5.8 ontstaan Christendom

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Hoe ziet periode 4 eruit?

S.O. H5 Romeinen (5.1/5.3/5.6) 

Proefwerk om te oefenen voor de toetsweek:

H5. Romeinen + Christendom 

Toetsweek periode 4: proefwerk over H6. Middeleeuwen 

5.8 ontstaan Jodendom en Christendom

Leerdoelen

Je kan uitleggen:

• Wat het jodendom is
• Wie Jezus van Nazareth was
• Wat de ideeën van de christenen zijn
• Wat de Bijbel is

Het jodendom

In het Romeinse rijk woonden ook de joden

Zij geloofden dat er maar één god was: Jaweh

Ze dachten dat ze uitverkoren waren (het volk van god)

God zou de joden een grote staat geven

Joden woonden in de provincie Palestina, ook wel genoemd Judea (hier komt ook de naam "jood" vandaan)

Hoe reageerden de Romeinen op andere godsdiensten? 

Jodendom

Christendom

De verlosser

De joden geloofden dus dat ze een staat van god kregen

Maar joden werden constant door anderen overheerst

Ze geloofden dat een verlosser hen hiervan zou bevrijden

Velen dachten dat Jezus van Nazareth deze verlosser was

De Bijbel

Het christendom staat beschreven in de Bijbel

Het bestaat uit twee delen

Het Nieuwe Testament

Het verhaal over het leven van Jezus (evangeliën)

Verhalen over de belangrijkste volgelingen van Jezus (apostelen)

Het Oude Testament

Het heilige boek van de joden

Jezus praatte over gelijkheid en hoop op een fijn leven na de dood. 

Wat voor soort mensen zouden vooral geluisterd hebben naar Jezus?

Een kruisiging

De kruisiging

Een kleine misdadiger werd vastgemaakt met touw, maar Jezus met spijkers door zijn handen en voeten

Het probleem met een kruisiging is dat je moet kiezen tussen 2 opties:

- Je laat jezelf hangen, maar kan niet ademen

- Je trekt jezelf omhoog om te ademen, maar zet heel veel druk op je handen en voeten

Om Jezus belachelijk te maken zetten ze een bordje boven het kruis. Er stond "Jezus, de koning van de joden". Ook kreeg hij een kroon van doornen.

Voordat de spijkers erin werden geslagen werd Jezus wijn met kruiden aangeboden als verdoving. Deze sloeg hij af.

Je werd expres op een schuin stukje hout gezet zodat je nooit echt kon steunen, maar altijd weggleed.

Aan de slag 

Maak een begrippenlijst van de blauwgedrukte woorden uit paragraaf 5.8 

(ongeveer 1 zin per begrip, je kunt dit uit de tekst halen)