Northern Ireland - Unit 4 Start klas 2 v2
1 / 21
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
England
Scotland
Wales
Northern-
Ireland
Ireland
Slide 4 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Northern Ireland and the Republic of Ireland have the same currency (money)
A
True
B
False
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
You can drive to Northern Ireland from Scotland.
A
True
B
False
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Most people in Northern Ireland speak English.
A
True
B
False
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
The capital city of Northern Ireland is Dublin.
A
True
B
False
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
What were The Troubles?
A conflict...
A conflict...
A
... between Scotland and Ireland
B
... within Ireland
C
... between France and England
D
... between Northern Ireland and Scotland
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
How many years did it take for 'the troubles' to end?
A
3 years
B
30 years
C
10 years
D
11 months
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
What was the conflict about?
A
Religion: protestant vs catholic
B
Politics: whether to stay in the UK or not
C
Both, people who wanted to stay in the UK were mostly Protestant.
D
Neither, it was about the working conditions of mine workers.
Slide 11 - Quizvraag
Unionists, who were mostly Ulster Protestants, wanted Northern Ireland to remain within the United Kingdom. Irish nationalists, who were mostly Irish Catholics, wanted Northern Ireland to leave the United Kingdom and join a united Ireland.
Which country doesn't belong to the United Kingdom?
A
England
B
Ireland
C
Northern Ireland
D
Wales
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Which country for which capital?
Edinburgh
Belfast
Cardiff
London
England
Wales
Scotland
Northern Ireland
Slide 13 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
When do you use the present perfect?
Slide 15 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
What is de 'rule' for the present perfect?
A
have / has + volt dw
B
had + Past participle (voltooid deelwoord)
C
have / has + ing form
D
had + ing form
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
The past participle (voltooid deelwoord) ends in -ed for regular verbs. For irregular verbs it is the .....row of the irregular verb list.
A
First
B
Second
C
Third
D
Fourth
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
How do you turn this sentence into a question?
"They have done their work."
"They have done their work."
Slide 18 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
How do you turn this sentence into a negation (ontkenning)?
"She has written a song for Beyonce."
"She has written a song for Beyonce."
Slide 19 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
I understand how and when to use the present perfect....
A
:)
B
:l
C
:(
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
