All Right Unit 3 Lesson 2: Active and Passive-2

Passives
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Passives

Slide 1 - Tekstslide

Wat waren ook al weer Passives?
Geen idee
Ik heb dit verdrongen
Ja, ik weet het nog wel. Maar niet hoe ik ze moet maken.
Ja, dit moet ik nog wel kunnen.
Easy peasy, lemon sqeeuzy.

Slide 2 - Poll

Inhoud
Wat is een passive?
Hoe maak/herken je die ook alweer?
Waar moet ik ook alweer op letten?

Slide 3 - Tekstslide

Een passive is een zin waarin het onderwerp...
A
iets doet
B
iets ondergaat, iets aangedaan wordt

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een passive?
Actief - Onderwerp doet iets
The teacher teaches the class online. 

Passief - Onderwerp ondergaat iets
The class is taught online by the teacher. 

Slide 5 - Tekstslide

Om een passive te maken heb ik altijd een vorm van het werkwoord ........ nodig.
A
to will
B
to can
C
to be
D
to have

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een correcte Passive?
A
The class transforms
B
The class has transformed
C
The class is transforming
D
The class is transformed

Slide 7 - Quizvraag

Hoe maak/herken je een passive?
- In een passive staan altijd een vorm van to be én een voltooid deelwoord. 
The class is taught online by the teacher. 


Slide 8 - Tekstslide

Noem alle vormen van het werkwoord 'to be'! 

Slide 9 - Tekstslide

Hoe ziet een voltooid deelwoord er normaliter uit?

Slide 10 - Tekstslide

Hoe maak/herken je een passive?
- In een passive staan altijd een vorm van to be én een voltooid deelwoord. 
The class is taught online by the teacher. 
The class was taught online by the teacher.
The class is being taught online by the teacher.
The class has been taught online by the teacher. 


Slide 11 - Tekstslide

Hoe weet je nou welke vorm van 'to be' je moet gebruiken in je Passive?
A
Dat ligt aan het hoofdwerkwoord in de zin
B
Dat ligt aan de tijd waarin de actieve zin staat.
C
Dat ligt aan de hoeveelheid werkwoorden in actieve zin.
D
Dat ligt aan het onderwerp van de zin.

Slide 12 - Quizvraag

Waar moet je op letten?
1. Wanneer je een Passive maakt moet je goed letten op de tijd van de actieve zin. 
 - Joey loves fruit 
 - Joey loved fruit

Slide 13 - Tekstslide

Waar moet je op letten?
2. Zet het lijdend voorwerp vooraan in de zin.
 - Joey loves fruit - Tegenwoordige tijd

 - Joey loved fruit - Verleden tijd

Slide 14 - Tekstslide

Waar moet je op letten?
3. Voeg een vorm van het werkwoord 'To Be', in de juiste tijd, toe aan de zin.
 - Joey loves fruit - Tegenwoordige tijd
Fruit 

 - Joey loved fruit - Verleden tijd
Fruit 

Slide 15 - Tekstslide

Waar moet je op letten?
4. Voeg een vorm het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord toe.
 - Joey loves fruit - Tegenwoordige tijd
Fruit is 

 - Joey loved fruit - Verleden tijd
Fruit was

Slide 16 - Tekstslide

Wat zouden we nu nog kunnen toevoegen?
 - Joey loves fruit - Tegenwoordige tijd
Fruit is loved

 - Joey loved fruit - Verleden tijd
Fruit was loved

Slide 17 - Tekstslide

Wat gebeurt er met alle werkwoorden uit de actieve zin wanneer je een passive maakt?
A
Die neem je altijd allemaal over
B
Sommige werkwoorden kun je weglaten in je passive
C
Alleen hulpwerkwoorden kun je laten vallen.

Slide 18 - Quizvraag

Voorbeelden Passives
Nick is drawing conclusions
 - Conclusions are being drawn by Nick
She has already reported theft
- A theft has already been reported by her. 
The detective is going to solve this crime
- This crime is going to be solved by the detective. 

Slide 19 - Tekstslide

Passive
Active
Flowers have been watered
I am watering the plants
Classes are being taught by Miss Flier
The thieves are stealing the money
He has phoned his friends

Slide 20 - Sleepvraag

Doelen.
Waar moet je op letten bij het maken van een Passive?

Wat voor soort woorden staan er altijd in een Passive? 

Slide 21 - Tekstslide