Lezen, luisteren, kijken 1.3 en 1.4 kappen

Lezen, luisteren en kijken
1.3 Betrouwbaarheid en bruikbaarheid
1.4 Opbouw en indeling
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen, luisteren en kijken
1.3 Betrouwbaarheid en bruikbaarheid
1.4 Opbouw en indeling

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer bepaal je of een tekst betrouwbaar is?

- Als je een beslissing wilt maken op grond van de informatie.
- Als je zelf iets wilt schrijven of vertellen op grond van de informatie
- Als je na wilt gaan of het verstandig is om informatie te delen. 

Slide 2 - Tekstslide

Hoe controleer je de betrouwbaarheid?
Stel jezelf de volgende vragen:
- Staat de bron goed bekend?
- Is de maker bekend en is diegene deskundig op zijn vakgebied?
- Klopt de informatie nog? (Let op de datum waarop de tekst verschenen is)
- Ziet de tekst er professioneel uit?

Slide 3 - Tekstslide

Bruikbaarheid bepalen
Is de tekst wel bruikbaar voor jou? Let goed op het tekstdoel. 
Bijvoorbeeld:
- een betogende tekst met veel argumenten kan geschikt zijn om zelf een mening te vormen. Wees je wel bewust dat je waarschijnlijk maar één kant van de zaak ziet. 
- een activerende tekst van een opleiding kan je belangrijke informatie geven; wees bewust dat de informatie van één kant wordt bekeken. 
- als je objectieve informatie zoekt, kijk goed of de tekst op feiten is gebaseerd en of de feiten juist zijn. 

Slide 4 - Tekstslide

Tekstdelen
Inleiding --> introductie van het onderwerp, soms word de opbouw van de tekst aangegeven.
Middenstuk of kern --> Verschillende kanten van het onderwerp (deelonderwerpen). Langere teksten hebben vaak een vaste structuur.
Slot --> Laatste beschrijving van een deel van het onderwerp. Verwijzing naar een voorbeeld of anekdote uit het begin van de tekst. Samenvatting of conclusie. 

Slide 5 - Tekstslide

Signaalwoorden
In een goed opgebouwde tekst vind je logische verbanden tussen zinnen en alinea's. 

Signaalwoorden geven verbanden tussen zinnen en alinea's aan. Ze hebben verschillende functies. 

Slide 6 - Tekstslide

Verbanden en signaalwoorden
opsomming                    eerst, vervolgens, ten slotte
tegenstelling                 maar, echter
tijd                                      daarnaast, bovendien, ten eerste
oorzaak – gevolg         doordat, waardoor
toelichting                      bijvoorbeeld, zo, zoals
voorwaarde                    als, indien
vergelijking                     in tegenstelling tot
reden/argument          omdat, daarom
doel-middel                   door middel van, om te
samenvatting                kortom, samengevat, oftewel
conclusie                         dus, derhalve

Slide 7 - Tekstslide

Tekststructuren
vraag-antwoordstructuur
aspectenstructuur
verleden-heden-toekomststructuur
verklaringsstructuur
probleem-oplossingsstructuur
voor- en nadelenstructuur
argumentatiestructuur

Slide 8 - Tekstslide

Samen teksten lezen
We gaan in twee- of drietallen aan de slag met het lezen van teksten. Kijk eerst eens naar de teksten. Hoe zien ze eruit? Herken je de verschillende alinea's? Zie je deelonderwerpen?

Slide 9 - Tekstslide

Tijdens het lezen
Let op het tekstdoel. Markeer de zinnen die je kunt gebruiken om je groepsgenoten een samenvatting te geven over de tekst.

Slide 10 - Tekstslide

Welke moeilijke woorden ben je tegengekomen tijdens het lezen?

Slide 11 - Open vraag

Geef elkaar een korte samenvatting van de tekst die je gelezen hebt. 

Slide 12 - Tekstslide

Welke tekst is het meest betrouwbaar?
Overtuigd dat je geen krullen hebt? Think again.
Influencers probeerden déze haarproducten en zijn razend enthousiast
Een dag in de salon

Slide 13 - Poll

Welk doel heeft de tekst 'Influencers probeerden déze haarproducten en zijn razend enthousiast'? En hoe zou je deze tekst kunnen inzetten in de kapsalon?

Slide 14 - Open vraag

Was de uitleg duidelijk genoeg?
Ja
Nee
Meer uitleg
Te veel uitleg
Top

Slide 15 - Poll