In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Back to schoollll
Hoe was jullie vakantie?
Slide 1 - Tekstslide
Zintuig
A
Orgaan dat reageer op de invloed van de omgeving
B
Licht, geluid, geur, smaak en aanraking
C
Impulsen
D
elektrische signalen
Slide 2 - Quizvraag
Wat zijn prikkels?
Slide 3 - Open vraag
Uit welke twee delen bestaat de huid?
Slide 4 - Open vraag
Welk deel is de opperhuid
A
paars
B
rood
Slide 5 - Quizvraag
Oren en ogen
Slide 6 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de delen van het oor benoemen met hun functie
Je kunt de bouw en werking van het oog beschrijven
Slide 7 - Tekstslide
De buitenkant van een oor
Gehoorzintuigen
Met je gehoorzintuigen neem je geluid waar
De oorschelp
Vangt de trillingen op
Gehoorgang
De opgavangen trillingen door de oorschelp gaan naar de gehoorgang
Slide 8 - Tekstslide
De binnenkant van een oor
Trommelvlies
Via de gehoorgang komen de geluiden bij het trommelvlies. Het trommelvlies gaat trillen
Oorsmeerkliertjes
In de gehoorgang liggen oorsmeerkliertjes.
Trommelholte
Achter de trommelvlies. hier bevinden zich de drie gehoorbeentjes.
Gehoorbeentjes
Trommelvlies geeft de trillingen door aan de gehoorbeentjes, de gehoorbeentjes geven het door aan het slakkenhuis
Slakkenhuis
In het slakkenhuis liggen zintuigcellen die de trillingen opvangen.
Gehoorzenuw
In de zintuigcellen ontstaan impulsen. De impulsen gaan via de gehoorzenuw naar de hersenen
De buis van eustachius
Verbindt de trommelholte met de keelholte
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
De buitenkant van een oog
Het harde oogvlies
Het witte gedeelte van je oog
Iris
Het gekleurde gedeelte van het oog
Pupil
Het zwarte rondje in de iris
Hoornvlies
Ligt over de iris en pupil en is doorzichtig
Traanklieren
Onder de huid boven de ogen.
Slide 11 - Tekstslide
De binnenkant van een oog
Oogspieren
Zit vast aan de harde oogvlies. De oogspieren draaien de ogen in de richting waar je kijkt
Het glasachtig lichaam
De oogbol is voor een deel gevuld met glasachtig lichaam
De lens
Achter de iris en pupil bevindt zich de lens. De lens zorgt ervoor dat je scherp kunt zien
De wand van een oog
Harde oogvlies
netvlies
vaatvlies
Vaatvlies
Is de middeste laag en bevat veel bloedvaten
Netvlies
De binnenste laag. Hierin liggen de zintuigcellen
Oogzenuw
In de zintuigcellen ontstaan impulsen. Deze impulsen gaan via de oogzenuw naar de hersenen
Gele vlek
In het netvlies recht tegenover het pupil licht de gele vlek. Met de zintuigcellen in de gele vlek kun je het scherpst zien. Als je naar iets kijkt komen de lichtstralen vooral op de gele vlek
Bline vlek
De plaats in het netvlies waar de oogzenuw het oog verlaat heet de blinde vlek. In de blinde vlek liggen geen zintuigcellen.