Les 2. H2 & H3

Inleiding financiële dienstverlening
Les 2. Hoofdstuk 2 & hoofdstuk 3
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Inleiding financiële dienstverlening
Les 2. Hoofdstuk 2 & hoofdstuk 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk Wft diploma heb je nodig om te mogen adviseren over hypotheken?
A
Wft basis
B
Wft basis + hypothecair krediet
C
Wft hypothecair krediet
D
Wft basis + hypothecair krediet + vermogen

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

HERHALING hoofdstuk 1

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informeren
Adviseren
'Deze spaarrekening past bij uw spaarmotief' 
'U kunt de rente van deze hypotheek oversluiten als u een andere woning koopt'
'U kunt het beste een opstalverzekering afsluiten bij aankoop van een nieuwe woning'
'U kunt de hypotheek in uw eentje niet betalen, u kunt daarom beter een overlijdensrisico-
verzekering afsluiten

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

HERHALING hoofdstuk 1
Informeren
In algemene bewoordingen uitleg geven over producten

Adviseren
Een aanbeveling doen, waarbij je een specifiek product bij een specifieke klant aanbeveelt 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de beloning voor de productiefactor 'ondernemerschap'?
A
Loon
B
Winst
C
Pacht
D
Rente

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

HERHALING hoofdstuk 1

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H2. Betalen en sparen
Lesdoelen
- Je kent verschillende soorten geld 
- Je kent de verschillende functies van banken en kunt deze uitleggen  
- Je bent bekend met verschillende vormen van betalen & sparen en kunt deze toelichten 
- Je bent bekend met verschillende spaarmotieven en kunt hier producten aan koppelen 
- Je bent bekend met verschillende vormen van beleggen en de risico's hiervan 
- Je kent de verschillende kenmerken van beleggingsproducten en kunt deze koppelen aan een praktijkcasus  

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten geld
Chartaal geld
 

Giraal geld


Elektronisch geld

Bestaat uit munten en bankbiljetten
Het geld dat op onze betaalrekeningen bij banken staat
Geld dat elektronisch beschikbaar is (ov-kaart, tegoedbon, etc.)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Functies van banken
De functies van banken zijn op te delen in drie categorieën 
- De transformatiefunctie
- De bemiddelingsfunctie
- Het verzorgen van het betalingsverkeer  

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De transformatiefunctie
Transformeren naar bedrag
- 20 klanten storten €10.000 op een spaarrekening. Eén klant krijgt een hypotheek van €200.000

Transformeren naar looptijd
- Het spaargeld kan ik direct opnemen. De hypotheek loopt 30 jaar 

Transformeren naar risico
- De bank loopt het risico dat de hypotheekklant 'ons' spaargeld niet terugbetaald 

Transformeren naar plaats
- Spaargeld uit Rotterdam, wordt gebruikt voor een financiering in Eindhoven

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies van banken
Bemiddelingsfunctie
Banken brengen consumenten en aanbieders bij elkaar (bijv. Interpolis) 

Het verzorgen van het betalingsverkeer 
Banken zorgen voor een betrouwbaar (wereldwijd) betalingssysteem 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betalen
Betaalopdracht op initiatief van de klant  
De klant doet zelfstandig een eenmalige betaalopdracht invoeren/uitvoeren 

Periodieke overboeking
De klant zet zelfstandig een betaalopdracht klaar die vaker dan één keer wordt uitgevoerd  

Automatische incasso 
De klant geeft toestemming aan een ander om eenmalig, of vaker een bedrag van zijn rekening af te schrijven (de afschrijving kan altijd nog gestorneerd worden) 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De betaalrekening
En/of rekening 
Iedere rekeninghouder kan zelfstandig geld opnemen 

En/en rekening
Beide rekeninghouders moeten toestemming geven voor het opnemen van het geld 

Toetsen voor het openen van een rekening
- VIS-toets: achterhalen het legitimatiebewijs is gesloten of als vermist staat opgegeven 
- EVA-toets: achterhalen of de klant als fraudeur staat aangemerkt 
- BKR-toets: overzicht van al bestaande leningen en schulden 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sparen
'Sparen is het niet uitgeven van geld dat je hebt gekregen of verdiend'. 

Spaarmotieven
- Zekerheidsmotief: je wilt geld op je rekening hebben voor het geval je dat dringend nodig hebt (bijv. als de vaatwasser kapot gaat) 
- Doelmotief: je wilt sparen voor een specifiek doel (horloge, auto, etc.) 
- Vermogensmotief: je wilt vermogen opbouwen voor later (bijv. eerder stoppen met werken) 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De spaarrekening
Internetspaarrekening
De standaard online spaarrekening waar je altijd over kunt beschikken (lage rente)  

Spaardepositorekening  
Een spaarrekening waarbij je het geld voor een op voorhand afgesproken tijd vastzet (hogere rente)  

