2B3 en 2B4 Woordenschat H1

Woordbetekenis vinden
Onderdeel van woordenschat
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Woordbetekenis vinden
Onderdeel van woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van deze les:

  • Weet je wat een woordraadstrategie is
  • Weet je dat er 5 woordraadstrategieën zijn
  • Kan je de woordraadstrategieën toepassen als je de betekenis van een woord niet weet




Slide 2 - Tekstslide

Ik kan een woordbetekenis in een tekst vinden door...

Slide 3 - Open vraag

SYNONIEM

Een synoniem is een woord dat ongeveer hetzelfde betekent 


Soms staat er een synoniem van een onbekend woord in de tekst, je kunt de betekenis van het onbekend woord dan raden

Slide 4 - Tekstslide

Klaas heeft exact hetzelfde boek.

Synoniem voor exact:
A
absoluut
B
precies
C
anders
D
jeans

Slide 5 - Quizvraag

SYNONIEM - voorbeelden


zelfstandig - op zichzelf

chaos - puinhoop

neertellen - betalen

uitgave - editie

Slide 6 - Tekstslide

OMSCHRIJVING

Een omschrijving is een woord of zijn woorden waarmee verteld wordt wat iets is.


Wanneer er in een tekst een omschrijving van een onbekend woord staat, kan de betekenis hieruit gehaald worden.



Slide 7 - Tekstslide

OMSCHRIJVING - voorbeelden


journalist - iemand die informatie verzamelt en openbaar maakt op internet, tv of krant


actueel - alles wat op dit moment belangrijk is

Slide 8 - Tekstslide

VOORBEELD

Voorbeelden worden in teksten soms gebruikt om onbekende woorden uit te leggen.


Door een voorbeeld in een tekst weet je meteen wat de schrijver bedoelt.





Slide 9 - Tekstslide

VOORBEELD - voorbeeld

Voorbeelden zijn te herkennen aan woorden als:

bijvoorbeeld, zo is er...., zoals, denk maar aan, neem, zo.


Vandalisme, zoals het vernielen van bushokjes, is een groot probleem in de stad.



Slide 10 - Tekstslide

TEGENSTELLING

Tegenstelling zijn woorden die het tegenovergestelde betekenen. Soms kun je de betekenis van een onbekend woord raden, omdat de tegenstelling van dat woord in de tekst staat.


Woorden als maar, echter, toch en daarentegen geven aan dat er een tegenstelling wordt genoemd.


Slide 11 - Tekstslide

TEGENSTELLING - voorbeeld


goedkoop - duur

begrijpelijk - onbegrijpelijk

koud - warm

bang - dapper



Slide 12 - Tekstslide

VOORBEELD - voorbeeld

Voorbeelden kunnen ook te herkennen zijn aan

een dubbele punt (:)


Wij houden van buitensporten: varen, wandelen, bergbeklimmen en mountainbiken.

Er worden hier voorbeelden genoemd van buitensporten.



Slide 13 - Tekstslide

TEGENSTELLING

Tegenstelling zijn woorden die het tegenovergestelde betekenen. Soms kun je de betekenis van een onbekend woord raden, omdat de tegenstelling van dat woord in de tekst staat.


Woorden als maar, echter, toch en daarentegen geven aan dat er een tegenstelling wordt genoemd.


Slide 14 - Tekstslide

BEKEND WOORDDEEL

Soms kun je de betekenis van een onbekend woord begrijpen doordat je al een deel van het woord kent.


- samenstellingen

- woorden met voorvoegsel

- woorden met achtervoegsel


Slide 15 - Tekstslide

BEKEND WOORDDEEL - voorbeeld


- Samenstellingen: vleesvervanger. Je kent de woorden vlees en vervanger. Je kunt raden wat vleesvervanger betekent.

- Woorden met voorvoegsel: ongezond. On betekent niet, dus ongezond betekent niet gezond.

- Woorden met achtervoegsel: gevoelloos. -loos is hetzelfde als zonder. Gevoelloos betekent zonder gevoel.


Slide 16 - Tekstslide

Wat is geen manier om een woordbetekenis in de tekst te vinden?
A
Een voorbeeld zoeken
B
Een tegenstelling zoeken
C
De alinea overslaan
D
Zoeken naar een bekend woorddeel

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Ga nu aan de slag met opdracht 8. Lever dit in via de mail.
We hebben geleerd:

om woordbetekenissen te vinden door:

- een synoniem van het woord in de tekst/alinea te vinden.
-een tegenstelling te vinden.
- Een voorbeeld van het woord te vinden.
-Een omschrijving van het woord te vinden.
- Een bekend woorddeel te vinden.


Slide 19 - Tekstslide