je weet wat er wordt bedoeld met een monohybride kruising
je weet wat er wordt bedoeld met een dihybride kruising
je kent het verschil tussen een gekoppelde overerving en een onafhankelijke overerving
je kunt een dihybride vraagstuk oplossen (zowel gekoppeld als onafhankelijk)
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Chromosomen
liggen in de celkern
komen in paren voor
Op chromosomen ligt informatie voor erfelijke eigenschappen, dat noem je een gen
bestaan uit DNA ketens
Slide 5 - Tekstslide
Dihybride kruisingen
Een kruising met twee genen.
Wanneer genen op twee verschillende chromosomen liggen
Wanneer genen op hetzelfde chromosoom liggen.
Slide 6 - Tekstslide
Onafhankelijke overeving
- Kijken naar twee genen die overerving.
- Wetten van Mendel :
Slide 7 - Tekstslide
Peulen
We kruisen twee heterozygote peulen voor beiden eigenschappen.
Wat is de kans op een groene schil en gele zaden?
P GgYy x GgYy
F1:
G=groene schil
g = gele schil
Y = gele zaden
y = groene zaden
Slide 8 - Tekstslide
We kruisen twee heterozygote peulen voor beiden eigenschappen.
P GgYy x GgYy
Slide 9 - Open vraag
Dihybride kruising
G=groene schil g=gele schil
Y=gele zaden y=groene zaden
Slide 10 - Tekstslide
Van een dihybride kruising met 2 cavia's: AABB x aabb (A = zwart, a = wit, B = ruw, b = glad) worden de F1-dieren onderling gekruist. In de F2-generatie is het gedeelte dat zwart en ruwharig is:
A
1/16
B
3/16
C
9/16
D
3/4
Slide 11 - Quizvraag
Van een dihybride kruising met 2 cavia's: AABB x aabb (A = zwart, a = wit, B = ruw, b = glad) worden de F1-dieren onderling gekruist. Wat is het deer in de F2-generatie dat zwart en ruwharig is?
Slide 12 - Tekstslide
Dihybride kruisingen
Een kruising met twee genen.
Wanneer genen op twee verschillende chromosomen liggen
Wanneer genen op hetzelfde chromosoom liggen.
Slide 13 - Tekstslide
Gekoppelde overerving
Gen A en b liggen op hetzelfde chromosoom. En gaan dus in meiose naar dezelfde cel.
Gen a en B liggen op hetzelfde chromosoom. Dus gaan in de meiose ook naar dezelfde cel.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
P: MMHH x mmhh
De eigenschappen zijn gekoppeld.
Wat is de verhouding in de F2?
Slide 16 - Tekstslide
P: MH x mh MH mh
F1: MH x MH mh mh
F2:
MH
mh
MH
MH MH
MH mh
mh
mh MH
mh mh
3 onbehaarde normale & 1 behaarde mandarijn
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
leerdoelen
Je weet wat chromosomen zijn
je weet wat er wordt bedoeld met een monohybride kruising
je weet wat er wordt bedoeld met een dihybride kruising
je kent het verschil tussen een gekoppelde overerving en een onafhankelijke overerving
je kunt een dihybride vraagstuk oplossen (zowel gekoppeld als onafhankelijk)