Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
paragraaf 3.2. en 3.3 klas 2d
Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd geldt voor een
A
tijdelijke baan
B
vaste baan
1 / 11
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
11 slides
, met
interactieve quizzen
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd geldt voor een
A
tijdelijke baan
B
vaste baan
Slide 1 - Quizvraag
Het verschil tussen bruto- en nettoloon is...
A
Brutoloon is als je voor de belastingdienst werk
B
Er is geen verschil
C
Nettoloon is loon zonder premies
D
Nettoloon is met accijns
Slide 2 - Quizvraag
Chris heeft een nieuwe contract getekend op zijn werk. Op zijn nieuwe contract staat geen einddatum.
Kies het juiste economische begrip.
A
Vaste baan
B
Tijdelijke baan
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een proeftijd?
A
Een periode waarin de werkgever meteen kan opzeggen als het werk niet bevalt.
B
Een periode waarin de werknemer kan opzeggen als het werk niet bevalt.
C
Een periode waarin de werknemer en werkgever meteen kunnen opzeggen als het niet bevalt.
D
Een periode waarin eten gratis geproefd mag worden
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het verschillen tussen een vaste en tijdelijke baan?
A
Een vaste baan heeft geen einddatum in het contract staan. Een tijdelijke baan wel.
B
Een vaste baan heeft een einddatum in het contract staan. Een tijdelijke baan niet.
C
Als je een vaste baan hebt kun je geen ander werk doen.
D
Als je een tijdelijke baan hebt mag je nergens anders een vaste baan hebben.
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de maximale duur van de proeftijd?
A
3 maanden
B
2 maanden
C
1 maand
D
2 weken
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een CAO?
A
Centrale Arbeidsovereenkomst
B
Collectieve Arbeidsonderneming
C
Centrale Arbeidsonderneming
D
Collectieve Arbeidsovereenkomst
Slide 7 - Quizvraag
Wat is hoger het bruto of het nettoloon?
A
Bruto
B
Netto
Slide 8 - Quizvraag
CAO is een arbeidsovereenkomst voor een:
A
hele groep werknemers in een bepaalde bedrijfstak
B
één werknemer
C
één werkgever
D
hele groep werkgevers in een bepaalde bedrijfstak
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de juiste formule voor het berekenen van het bruto- en nettoloon?
A
brutoloon=nettoloon-inhoudingen
B
nettoloon=brutoloon-inhoudingen
C
inhoudingen+brutoloon=nettoloon
D
brutoloon-inhoudingen=nettoloon
Slide 10 - Quizvraag
Wie onderhandeld er over de CAO?
A
werknemer
B
vakbond
C
organisatie van werkgevers
D
werkgever
Slide 11 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Leerjaar 3 hst 4 les 2
January 2020
- Les met
15 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Module 3 - keuze onderwerp 'Contracten lezen: wat zijn jouw rechten?'
July 2024
- Les met
24 slides
door
LEF
Burgerschap
MBO
Studiejaar 1-4
Stichting Leven en Financiën (LEF)
3tl 5.1
January 2021
- Les met
12 slides
economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
7.6 Een baan
July 2023
- Les met
22 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
§3.2 t/m 3.4 Werken pb mavo 2
December 2023
- Les met
19 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2,3
7.6 Een baan
April 2023
- Les met
25 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Leerjaar 4 Economie Hst 4 les 1
September 2022
- Les met
11 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
3.2 Wie is de baas? kader
November 2023
- Les met
22 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2