Bankspaarrekening 
Bijzondere spaarrekening waar je geld op stort dat bedoeld is voor na pensionering (fiscale voordelen) 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijzondere manier van betalen: afterpay
Stap 1. Maak groepjes van twee of drie personen 
Stap 2. Zoek online op wat afterpay precies inhoudt 
Stap 3. Zoek online naar de gevaren van afterpay 
Stap 4. Maak een digitale poster (via Canva of Word) waarin je andere waarschuwt voor de gevaren van afterpay 
Stap 5. Zorg ervoor dat ieder groepslid individueel iets over de poster kan vertellen  

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beleggen
Soorten beleggingen
- Aandelen
- Obligaties
- Vastgoed
- Overige beleggingen 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Jouw eerste indruk: is beleggen iets voor jou? Motiveer het antwoord

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aandelen
Kenmerken
- Eigendomsbewijs: je koopt een stukje van het bedrijf
- Koerswinst: de waarde van het aandeel schommelt
- Dividend: delen van de winst met aandeelhouders 
 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Obligaties
Kenmerken
- Schuldbewijs: je leent je geld uit aan een bedrijf of overheid  
- Koerswinst: de waarde van de obligatie schommelt
- Couponrente: de vaste vergoeding die je ontvangt voor het uitlenen van het geld

 

Slide 23 - Tekstslide

Uitleg over:
- Waarde obligatie bij renteverandering
- Hogere rente = hoger risico 
Vastgoed
Kenmerken
- Eigendom: je koopt een pand en verhuurt dit  
- Huur: de vergoeding die je ontvangt van degene die jouw pand huurt 
- Onderhoudskosten: de kosten die je maakt voor onderhoud aan het pand
- Verkoopresultaat: de waarde van de woning schommelt  
 

Slide 24 - Tekstslide

Hoog risico: 
- Huizenprijzen zijn onvoorspelbaar
- Vaak lastig om snel te verkopen 
- Afhankelijk van wet- en regelgeving (omtrent huur) 
- Geen spreiding mogelijk 
Laag risico
Hoog risico
Gemiddeld risico
Aandelen
Obligaties
Vastgoed 

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Overige beleggingen
Voorbeelden
- Goud
- Whiskey
- Wijn 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welk spaarmotief past NIET bij beleggen?
A
Zekerheidsmotief
B
Doelmotief
C
Vermogensmotief

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke soort belegging zal je als belegger de hoogste vergoeding willen hebben?
A
Aandelen
B
Obligaties
C
Vastgoed

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is jouw mening over beleggen na de uitleg veranderd? Motiveer het antwoord

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Disclaimer
Algemene opmerkingen
- Rendement staat altijd gelijk aan risico 
- Beleggen zonder voldoende kennis of strategie staat gelijk aan gokken 
- Crypto is geen beleggen, maar speculatief handelen 
- Voldoende spreiding is de basis voor iedere beleggingsportefeuille 
- Beleg alleen met geld dat je kan missen
- Kijk als beginnende belegger eerst eens naar ETF's en/of indexbeleggen (tip, geen advies ;-) ) 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H3. Kredieten
Lesdoelen
- Je kent verschillende soorten kredieten en hun kenmerken
- Je weet wat de voorwaarden zijn om een krediet af te sluiten
- Je kunt verschillende vormen van zekerheidsstelling benoemen en toelichten 
- Je kent verschillende vormen van aflossen en hun kenmerken
- Je bent bekend met de basisregels van hypotheekrenteaftrek
- Je bent bekend met de opbouw van een hypotheekberekening en kunt verschillende onderdelen hiervan toelichten 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kredieten
Leencapaciteit
Het bedrag dat gebruikt mag worden om een lening mee af te sluiten 
basisnorm + (opslagpercentage x (inkomen -/- minimuminkomen))

Toestemmingsvereiste, bij 
- Verkopen, verhuren, of verzwaren van de woning 
- Borg of garant worden 
- Schulden aangaan 
- Giften doen 

Slide 33 - Tekstslide

Benoemen dat de leencapaciteit niet berekend hoeft te worden. Deze is gegeven als je er een vraag over krijgt. 

Tevens wijzen op extra begrippen op pagina 53 van het boek. Deze kennen! 
Soorten kredieten
Consumptief krediet
Een lening voor consumptieve doeleinde, vaak verstrekt zonder onderpand 

Hypothecair krediet
Een lening voor de aankoop van een registergoed, altijd verstrekt met onderpand 

Overige kredieten
Kopen op afbetaling, huurkoop, rekening-courantkrediet, creditcard 
  

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Consumptief krediet
'Bestaat uit alle soorten leningen die aan een particulier worden verstrekt voor consumptieve doelen.'

