Doordat stenen telkens tegen elkaar aan botsen in de rivier worden deze steeds meer afgerond en krijgen we uiteindelijk grind.
Slide 5 - Tekstslide
Erosie
Het uitschuren van gesteente doordat water en stenen erlangs bewegen noemen we erosie.
Slide 6 - Tekstslide
Aan de slag!
Nakijken opdrachten 1 t/m 4 van paragraaf 2.
Lezen van paragraaf 3.
Maken opdrachten 5,6,7 van paragraaf 2 & opdracht 1 ,2 van paragraaf 3.
Slide 7 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Uitleg over paragraaf 3.
Aan de slag!
Doelen:
Je begrijpt hoe zand, grind en klei ontstaan.
Hoe verweerd gesteente in rivieren terecht is gekomen.
Slide 8 - Tekstslide
Fjord Noorwegen
V dal
Slide 9 - Tekstslide
Gletsjers
Gletsjers kunnen ook voor erosie zorgen.
Gletsjers zijn dikke pakketten ijs van soms wel 100 meter dik
Slide 10 - Tekstslide
Gletsjers
Een gletsjer ontstaat doordat er meer sneeuw valt in een gebied dan dat er weg kan smelten in de zomer.
De sneeuw die valt wordt dan uiteindelijk ijs.
Door het gewicht van het ijs gaat de ijslaag uit zichzelf naar beneden "stromen"
Slide 11 - Tekstslide
Gletsjers
Wanneer een gletsjer gaat stromen schuurt deze over de ondergrond en de zijkanten van een dal.
Door dit schuren ontstaan er gladde, ronde vormen.
We noemen dit ook wel een U-dal of een gletsjerdal.
Slide 12 - Tekstslide
Winderosie
Wanneer de wind sterk genoeg is om zand mee te nemen dan kan zelfs de wind voor erosie zorgen.
Slide 13 - Tekstslide
Zand en klei
Al het gesteente dat door erosie en verwering verbrokkelt, verslijt of verandert van samenstelling zorgen er uiteindelijk voor dat er zand en klei ontstaat.
De zand korreltjes kan je nog met het blote oog zien, kleikorrels niet.
Slide 14 - Tekstslide
Aan de slag
Nakijken van opdrachten 5,6,7 van paragraaf 2 en 1,2 van paragraaf 3.