In deze les zitten 39 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 5 videos.
Onderdelen in deze les
§ 2 Opkomst van het nationaalsocialisme
Slide 1 - Tekstslide
wat gaan we doen?
terug koppeling
video
uitleg 2.1 en 2.2
opdrachten maken
Slide 2 - Tekstslide
wat weet je nog van de dolkstootlegende?
Slide 3 - Woordweb
Bezetting Ruhrgebied
Terugkoppeling
Slide 4 - Tekstslide
Terugkoppeling
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Hoe veranderde de Duitse samenleving nadat Hitler aan de macht kwam? Hoe kwam hij aan de macht?
Slide 7 - Tekstslide
2.1| Ideeën van de nationaalsocialisten
Slide 8 - Tekstslide
Dieptepunt 1933
- 8 miljoen werklozen
- geen daadkrachtige regering
gunstig voor: NSDAP
Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij.
Slide 9 - Tekstslide
Steeds meer aanhangers voor de NSDAP
Hitler belooft:
Economisch herstel;
Schande van het verdrag van Versailles ongedaan maken.
Een Duitsland om trots op te zijn.
Slide 10 - Tekstslide
Ideeën Hitlers' NSDAP:
Anti-democratisch
Één sterke leider
Rassenleer
Het Arische ras is beter dan andere rassen.
Antisemitisme
'Jodenhaat'
Slide 11 - Tekstslide
Nationaalsocialisme
Geloof in 1 sterke leider
Hitler geloofde in een rassenleer.
= het idee dat er meerdere rassen zijn en het ene ras beter is dan het andere.
Slide 12 - Tekstslide
Antisemitisme, iets van alle tijden?
Antisemitisme betekent: haat tegen Joden
Oudheid: weigeren keizer verering en worden gezien als 'moordenaars van Jezus'
Middeleeuwen:Joden worden bij rampen ( de pest) gezien als schuldigen
Slide 13 - Tekstslide
Antisemitisme, iets van alle tijden?
20e eeuw:"De Joden zijn schuldig aan nederlaag Eerste Wereldoorlog en economische crisis"
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
2.2| Duitsland wordt een totalitaire staat
Slide 16 - Tekstslide
NSDAP
Nationaalsocialisten of nazi's
Door de crisis van 1929 en slimme propaganda groeide te partij snel.
1932 verkiezingsoverwinning
Slide 17 - Tekstslide
Hitler wordt kanselier
30 januari 1933
NSDAP wordt grootste partij, maar had geen meerderheid
Slide 18 - Tekstslide
Rijksdagbrand
27 februari 1933
Een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, wordt
opgepakt, veroordeeld en geëxecuteerd.
Aan zijn schuld wordt echter nu nog steeds ernstig getwijfeld...
Slide 19 - Tekstslide
Hitler wordt dictator
1933: Parlementsgebouw in brand
Hitler krijgt tijdelijk de macht om ze aan te pakken.
Zodra hij aan de macht is... schaft hij de democratie af! NSDAP nog enkel toegestaan...
Alleenheerser in een totalitaire samenleving
Slide 20 - Tekstslide
Kenmerken Duitsland als totalitaire staat
1. Duitsland wordt een dictatuur
2. Er was sprake van gelijkschakeling
3. De nazi's gebruikten terreur
Slide 21 - Tekstslide
1. Duitsland wordt een dictatuur
Dictatuur: Een manier van regeren waarbij één persoon of kleine groep alle macht heeft.
Persoonsverheerlijking: Een mens als een soort God vereren.
Kenmerken totalitaire staat onder Hitler:
2. Gelijkschakeling: de gedachten en het gedrag van de bevolking controleren en aan passen aan de ideeën van de nazi's -> door censuur / propaganda en indoctrinatie
Indoctrinatie: Continu je mening en ideeën aan andere op dringen door eenzijdige, partijdige informatie te geven.
Hitlerjugend: jongens leren marcheren en met wapens om te gaan.
Bund Deutscher Mädel: meisjes leren hun taak als moeder en huisvrouw
3. Terreur De nazi's gebruikten verschillende groepen om macht te houden.
Gestapo: de geheime politie in nazi-Duitsland
SA: Knokploegen, zij intimideerden politieke tegenstanders
SS:In het begin een soort lijfwacht
Slide 22 - Tekstslide
Bund Deutscher Mädel
Hitlerjugend
Slide 23 - Tekstslide
Maken:
Paragraaf 2: opdracht 1 t/m 10
Slide 24 - Tekstslide
2.3| Joden in Nazi-Duitsland
Slide 25 - Tekstslide
Neurenberger Rassenwetten
1935
Deze wetten moesten de rechten voor Joden sterk beperken, met als doel dat ze 'vrijwillig' uit Duitsland zouden vertrekken.
Deze wetten waren bedoeld om het Arische ras, 'zuiver te houden'
Slide 26 - Tekstslide
Kristallnacht 9 november 1938
Na een vlammende radiotoespraak van Joseph Goebbels, trekken Duitsers massaal de straat op om eigendommen van Joden te vernielen.
De politie en SS kregen de opdracht om niet in te grijpen.
Slide 27 - Tekstslide
Antisemitisme in nazi-Duitsland
1935: Neurenberger rassenwetten (discriminerende wetten tegen de Joden) het werd joden verboden om:
Te trouwen met mensen van Duits of Arisch bloed.
Een seksuele relatie te hebben met Duitsers of Ariërs.
Vrouwelijke burgers van Duits of Arisch bloed in dienst te hebben.
1938: Kristallnacht Joodse winkels / synagoges en huizen worden in brand gestoken. Joden worden in elkaar geslagen en vermoord.
Slide 28 - Tekstslide
Maken:
Paragraaf 2,
Slide 29 - Tekstslide
Terugkoppeling
Hoe maakten de nazi's van Duitsland een totalitaire staat?
Hoe was het leven voor de Joden in nazi Duitsland?