geschiedenis les 2: leenstelsel, Frankische Rijk

Geschiedenis les 2







Tijdvak 3. Tijd van Monniken en ridders. Deel 1. 



1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Geschiedenis les 2







Tijdvak 3. Tijd van Monniken en ridders. Deel 1. 



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pitch infographic
Schrijf je feedback op een post-it

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over welke periode gaat dit tijdvak?
A
3000 v. Chr.- 500 na Chr
B
500 - 1000
C
1000 - 1500
D
1500 - 1600

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Over welke traditionele periode gaat dit tijdvak?
A
Prehistorie
B
Oudheid
C
Vroege middeleeuwen
D
Late middeleeuwen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opfrisvraag Romeinse tijd in Nederland

Buste van Gaius Julius Caesar
Julius Caesar veroverde tijdens zijn leven grote delen van West-Europa, waarbij ook een
deel van ons land bij het Romeinse rijk gevoegd werd. Hij schreef in zijn boek De Bello
Gallico de eerste geschreven berichten over deze gebieden.

In ons land eindigde hiermee de prehistorie. In welke tijd gebeurde dit?
A
rond het jaar 200 v.C.
B
rond het jaar 50 v.C
C
rond het jaar 200
D
rond het jaar 350

Slide 5 - Quizvraag

De boeren van de Swifterbandcultuur behoorden, samen met de boeren van de Vlaardingencultuur tot de "natte" boeren.
Net als bij de bosjagers kun je ook bij de boeren in Nederland spreken van “droge boeren” en “natte boeren”. De “droge boeren” leefden op de hoge zandgronden en de “natte boeren” in de moerassen van west- en midden Nederland.
Samen met de Vlaardingencultuur (3400 – 2500 v. Chr.) behoren de boeren van de Swifterbandcultuur tot de “natte boeren”.
Het waren geen echte boeren. Het waren bosjagers die voornamelijk van de visvangst en de jacht leefden. Maar vanaf 4500 v. Chr. had het idee van de landbouw ook deze bosjagers bereikt. Zij hielden koeien en varkens op hoger gelegen plekken in het moeras. Maar vissen en jagen bleven hun voornaamste voedselbronnen.
Zij kenden wel granen en peulvruchten. Maar die verbouwden zij niet zelf. Daarvoor was de grond in het moeras veel te nat. Zij verkregen de granen en peulvruchten door ruilhandel met de “droge boeren” uit Oost-Nederland. Met name met de boeren van de Trechterbekercultuur.
Tussen 3700 en 3500 v. Chr. hebben de Swifterbandmensen hun woongebied in Flevoland verlaten. Waarschijnlijk als gevolg van wateroverlast. Het werd te nat om er nog langer te wonen.
Opfrisvraag Romeinen en Bataven

De Bataven waren een volksstam die in het deel van ons land woonde dat in de eerste eeuw door de Romeinen veroverd werd.

Hoe reageerden de Bataven op de aanwezigheid van de Romeinen?
A
De Bataven bleven zich tegen de Romeinen verzetten en hielden zich zoveel mogelijk vast aan hun eigen autonomie
B
De Bataven pasten zich aan de komst van de Romeinen aan en leverden hulptroepen voor het Romeinse leger
C
De Bataven trokken weg uit hun woongebied en vestigden zich in het deel van het huidige Nederland dat buiten de Romeinse invloedssfeer lag

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Middeleeuwen
  • De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.
  • Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode
  • Ongeveer tussen 500 en 1500

  • Vroege Middeleeuwen: 500 - 1000
  • Late Middeleeuwen: 1000 - 1500

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De witte tekening is:
Op de achtergrond zie je:

Slide 9 - Woordweb

De witte tekening is: een helm van een ridder uit cv 1000
Op de achtergrond zie je: zuilen of pilaren in een klooster of kerk)
Wat weet je al van de monniken en ridders?

monniken:
ridders:

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opfrisvraag 2. Contact met de Romeinen

Hieronder zie je drie Romeinse fibula's die op verschillende plaatsen in ons land zijn gevonden.

Welk van onderstaande vondsten duidt waarschijnlijk op contacten tussen de Romeinen en de autochtone bevolking?


A
Vindplaats: Friesland
B
Vindplaats: Noord-Brabant
C
Vindplaats: Zuid-Holland
D
Vindplaats: Friesland

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3.1 Leven van het land: tv 2 -> tv 3
  • Rond 500: veiligheid verdwijnt door het verdwijnen van de Romeinen 
  • Geen centraal bestuur
  • Afhankelijk van landbouw - zelfvoorzienend
  • Horigen konden worden beschermd door landheren ->
  • Standensamenleving


hofstelsel
Een middeleeuws stelsel van agrarische zelfvoorziening. Veel boeren werden horigen in ruil voor bescherming door hun landheer. Ze moesten op het land (domein) van hun heer blijven wonen en mochten zonder toestemming niet verhuizen.

