Aan het eind van deze les...
- weet je wat zelfstandig naamwoorden, bijvoeglijk naamwoorden en werkwoorden zijn.
- kun je de woordsoorten ZN, BN en WW herkennen en uitleggen wat de kenmerken zijn.
- kun je de regels voor het schrijven van het BVN toepassen.
- kun je zelfstandig de woordsoorten WW, ZN en BN in tekst benoemen.