Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1
In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Thema 8 - Oorlog Crisis - Vrijheid
Wat betekent vrijheid voor jou?
Slide 1 - Tekstslide
Vrijheid, Wat betekent dat voor jou?
Slide 2 - Woordweb
Programma deze les
Doelen
Uitleg opdracht
1e wereldoorlog
Slide 3 - Tekstslide
lesdoelen van deze week
- ik kan uitleggen wat vrijheid voor mij betekent
- ik ken de oorzaken en gevolgen van WOI
- ik ken de oorzaken van WOII
Slide 4 - Tekstslide
Opdracht Thema 8 - MM
Deze opdracht maak je individueel, maar je mag overleggen. Verdeel een groot vel papier in 8 vakjes: 4 op voor- en 4 op achterkant. In deze vakken ga je 5 verplichte en 3 zelfgekozen onderwerpen uit de tijd van Wereldoorlogen verwerken (tekst met hand geschreven, plaatjes plakken, tekenen).
Slide 5 - Tekstslide
Opdracht Thema 8 - MM
Er zijn 5 verplichte onderwerpen:
• 1e wereldoorlog
• oorzaken en begin 2e wereldoorlog
• bevrijding
• Nederlands-Indië wordt Indonesië
• oorlogsvluchtelingen in onze tijd
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht Thema 8 - MM
De onderwerpen van de overige 3 vakjes bedenk je zelf, maar zorg voor een logische tijdsvolgorde.
Wekelijks vertel ik wat over de 5 verplichte onderwerpen maar ook over andere onderwerpen die je zou kunnen gebruiken.
Slide 7 - Tekstslide
Opdracht Thema 8 - MM
Voor informatie mag je:
• In plein M kijken (BKT, THA).
• In de Hoogste Tijd (zie Teams) kijken (THA).
• De docent vragen.
• Op internet kijken.
Ben je klaar?
• Lever het vel in bij je docent
Slide 8 - Tekstslide
De Eerste Wereldoorlog
Slide 9 - Tekstslide
Wat weet je eigenlijk al
over de Eerste Wereldoorlog?
Slide 10 - Woordweb
De Eerste Wereldoorlog
1914-1918
Duitsland,Frankrijk en Engeland
Duitsland voelt zich de sterkste van Europa.
Frankrijk is jaloers en geïrriteerd door Duitsland
Engeland is alleen geïrriteerd door Duitsland
Dit gaat nog net goed totdat in 1914...
Keizer Wilhelm II was de baas in Duitsland en vond dat Duitsland iedereen kon verslaan.
Slide 11 - Tekstslide
De moord op Frans-Ferdinand in 1914
Oostenrijk is een vriend (BFF) van Duitsland.
De prins van Oostenrijk (Frans-Ferdinand) wordt vermoord
Start Eerste Wereldoorlog
Oorlog werd gezien als enige oplossing
Slide 12 - Tekstslide
foto's Sarajevo
Slide 13 - Tekstslide
De loopgraven
De oorlog loopt vast en soldaten gaan zich
ingraven. Dit noem je: Loopgraven
Hoe was dit:
Koud
Gevaarlijk
Doelloos
De oorlog stopt pas
in 1918
Slide 14 - Tekstslide
Einde van de oorlog
Duitsland geeft in 1918 de oorlog op
Te zwak
Amerika
Frankrijk, Engeland en ook Amerika geven een zware straf:
Gebied afstaan
Kleiner leger
Veel geld betalen
En wie komt hier uit gekropen....
Slide 15 - Tekstslide
Wanneer vond de Eerste Wereldoorlog plaats?
A
1910-1914
B
1914-1918
C
1914-1920
D
1940-1945
Slide 16 - Quizvraag
Hoe stond de Eerste Wereldoorlog ook wel bekend?
A
de Loopgravenoorlog
B
De koude oorlog
C
de hete oorlog
D
de grote oorlog
Slide 17 - Quizvraag
Wat zie je op de afbeelding?
Terugkoppeling
A
Gevolg van de Eerste Wereldoorlog
B
Het begin van de Eerste Wereldoorlog
Slide 18 - Quizvraag
De Eerste Wereldoorlog duurde:
A
2 jaar
B
4 jaar
C
20 jaar
D
10 jaar
Slide 19 - Quizvraag
www.npostart.nl
Slide 20 - Link
Het bondgenootschap van de Geallieerden tijdens de Eerste Wereldoorlog bestond uit
A
Rusland, Engeland en Frankrijk.
B
Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië.
C
Duitsland en Rusland
D
Rusland, Frankrijk en Italië
Slide 21 - Quizvraag
Waar werd de vrede na de Eerste Wereldoorlog gesloten?
A
Versailles
B
Amsterdam
C
Londen
D
Berlijn
Slide 22 - Quizvraag
Welke straffen kreeg Duitsland na de Eerste Wereldoorlog?
A
Ze moesten grondgebied inleveren.
B
Ze mochten niet meer naar andere landen reizen.
C
Ze mochten alleen nog maar werken als arbeiders
D
Ze mochten maar een klein leger hebben en moesten betalen voor de schade
Slide 23 - Quizvraag
Nu is het tijd om te werken aan de opdracht.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Hoe kwam Hitler aan de macht?
Slide 26 - Woordweb
Na de 1e wereldoorlog
1929: economische crisis --> Duitsland had crisis+ schulden door Vredesverdrag --> Ze vonden dat ze te hard gestraft werden --> gevolg: onvrede + spanningen liepen op
Slide 27 - Tekstslide
Economische wereldcrisis
1929: economische wereldcrisis
Werkloosheid> geen geld> geen luxe dingen kopen> fabrieken failliet> werkloosheid etc.