8.3 Je bloed vervoert

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van 8.2?
Herhaling

Slide 2 - Tekstslide

Het middenrif gaat naar boven wanneer je inademt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

De luchtpijp vertakt zich in twee ...
A
Longen
B
Bronchiën
C
Longblaasjes
D
Luchtpijktakjes

Slide 4 - Quizvraag

Wat zorgt ervoor dat er geen eten in je luchtpijp terecht komt?
A
Keelholte
B
Strotklepje
C
Neusholte
D
Huig

Slide 5 - Quizvraag

Welk orgaanstelsel zorgt voor zuurstof in jouw lichaam
A
Spierstelsel
B
Uitscheidingsstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Ademhalingsstelsel

Slide 6 - Quizvraag

Zuurstof verlaat het lichaam via uitwisseling tussen het haarvat en het longblaasje het lichaam
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Neusademhaling is beter dan mondademhaling omdat de lucht verwarmd wordt.
Wat is nog een reden dat het gezonder is?
A
De lucht wordt gekeurd
B
De lucht wordt vochtig gemaakt
C
De lucht wordt gezuiverd
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 8 - Quizvraag

Wat is GEEN voordeel van neusademhaling?
A
Lucht wordt verwarmd
B
Lucht wordt vochtig
C
Lucht bevat meer zuurstof
D
Lucht wordt gezuiverd

Slide 9 - Quizvraag

0

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat zit er in bloed?
A
Rode bloedcellen
B
Bloedplasma
C
Plasma en cellen
D
Een soort gele vloeistof

Slide 13 - Quizvraag

Bloedplasma
Rode bloedcellen

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Welke stoffen worden vervoerd door het PLASMA?
A
Glucose
B
Alle voedingsstoffen
C
Vetten
D
Zuurstof

Slide 17 - Quizvraag

Alcohol wordt door het bloed vervoerd, door:
A
De rode bloedcellen
B
Door de witte bloedcellen
C
Door de bloedplaatjes
D
Door het bloedplasma

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Welke stoffen worden vervoerd door de rode bloedcellen?
A
Glucose
B
Alle voedingsstoffen
C
CO2
D
Zuurstof

Slide 20 - Quizvraag

Waarom is bloed eigenlijk rood?
A
Door de CO2
B
Door de zuurstof
C
Door het plasma
D
Door de hemoglobine

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de bloedplaatjes?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
Zuurstof en koolstofdioxide vervoeren

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide

We hebben 3 soorten bloedvaten, welke zijn dat?
A
Slagaders, haarvaten, bloedcellen
B
Slagaders, aders, hartkamers
C
Haarvaten, aders, bloedplaatjes
D
Aders, slagaders, haarvaten

Slide 26 - Quizvraag

In welke volgorde stroomt het bloed?
A
Slagader - haarvaten - ader
B
Haarvaten - ader - slagader
C
Ader - haarvaten - slagader
D
Slagader - ader - haarvaten

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Door welk type bloedvat stroomt bloed met zuurstof?
A
Door urinebuis
B
Door de slagader
C
Door ader
D
Door slagader & haarvat

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slagaders, aders en haarvaten
A
Slagaders: dunne wand Haarvaten: dikke wand
B
Slagaders: kleppen Aders: geen kleppen
C
Slagaders: hoge bloeddruk Haarvaten: afgifte stoffen
D
Aders: dunne slappe wand Haarvaten: hoge bloeddruk

Slide 34 - Quizvraag

Je ziet hier 3 bloedvaten hoe heten deze?
(van links naar rechts)
A
Ader, slagader, haarvaten
B
Slagader, ader, kransader
C
Kransader, slagader, haarvat
D
Haarvat, slagader, kransader

Slide 35 - Quizvraag

Is dit bloedvat een ader, haarvat of slagader?
A
Slagader
B
Haarvat
C
Ader

Slide 36 - Quizvraag

In de afbeelding zie je slagaders, haarvaten en aders.
De stroomrichting van het bloed is met twee pijlen aangegeven.

Met welk nummer is een ader aangegeven?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Waarvoor moeten de spieren veel bloed krijgen?
A
De spieren hebben CO2 en glucose nodig
B
Ze hebben zuurstof en glucose nodig
C
Ze hebben energie nodig...
D
Ze hebben CO2 en koolstofdioxide nodig

Slide 41 - Quizvraag

Wat heb je deze les geleerd?
8.3 Je lichaam
werkt

Slide 42 - Woordweb

Slide 43 - Tekstslide

Ik vond deze les....
😒🙁😐🙂😃

Slide 44 - Poll

Slide 45 - Tekstslide