Slide 12 - Tekstslide

In ruil voor bescherming geven de boeren - horigen genoemd, hun grond aan de heer en moesten zij de heer dienen.  

Zie hof -> met akkers en wijngaarden voor de heer. Horigen hadden het minder luxe. Mochten stukje v/h land gebruiken. Moesten pacht betalen (belasting) - deel v/d oogst afstaan en herendiensten verrichten

als je bij een heer (machtige boer) aanklopte voor plek gaf je wel al je vrijheden op. Er waren ook boeren die dit niet deden en zij bleven gewoon vrije boeren. Afhankelijk van de plaats waar je woonden en de mate van veiligheid bepaalde of je deze keuze maakte.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou jij doen als boer?
Zou jij je aansluiten bij zo'n landheer of als 'vrije' boer leven en waarom?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt je op als je deze afbeelding ziet?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

3.2 Frankische Rijk
  • 482 - Clovis - leider Germaanse Franken
  • Veroveren vroegere Romeinse Rijk (volksverz)
  • 768: Karel de Grote - koning Frankische Rijk
  • Verplaatste zich met zijn hof
  • 800: door paus tot keizer gekroond

Slide 19 - Tekstslide

771 volgde Karel de Grote zijn vader op en werd koning van het Frankische Rijk. Het Frankische Rijk was een deel van het huidige Frankrijk, België, Zwitserland en Duitsland. Karel werd als (Christelijke) koning gedwongen om veel oorlog te voeren. Zijn rijk had namelijk last van veel invallen, door onder andere Islamieten uit het oosten en vanuit het noorden kwamen Denen en Saksen. Oorlog voeren deed Karel de Grote zo goed, dat zijn rijk al snel enorm groot werd. Een rijk dat zo groot is, is moeilijk alleen te besturen. Daarom stelde Karel "vazallen" of "leenmannen aan.

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leenstelsel (feodale stelsel)
  • Karel deelde zijn rijk op in 3 delen 
  • Edelen & bisschoppen bestuurden dit namens hem 
  • Bestuurders kregen gebied in 'leen'
  • Keizer = leenheer
  • Bestuurders = leenmannen/ vazallen
  • Edelmannen legden een eed van trouw af

Slide 21 - Tekstslide

Karel de Grote had soldaten nodig om dat grote rijk te beschermen en het Frankische rijk uit te breiden. Daardoor. bedacht hij het leenstelsel. Hij is de leenheer en gaf zijn gebied te leen (vazal) in ruil voor militaire dienst en adviezen.
 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk probleem ontstaat er door het leenstelsel als iedereen steeds maar land gaat uitlenen?

Slide 23 - Open vraag

Versnipperingsprobleem: leenmannen gaan gebieden ook uitlenen en doorgeven van vader op zoon, dit is natuurlijk niet de bedoeling en zo versnipperd het hele land in allemaal kleine machthebbers.  er werd wel een oplossing op bedacht, namelijk geestelijkheden neerzetten, want die kregen toch geen kinderen. Maar hier ontstaat wel het probleem dat geloof en wereldlijke macht in elkaars vaarwater gaan zitten.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uiteenvallen v/h rijk
  • Leenmannen - hun bezit
  • Leenmannen gedroegen zich als leenheren - versnippering
  • Conflicten
  • Rovers, Vikingen (Noormannen) en bendes hadden vrij spel -> politieke structuur viel uit elkaar 

Slide 25 - Tekstslide

Versnipperingsprobleem: leenmannen gaan gebieden ook uitlenen en doorgeven van vader op zoon, dit is natuurlijk niet de bedoeling en zo versnippert het hele land in allemaal kleine machthebbers.  er werd wel een oplossing op bedacht, namelijk geestelijkheden neerzetten, want die kregen toch geen kinderen. Maar hier ontstaat wel het probleem dat geloof en wereldlijke macht in elkaars vaarwater gaan zitten.

Leenstelsel werkt goed zo lang de leenmannen zich als leenmannen gedragen en niet als onafhankelijke vorsten.
Toen hij overleef viel het systeem uit elkaar. Het bleef wel bestaan maar was niet meer zo strak geregeld. 

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week
- Karel de Grote
- Noormannen en Vikingen
- opkomst van het Christendom (Willibrord)

Meer weten? 
Boek: Basiskennis Geschiedenis > H3

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies