Hoofdstuk 4: stijlfouten

maandag 14 maart
  • huiswerk voor vandaag spelling H4 digitaal gemaakt
  • deze week woordenschat H4: stijlfouten
  • vanaf 28 maart weer lessen op school: rooster boekbesprekingen is aangepast

  • tekstrepetitie deze week inhalen: Rebekka, Rosalie, Raisa en Christian. (di, woe, do het 9e uur of vrij 8e uur)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

maandag 14 maart
  • huiswerk voor vandaag spelling H4 digitaal gemaakt
  • deze week woordenschat H4: stijlfouten
  • vanaf 28 maart weer lessen op school: rooster boekbesprekingen is aangepast

  • tekstrepetitie deze week inhalen: Rebekka, Rosalie, Raisa en Christian. (di, woe, do het 9e uur of vrij 8e uur)

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 4: woordenschat
Doelen:
  • je weet het verschil tussen een stijlfiguur en een stijlfout 
  • je herkent de stijl een contaminatie, een pleonasme en een tautologie
  • log in met de klassencode mtpea

Slide 2 - Tekstslide

Contaminatie
Bij contaminatie worden 2 woorden of uitdrukkingen verkeerd gecombineerd.

Bijvoorbeeld:
Hij is de drijvende motor van ons team.
- Drijvende kracht achter...
- Motor van ........

Slide 3 - Tekstslide

Welk woord is een contaminatie?
A
overblijven
B
uitdrukkingen
C
nachecken
D
langzaam treuzelen

Slide 4 - Quizvraag

Verbeter de contaminatie:
In Parijs werden wij aan alle kanten voorbijgepasseerd.

Slide 5 - Open vraag

op het eerste oog = contaminatie. Welke verbetering is juist?
A
op dat moment
B
op het eerste gezicht
C
mijn oog viel erop
D
voor het eerst gezien

Slide 6 - Quizvraag

Wat is pleonasme?
pleonasme = als je een eigenschap van een zaak of persoon nog eens uitdrukkelijk omschrijft door een toevoeging van een ander woord.
Voorbeeld:
zure citroenen = citroenen zijn altijd zuur.

Slide 7 - Tekstslide

Welk woord is een pleonasme?
A
witte sneeuw
B
gave muziek
C
spannend boek
D
oranje broek

Slide 8 - Quizvraag

We hebben daar ongeveer 2 à 3 weken de tijd voor uitgetrokken.
Wat is hier pleonasme en waarom?

Slide 9 - Open vraag

Tautologie
Bij tautologie wordt hetzelfde nog eens gezegd
met andere woorden. 
Deze woorden moeten tot dezelfde woordsoort behoren (bijvoorbeeld twee zelfstandig naamwoorden of twee bijwoorden). 
Een tautologie werkt versterkend. 

Een voorbeeld van tautologie is:
mijn ouders blijven voor eeuwig en altijd bij elkaar.


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

wat is een contaminatie?
timer
0:15
A
ik heb het reeds twee keer gedaan
B
niemand doet het dagelijks vaker
C
zal ik het nog eens opnieuw doen
D
ik doe het nooit meer zo

Slide 12 - Quizvraag

Tautologie
timer
0:15
A
blij en verheugd
B
heden en verleden
C
groen gras
D
uren op jou te wachten

Slide 13 - Quizvraag

tautologie
contaminatie
pleonasme

Slide 14 - Sleepvraag

Tautologie of pleonasme?
Vanzelfsprekend zal ik dat werk natuurlijk wel nakijken.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 15 - Quizvraag

Tautologie of pleonasme?
Het aandeel van de Nationale-Nederlanden is naar beneden gekelderd.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 16 - Quizvraag

Tautologie of pleonasme?
De palen van de brug zijn gemaakt van grijs beton.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 17 - Quizvraag

en nu aan de slag......
huiswerk voor 21 maart  woordenschat H4 digitaal af

(leerlingen die nog met spelling H4 moeten beginnen:
Nathan, Christian, Sammy, Gianluca, Stef, Nina, Jurjen.
leerlingen die af moeten maken: Yannick, Rosalie, Joanne, Mees, Thirza, Joah)....zij gaan deze module eerst afmaken!!

Slide 18 - Tekstslide

Contaminatie, pleonasme en tautologie
Ik ken en herken ze nu wel.
Ik vind de contaminatie nog lastig.
Ik heb moeite met pleonasme en tautologie.
Ik begrijp het , maar wil nog wel wat extra oefenen
Ik begrijp er niets van.

Slide 19 - Poll