8.3 deel 2

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 8.3 deel 2
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 8.3 deel 2
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek van M&M en open deze op blz 147.

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel
Aan het einde van de les:
- kun je uitleggen hoe de rechtspraak in een rechtbank werkt
- begrijp je het verschil tussen drie verschillende soorten recht



Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht opdracht 8 t/m 14 op bladzijde 147 t/m 149. 
-

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Lars, Daan, Philip, Vince 

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Jules, Angelo

Slide 4 - Tekstslide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Tekstslide

Juist
Onjuist
Te laat komen op school is een strafbaar feit
Het verkopen van harddrugs is een strafbaar feit
Rechten en plichten van burgers zijn in wetten vastgelegd
De officier van justitie probeert de onschuld van de verdachte te bewijzen

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is gedogen?
A
Een strafbaar feit straffen
B
Een dader voor de rechter brengen
C
Gedogen is hetzelfde als een misdrijf
D
Een strafbaar feit niet bestraffen

Slide 7 - Quizvraag

Juist
Onjuist
De advocaat bepaalt de straf van de verdachte
De politie werkt met de rechter samen
Gedogen is niets doen tegen een strafbaar feit
Inwoners van een land noemen we burgers

Slide 8 - Sleepvraag

Wie maakt wat?
Had je alle vragen van de mini-check goed?
Dan mag je zelfstandig aan de slag met opdracht 8 t/m 14 op bladzijde 147 t/m 149

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

De rechtbank, welke mensen zijn hier aanwezig?

Slide 11 - Tekstslide

Hoe verloopt de rechtszaak?

  1. De rechter controleert de persoonlijke gegevens van de verdachte

  2. De officier van justitie leest de aanklacht voor

  3. De rechter, de advocaat en de officier van justitie stellen de verdachte vragen

  4. De getuige wordt opgeroepen


5. De officier van justitie vertelt waarom hij vind dat de verdachte schuldig is

6. De advocaat krijgt het woord

7. De verdachte mag nog iets zeggen

8. De rechter denk na over alles en geeft uiteindelijk het vonnis (en de eventuele straf)

Slide 12 - Tekstslide

Rechter
Advocaat
Verdachte
Journalist
Publiek

Slide 13 - Sleepvraag

Rechtbank
Officier van justitie
Rechter
verdachte
advocaat
Gebouw waar recht wordt gesproken 
Probeert de schuld van de verdachte te bewijzen
Hij/Zij stelt de schuld of onschuld van de verdachte vast
Iemand van wie wordt gedacht dat hij iets strafbaars heeft gedaan.

Hij/Zij probeert de onschuld van de verdachte te bewijzen. 

Slide 14 - Sleepvraag

Soorten rechtsuitspraken

Het strafrecht bepaalt wat er gebeurt met iemand die een straf begaat. 
Strafrecht is de vorm van rechtspraak. 
De rechtszaak gaat dan tussen een verdachte en de staat. 

Burgers en allerlei organisaties kunnen ook rechtszaken tegen elkaar beginnen. Dat heet burgerlijk recht.
Dit geldt bijvoorbeeld bij scheidingen, ruzies in het verkeer en garanties op producten.


Er is ook nog het bestuursrecht. Dat geldt als bedrijven of burgers een zaak tegen de rijksoverheid beginnen. 
Dat kan bijvoorbeeld als ze het niet eens zijn met de aanleg van een nieuwe weg of met bepaalde belastingregels. 

Speciaal voor het bestuursrecht is er een nationale ombudsman: een onafhankelijke en onpartijdige instantie die klachten behandelt over rijksoverheidsinstanties. 

Slide 15 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lars, Daan, Philip, Vince jullie maken zelfstandig opdracht 8 t/m 14 op bladzijde 147 t/m 149

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Jules, Angelo of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 11 + 14.

Slide 16 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht 8 t/m 14 op bladzijde 147 t/m 149


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna maak je de verdiepingsopdracht op blz 151.
Helemaal klaar? Dan mag je even op de IPad.

timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 


- kun je uitleggen hoe de rechtspraak in een rechtbank werkt?
- begrijp je het verschil tussen drie verschillende soorten recht?

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
Donderdag 13 juni
8.3 opdracht 8 t/m 14

Toetsen LJ1: 

Slide 19 - Tekstslide