Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
U3L1-2.2
Routine
Toilet & waterfles
Telefoons thuis/kluis
Laptops op tafel opstarten
Boek op tafel
Agenda op tafel
Pen/potlood/markeerstift
Zitten
Startopdracht
Irr. verbs 16-30
1 / 13
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
In deze les zitten
13 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Routine
Toilet & waterfles
Telefoons thuis/kluis
Laptops op tafel opstarten
Boek op tafel
Agenda op tafel
Pen/potlood/markeerstift
Zitten
Startopdracht
Irr. verbs 16-30
Slide 1 - Tekstslide
Check homework U3L2Exercise 10
Grammar "The Future"
Together U3L2 Exercise 6
Individually U3L2 Exercise 7
Taj Mahal
Slide 2 - Tekstslide
India U3L1-2
Slide 3 - Tekstslide
The Future "will/shall
or
Going to"
Regel: To be going to / Will + hele werkwoord
To be goint to + hele werkwoord:
Een vaststaand plan / eerder afgesproken
Voorspelling met concrete aanwijzing
Will/shall + hele werkwoord:
Een wens of een voorspelling zonder concrete aanwijzing
Bij een voorstel of aanbod
Shall
alleen bij een voorstel met I of We
Slide 4 - Tekstslide
Which forms of the verb 'to be' are used in the future tense with 'going to'?
A
is
B
was
C
am
D
are
Slide 5 - Quizvraag
Which future tense form is used for predictions (voorspelling)?
A
will
B
going to
C
shall
Slide 6 - Quizvraag
Which future tense forms are used for offers and suggestions?
A
will
B
going to
C
shall
Slide 7 - Quizvraag
Choose the correct future tense sentence: 'She _______ to the party tonight.'
A
She went to the party tonight.
B
She goes to the party tonight.
C
She will go to the party tonight.
D
She is going to the party tonight.
Slide 8 - Quizvraag
Which sentence uses the future tense correctly: 'I _______ a new car next month.'
A
I buy a new car next month.
B
I am going to buy a new car next month.
C
I bought a new car next month.
D
I will buy a new car next month.
Slide 9 - Quizvraag
Choose the correct future tense sentence: 'He _______ a doctor in the future.'
A
He will be a doctor in the future.
B
He is a doctor in the future.
C
He was a doctor in the future.
D
He is going to be a doctor in the future.
Slide 10 - Quizvraag
Together
U3L2 Exercise 6
Individually
U3L2 Exercise 7 & check
Slide 11 - Tekstslide
The Taj Mahal
Slide 12 - Tekstslide
Study Vocabulary U3L2
Practice grammar "the Future"
Study Irregular Verbs 16-30
Slide 13 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
U3L1-2.2
Oktober 2024
- Les met
13 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
U3L1-2.2
Oktober 2023
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
U3L1-2.1
Oktober 2024
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
U3L1.2
December 2023
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
U3L3.2 Speaking
Oktober 2023
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
U3L3.2 Speaking
23 dagen geleden
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Future tenses
Maart 2022
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Reading G & Grammar 8
Mei 2024
- Les met
38 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2