Vita 11.4 en 11.5 Transport door het lichaam / hart

Transport in je hart?
1 / 28
volgende
Slide 1: Woordweb
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Transport in je hart?

Slide 1 - Woordweb

Basisstof 4 en 5
Transport door het lichaam / hart 

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Wat is de stroomrichting van de kleine bloedsomloop?
1.
2
3.
4.
5.
Rechterkamer
Longslagader
Longen
Longader
Linkerboezem

Slide 4 - Sleepvraag

Dubbele en enkelvoudige bloedsomloop

Dubbele: hart - longen (kleine bloedsomloop) - hart - lichaam (grote bloedsomloop)

Enkelvoudige: hart - kieuwen - lichaam

Slide 5 - Tekstslide

Bij welke bloedsomloop horen de haarvaten van de longen?
A
grote bloedsomloop
B
kleine bloedsomloop
C
kleine en grote bloedsomloop
D
open bloedsomloop

Slide 6 - Quizvraag

Ademhalingsstelsel

Organen: neusholte, mondholte, luchtpijp, longen


Orgaanstelsel: ademhalingsstelsel


Taak: zuurstof in je lichaam opnemen en 

koolstofdioxide eruit transporteren 

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

Waar vervoert de aorta bloed naar?
A
Naar de rechterharthelft
B
Naar de lever
C
Naar de dunne darm
D
Vanuit je linkerharthelft naar de slagaders

Slide 9 - Quizvraag

Door welk bloedvat stroomt zuurstofarm bloed?
A
longslagader
B
nekslagader
C
armslagader
D
leverslagader

Slide 10 - Quizvraag

Door welk bloedvat stroomt zuurstofrijk bloed?
A
poortader
B
leverader
C
beenader
D
longader

Slide 11 - Quizvraag

In welk type bloedvat wordt zuurstof afgegeven?
A
aorta
B
slagader
C
haarvat
D
ader

Slide 12 - Quizvraag

Basisstof 6
Transport door het hart 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Welke kant van het hart en de bloedsomloop is zuurstofrijk?
A
rechterkant
B
linkerkant
C
onderkant
D
bovenkant

Slide 15 - Quizvraag

Waar zijn de boezems van het hart?
A
linksonder en linksboven
B
rechtsonder en rechtsboven
C
onder de kamers
D
boven de kamers

Slide 16 - Quizvraag


Als een kamer samentrekt wordt het volume daar ...(?)... en de druk ...(?)...
A
kleiner - kleiner
B
kleiner - groter
C
groter - kleiner
D
groter - groter

Slide 17 - Quizvraag

Hoe bereken je het minuutvolume?
minuutvolume = hoeveelheid rondgepompt bloed per minuut

slagvolume = hoeveelheid bloed per hartslag (bijv. 70 ml)

slagfrequentie = aantal hartslagen per minuut (bijv. 80)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Vaak komt een hartinfarct door...
A
vernauwing van de kransslagader
B
een hartritmestoornis
C
te veel inspanning
D
emotie

Slide 23 - Quizvraag

Als de zenuwen in het hart niet goed werken, moet je...
A
dotteren
B
stent plaatsen
C
pacemaker plaatsen
D
bypassoperatie

Slide 24 - Quizvraag

Als een kransslagader vernauwd is, zal men eerst...
A
dotteren
B
stent plaatsen
C
pacemaker plaatsen
D
bypassoperatie

Slide 25 - Quizvraag

Een vernauwing van de kransslagader kan komen door...
A
verhoogd cholesterol
B
slagaderverkalking
C
niezen
D
aspirine

Slide 26 - Quizvraag

Zelf werken
Maken basisstof 11.5 opdracht 58 t/m 66

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk
Module 11 afronden
Oefentoetsen en basisstoffen maken

Slide 28 - Tekstslide