - Tekstslide
Hoe noem je de stroperige vloeistof in de plantencel, waarin de celkern en bladgroenkorrels liggen?
Slide 17 - Open vraag
Hoe noem je de 'directeur' van de cel; die alles regelt wat er in de cel gebeuren moet?
Slide 18 - Open vraag
Een dierencel (en dus ook de cellen van mensen) hebben iets NIET, wat een plantencel wél heeft...
A
cytoplasma
B
celkern
C
bladgroenkorrels
D
celmembraan
Slide 19 - Quizvraag
bladgroenkorrel
celmembraan
celkern
vacuole
cytoplasma
celwand
Slide 20 - Sleepvraag
Wat leerde je deze les? Gebruik minstens 2 begrippen :)
Slide 21 - Woordweb
Huiswerk
t/m volgende week
Lezen 5.1
Maken
3 t/m 10
11 t/m 16
lezen 5.2 (voor bonenproject)
Maken
3 t/m 6
7 t/m 9
Slide 22 - Tekstslide
Heb jij nog vragen?
A
Niet echt, maar ik kom nog wel even bij
KWT-biologie.
B
Nee. Ik maak eerst mijn huiswerk.
C
Ja.
(steek je vinger op ;) )
Slide 23 - Quizvraag
Aan de slag!
Maak komende week de opdrachten van 5.1
-> tips om te plannen (huiswerk opdelen) staan in het huiswerk van magister. :)
** Het kan zijn dat je wat meer, of minder opdrachten moet maken dan je buurvrouw/buurman. Dat komt omdat de methode de leerroute kiest die bij jouw niveau past! :)
Slide 24 - Tekstslide
Hoe blijft een plant rechtop?
Boom : dikke harde stengel met houtcellen
Houtachtigeplanten: planten stevig door houtcellen.
Tulpen, madeliefjes, etc: water nodig voor stevigheid.
Kruidachtige planten: stevig door water in vacuole
Slide 25 - Tekstslide
Kruidachtige plant
Stengel zuigt vol met water
-> in vacuole ->
drukt tegen celwand
= stevige cel (binnenband fiets)
Slide 26 - Tekstslide
Als de houtachtige plant geen water krijgt, blijven de takken nog rechtop- door de houtcellen. Alleen de bladeren hangen slap; zij hebben geen houtcellen.
Slide 27 - Tekstslide
Hoe komt water in de bladeren?
Aan de wortels zitten wortelharen. Hiermee zuigt de plant water op.
Het water wordt getransporteerd via de vaten.
Vaten liggen in groepjes bij elkaar, dit noem je een vaatbundel
Slide 28 - Tekstslide
Vaten
Transport van stoffen door de plant: water en mineralen van de wortels naar andere delen, voedingsstoffen van bladeren naar andere delen
Vormen vaatbundels
Slide 29 - Tekstslide
Hoe gaat water naar boven?
Bladeren verliezen water aan de lucht door huidmondjes
-> Zuigkracht omhoog
Slide 30 - Tekstslide
Hoe noem je het deel van een plantencel dat zich volzuigt met water, zodat de bloemen in de tuin rechtop staan?
A
Celmembraan
B
Vacuole
C
Celwand
D
Celkern
Slide 31 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld van een houtachtige plant?
A
Dennenboom
B
Appelboom
C
Beukenboom
D
Margriet
Slide 32 - Quizvraag
Sleep de woorden naar de juiste plek
bloem
wortels
blad
stengel
Slide 33 - Sleepvraag
Wat zie je op de foto?
A
organisme
B
orgaan
C
weefsel
D
cel
Slide 34 - Quizvraag
Sleep de taken naar de juiste plek
1. Dit orgaan is voor de voortplanting. Hier ontstaan zaden, waaruit nieuwe planten groeien.
2. Water met mineralen opzuigen en verankering in de grond
3. Hierin lopen de nerven die zorgen voor vervoer van water en stoffen. Tussen de nerven zit bladmoes, daar maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen.
4. Dit houdt de plant overeind. Hierin lopen dunne 'buisjes' die water en stoffen naar de bladeren en bloemen vervoeren.