Voorwaarden voor het afsluiten van een krediet
- Voldoende inkomen
- Sprake van wilsovereenstemming
- Handelingsbekwaam + handelingsbevoegd
- Sprake van een geoorloofde zaak 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Consumptief krediet
Aflopend krediet
- De kredietsom wordt op de rekening gestort  
- Afgesproken vaste looptijd
- Op het einde van de looptijd volledig afgelost
- Rentepercentage staat vast
- Afgeloste bedragen kunnen niet opnieuw opgenomen worden 
- Vervroegd aflossen is toegestaan, maar mogelijk met een boete 
 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Consumptief krediet
Doorlopend krediet
- Tot een overeengekomen limiet kun je geld opnemen
- Afgeloste bedragen mogen opnieuw worden opgenomen*  
- Je mag onbeperkt aflossen zonder extra kosten  
- Je betaalt alleen rente over het opgenomen bedrag 
- De rente is variabel 

Vast doorlopend krediet: vast percentage van het limiet
Variabel doorlopend krediet: vast percentage van het opgenomen bedrag  

*door aangescherpte wetgeving geldt dit alleen nog maar voor de eerste twee jaar 
 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Borg of garant staan
Borg
- Persoon die aangesproken kan worden bij wanbetaling van de schuldenaar 
- De borg kan pas worden aangesproken na meerdere herinneringen
- De borg krijgt een vordering op de schuldenaar 

Garant
- Persoon die aangesproken kan worden bij wanbetaling van de schuldenaar 
- De garant kan direct worden aangesproken 
- De garant heeft geen vordering op de schuldenaar  
 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overige kredieten
Koop op afbetaling
Koopprijs wordt in delen betaald, maar je bent direct eigenaar van het goed 

Huurkoop
Koopprijs wordt in delen betaald, maar je wordt pas eigenaar van het goed na de laatste betaling

Rekening-courantkrediet
Je kunt op je betaalrekening tot een bepaald maximum in de min, oftewel 'rood staan' 

Creditcard
Kaart met een limiet waarmee je kunt betalen, je betaalt (vaak) op het einde van de maand terug 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: aflossen
Stap 1. Maak tweetallen
Stap 2. Verdeel de opdracht: één student doet annuïtair aflossen en de ander lineair aflossen
Stap 3. Zoek op internet op hoe deze vorm van aflossen precies werkt
Stap 4. Open Word en schrijf in steekwoorden op hoe je deze vorm van aflossen aan een klant uit zou leggen (TIP: benoem hierbij de kenmerken van de aflossing en voeg een illustratie toe aan je uitleg, dat praat makkelijker)

 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: aflossen
Stap 5. Leg aan elkaar uit hoe jouw onderzochte vorm van aflossen werkt 
Stap 6. Voeg jullie Word documenten samen en ga samen opzoek naar de verschillen tussen annuïtair en lineair aflossen
Stap 7. Noteer de gevonden verschillen in het Word document   
Stap 8. Schrijf van beide vormen van aflossen minimaal twee voordelen op

 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aflossen van een krediet/lening

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypotheek
Recht van hypotheek
Recht om het onderpand te mogen verkopen   

Makelaar/adviseur/geldverstrekker/taxateur/notaris
Betrokken partijen bij een hypotheekaanvraag 

Lening
Het bedrag dat je leent (hier betaal je rente en soms aflossing over) 

Verzekeringen
Overlijdensrisicoverzekering en woonlastenverzekering 


Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypotheekrenteaftrek
Voorwaarden (sinds 1 januari 2013) 
- De lening wordt gebruikt voor aankoop van een eigen woning, of voor verbouwing of onderhoud daarvan 
- De lening wordt minimaal annuïtair of lineair afgelost in een periode van maximaal 30 jaar   

Afwijkingen van voor 2013  
- Ook andere vormen van aflossen zijn toegestaan (aflossingsvrij, bankspaar, etc.)  


Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypotheek: in de praktijk
Stap 1. Ga naar rabobank.nl/hypotheek en klik op 'Bereken je hypotheek'
Stap 2. Klik op de oranje button 'Reken verder' 
Stap 3. Tel 7 jaar bij jouw eigen leeftijd op en vul de gewenste situatie in (wel/geen partner) 
Stap 4. Lees de verschillende pagina's goed door en klik verder op onderwerpen die je interessant lijken
Stap 5. Kies bij het invullen van het salaris voor de blauwe knop 'Berekenen' en ga daar het salaris berekenen 
Stap 6. Noteer op een kladblaadje of in Word welke zaken jou opvallen. Waar vraagt de bank bijvoorbeeld allemaal om? 
Stap 7. Doorloop de rest van de tool en klik steeds op de uitleg buttons die bij de vragen staan
Stap 8. Noteer iedere keer wat jou opvalt bij het invullen van de tool  


Slide 45 - Tekstslide

Laat voor de berekening eerst de volgende link zien:
https://opleiding.com/opleiding/mbo-opleiding-legal-insurance-hr-services-specialist/ 

Hier staat het salaris waar ze mee kunnen gaan rekenen. 

Tevens bij nabespreking risico's van hypotheek benoemen (verliezen baan, ziek worden, overlijden, daling waarde woning, etc.)  

Benadruk dat het er niet om gaat om in 1 minuut een berekening te maken, maar om iets van de opbouw van de hypotheek te leren.