Oefening spotprenten

Beeldbronnen en spotprenten
Bij beeldbronnen en spotprenten is het belangrijk dat je goed kijkt naar de afbeelding of spotprent voordat je antwoord geeft op de vraag. Lees de volgende pagina's goed en rustig door.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Beeldbronnen en spotprenten
Bij beeldbronnen en spotprenten is het belangrijk dat je goed kijkt naar de afbeelding of spotprent voordat je antwoord geeft op de vraag. Lees de volgende pagina's goed en rustig door.

Slide 1 - Tekstslide

Beeldbronnen
  • Wat zie je op de afbeelding?

  • Trekt de maker met speciale kleuren of effecten de aandacht?

  • Heeft de afbeelding een titel?

  • Wanneer is de afbeelding gemaakt? (Dit zie je soms ook aan de stijl van de bron)

  • Wie heeft de afbeelding gemaakt?

  • Wie heeft de opdracht gegeven om de afbeelding te maken?

  • Welke doel heeft de maker? 

Lees altijd goed de teksten boven en onder de bron (de toelichting)





Slide 2 - Tekstslide

Spotprenten (1)
  • Over welk historisch onderwerp gaat de spotprent? 

  • Wat is de achtergrond van de maker?

  • De titel of het bijschrift is vaak een samenvatting








Slide 3 - Tekstslide

Spotprenten (2)
  • Welke personen staan op de spotprent? Soms worden personen gebruikt om een land (Uncle Sam, Russische beer, Engelse Bulldog) of om een groep (rijken, arbeiders) weer te geven

  • Worden de personen positief of negatief afgebeeld en wat doen ze?

  • Welke dingen zie je op de spotprent? Soms zijn kleine dingen heel belangrijk.

  • Wat is de boodschap van de maker van de spotprent? Hoe weet je dat? 








Slide 4 - Tekstslide


  1. Bekijk deze afbeelding goed. Het is een spotprent over het verdrag van Versailles. De 4 personen zijn de verschillende landen die bij het verdrag betrokken waren. Beantwoord de vragen op de volgende dia.


Slide 5 - Tekstslide

Wie zijn de verschillende personen op de afbeelding?

Slide 6 - Open vraag

Uit welk land komt de maker van de afbeelding?

Slide 7 - Open vraag

Welk symbool gebruikt de maker van de bron? Waarom juist dit symbool?

Slide 8 - Open vraag

Wat is de mening van de maker over dit verdrag?

Slide 9 - Open vraag

Afsluiting
Maak de opdrachten uit je werkboekje:
-personen
-spotprenten

Slide 10 - Tekstslide