Prinsjesdag

PRINSJESDAG
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, k, mavo, havoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

PRINSJESDAG

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prinsjesdag

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze les
1-Je kan de belangrijkste personen/rollen benoemen van Prinsjesdag.
2-Je kan de belangrijkste tradities benoemen van Prinsjesdag.
3-Je kan uitleggen wat de Rijksbegroting en Miljoenennota is.
4-Je kan uitleggen hoe jij het geld zou verdelen en waarom.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bekijk de video

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wanneer is het Prinsjesdag?
A
De eerste dinsdag van september.
B
De tweede dinsdag van september.
C
De derde dinsdag van september.
D
Dat is ieder jaar anders.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Waarmee begint de troonrede ieder jaar?
A
Geachte aanwezigen ...
B
Yo beste matties ...
C
Hooggeëerd publiek ...
D
Leden van de Staten Generaal ...

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat wordt er op Prinsjesdag bekend gemaakt?
A
De nieuwe plannen voor het komende jaar.
B
Hoeveel geld de overheid het afgelopen jaar heeft uitgegeven.
C
Wie de mooiste hoed op heeft.
D
Welke belangrijke mensen er in de Ridderzaal zitten.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat staat er in de miljoenennota?
A
Hoeveel geld er dit jaar binnenkomt en hoeveel geld er wordt uitgegeven: de begroting.
B
Waaraan het geld wordt uitgegeven: een toelichting op de begroting.
C
Antwoord A en B zijn allebei goed.
D
Antwoord A en B zijn allebei niet goed.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoe ziet het Binnenhof eruit?
A
B
C
D

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar vind je het Binnenhof in Nederland?
Sleep het vlaggetje naar de goede plek en klik op controleren.
controleren

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Waar leest de koning de troonrede voor?
A
In de Ridderzaal.
B
In de Koningszaal.
C
In Paleis Noordeinde.
D
Op het balkon.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is waar?
Er zijn meerdere antwoorden goed.
A
De Ridderzaal is een zaal op het Binnenhof.
B
Koningin Maxima leest de troonrede voor.
C
De koning brengt het koffertje naar de Tweede Kamer.
D
Prinsjesdag is op de derde dinsdag van September.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feitje van de dag


Sinds wanneer bestaat Prinsjesdag?
timer
0:15

Slide 13 - Tekstslide

Prinsjesdag is de dag waarop de Koning(in) naar het parlement komt om de Troonrede voor te lezen. Dat gebeurde voor het eerst op 2 mei 1814. De Troonrede werd aanvankelijk uitgesproken ter gelegenheid van de opening van de zitting (vergaderperiode) van de Staten-Generaal. Gewone zittingen begonnen in het najaar en daarnaast kende men buitengewone zitting, die - bijvoorbeeld na verkiezingen - op een ander tijdstip begonnen. Na de Grondwetsherziening van 1983 begint op Prinsjesdag (de derde dinsdag in september) het nieuwe parlementaire jaar.
Belangrijkste personen Prinsjesdag
Minister-President
Koning
Minister van Financien
Tweede Kamerleden
Ministers

Wat zijn hun rollen? 
timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

https://www.parlement.com/id/vh8lnhrogvuq/prinsjesdag

koning op die dag in de Glazen Koets naar het Binnenhof en leest in de Ridderzaal de troonrede voor.

Later op de dag gaat de minister van Financiën naar de Tweede Kamer. Daar overhandigt hij aan de voorzitter van de Tweede Kamer de Miljoenennota en de Rijksbegroting voor het volgend jaar. Daarin staat hoe de regering aan het geld denkt te komen om de voorgenomen plannen uit te voeren en hoeveel geld voor elk plan beschikbaar is.

De Tweede Kamer bespreekt in de algemene politieke beschouwingen de plannen. De premier verdedigt die dan.

Tradities
Welke tradities zijn er op Prinsjesdag?

Wat vind je van deze tradities?

Rijksbegroting

-Inkomsten en uitgaven per ministerie.
-Wordt door elke minister stukje geschreven en samengevoegd.


Miljoenennota

-Inkomsten en uitgaven voor heel Nederland.
-Plannen van het kabinet voor komende jaar.
-Hoe staat Nederland ervoor?
-Wordt samengesteld onder verantwoordelijkheid van de minister van Financien.

Slide 16 - Tekstslide

De Rijksbegroting bestaat uit de begrotingsvoorstellen van alle ministeries. In de Rijksbegroting staat hoeveel geld elk ministerie krijgt en welke uitgaven zij het komende jaar verwachten.

In de Miljoenennota staan de verwachte ontwikkelingen, belangrijkste plannen en keuzes van het kabinet voor het komende jaar. De Miljoenennota beschrijft wat die plannen kosten en geeft de financiële- en economische situatie van Nederland weer. 
Wat zijn de algemene beschouwingen?
A
bespreken de fractieleiders van de politieke partijen in de Kamer de hoofdlijnen van de miljoenennota en de rijksbegroting.
B
Afspraken over wat elke minister afzonderlijk aan geld mag besteden in zijn werkgebied.
C
Met elkaar bespreken welke partij het meest te zeggen krijgt in het komende jaar.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verdeel het zelf.
Je moet 50 miljoen verdelen onder de volgende onderwerpen:
-zorg
-onderwijs
-milieu
-defensie
-minimumlonen
-innovatie en ontwikkeling

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:00
In de politiek mag stevige taal gebruikt worden!
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen gehaald?

1-Je kan de belangrijkste personen/rollen benoemen van Prinsjesdag.
2-Je kan de belangrijkste tradities benoemen van Prinsjesdag.
3-Je kan uitleggen wat de Rijksbegroting en Miljoenennota is.
4-Je kan uitleggen hoe jij het geld zou verdelen en waarom.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feiten en meningen in nieuws

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Trump en nepnieuws...

Slide 25 - Tekstslide

Belangrijkste punten
-Feiten kan je controleren, meningen niet.
-Kijk naar de bron die feiten geeft. Is die nog betrouwbaar?
-Een mening die jou niet aanstaat is niet meteen fout of onwaar.
-Meningen zijn er altijd en overal, zelfs soms zonder feiten.

Voorbeelden uit dagelijks leven?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

02:04
Is nieuws altijd betrouwbaar? Waarom wel of niet?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies