Verzorgingsgebied, stadsmodellen 2.5 -2.6

Bevolking en ruimte
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bevolking en ruimte

Slide 1 - Tekstslide

Burgess stadsmodel:
concentrisch model, de geplande stad in Amerika



Hoyt stadsmodel:
ontstaan in Europa van een stad

Slide 2 - Tekstslide

European city model
(Hoyte)
American City
(Burgess)

Slide 3 - Tekstslide

MEERKERNEN GROEIMODEL
De groei van een stedelijk gebied vanuit meerdere steden.
--
Je kan het verschil tussen het concentrisch- en meerkernen groeimodel beschrijven.

Slide 4 - Tekstslide

Meerkernen groeimodel
De groei van stedelijk gebied vanuit meerder steden
Iedere stad heeft een eigen specialisatie:
  • Amsterdam
  • Den Haag
  • Utrecht
  • Rotterdam

Slide 5 - Tekstslide

Stedelijk gebied de Randstad
Suburbanisatie → stedelijk gebied de Randstad.

De Randstad bestaat uit meerdere steden. 
Groei Randstad = meerkernen groeimodel.

Slide 6 - Tekstslide

Stedelijke groeimodellen
  • Concentrisch = rond 1 centrum (Delft)
  • Meerkernen = agglomeraties (Rotterdam)

Slide 7 - Tekstslide

Verzorgingsgebied
Drempelwaarde
Reikwijdte

Slide 8 - Sleepvraag

Verzorgingsgebied, reikwijdte en drempelwaarde 

Slide 9 - Tekstslide

Drempelwaarde
Drempelwaarde: Het minimum aantal klanten dat een voorziening nodig heeft om te kunnen bestaan.

Slide 10 - Tekstslide



Welke uitspraken zijn juist?
A
Een supermarkt heeft een hoge drempelwaarde
B
De drempelwaarde van een tandarts is hoger dan een huisarts
C
In een rijke buurt is de drempelwaarde voor een juwelier lager dan in een arme buurt.
D
Een juwelier heeft altijd een hoge drempelwaarde, ongeacht de buurt.

Slide 11 - Quizvraag

De H&M heeft een grotere drempelwaarde dan het UMCG.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Welke voorzieningen kunnen de drempelwaarde in een dorp wel halen?
A
bakker
B
ziekenhuis
C
juwelier
D
frietzaak

Slide 13 - Quizvraag

Reikwijdte: afstand die klanten willen afleggen voor een bepaald product/winkel.

Slide 14 - Tekstslide

Waar is de reikwijdte van voorzieningen het grootst?
A
Amsterdam
B
Vlieland
C
De Achterhoek
D
Oud-Bergentheim

Slide 15 - Quizvraag

De reikwijdte van een bioscoop is kleiner dan die van een bakker
A
Waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag