laatste les voor de het proefwerk

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

welkom

zoek je plekje op en wacht rustig tot we gaan beginnen

volgende week maandag

wat moet je weten

waaraan herken je levende wezens

er zijn 7 levens kenmerken welke kan jij al benoemen?

levens kenmerken

ademhalen

bewegen

groeien

uitscheiden

waarnemen

voortplanten

voeden

wat is een organisme?

levend of dood

pak blz 17 er bij en kijk naar afbeelding 5

wat zie je daar

Stelling 1: Een struik is een organisme.
Stelling 2: Een kever is een organisme.

1. Alleen stelling 1 is juist
2. Alleen stelling 2 is juist
3. Beide stellingen zijn juist
4. Geen van beiden stellingen zijn juist

Bio leerdoel 31

Levend

Dood

levenloos

Heeft nooit levenskenmerken gehad

Heeft levenskenmerken

Heeft geen levenskenmerken meer

Wat is GEEN levenskenmerk?

1. Steeds langer worden
2. Van het dak vallen
3. Naar de tv kijken
4. Boterham eten

Levenskenmerken en voorbeelden bij mensen.

Sleep de stukjes tekst naar de juiste plaats.

een mens kan lopen

adem halen met behulp van longen

een baby wordt een peuter

de mens eet brood

de mens ziet een vogel vliegen

een vrouw kan een baby krijgen

een mens plast

ademhalen

voeden

uitscheiden

waarnemen

bewegen

voortplanten

groeien

natuurgetrouwd of schematisch

wat betekent dat?

voorbeeld

zij aanzicht

lengte doorsnede

dwarsdoorsnede

Maak grote tekeningen.

• Teken precies wat je ziet.

• Schrijf ook op wat voor soort tekening het is (een natuurgetrouwe of een schematische tekening).

• Schrijf namen bij de delen die je kent.

Trek vanaf elk van die delen een horizontale lijn. Doe dit met een liniaal.

Schrijf de naam bij de lijn.

• Werk netjes!

bij een natuurgetrouwe tekening

1. zie je alleen de belangrijkste delen
2. zie je alle details

Wat voor tekening
is dit en wat voor
aanzicht?

1. Natuurgetrouwe tekening, lengte doorsnede
2. Natuurgetrouwe tekening, buitenaanzicht
3. Schematische tekening, buitenaanzicht
4. Schematische tekening, dwarsdoorsnede

Wat voor tekeningen zijn dit?

1. Een buitenaanzicht en een dwarsdoorsnede.
2. Een buitenaanzicht en een lengtedoorsnede.
3. Een dwarsdoorsnede en een lengtedoorsnede.

hoe werkt een loep?

Wat zie je als eerste uit de boon komen?

1. een blad
2. een stengel
3. een bloem
4. een wortel

Wat is de functie van het poortje
van een bruine boon?

1. Met het poortje zit de bruine boon vast aan de plant.
2. Het poortje beschermt de bruine boon.
3. Door het poortje neemt de bruine boon water op.
4. Het poortje bevat reservevoedsel voor de kiem.

Wat is de functie van de zaadhuid van een bruine boon?

1. water opnemen
2. de boon beschermen
3. hiermee zat hij vast aan de moederplant
4. geen functie

Kieming van de boon 

volwassen plant 

Kiemplantje

lichamelijke ontwikkeling

• haar groei
• bredere schouders krijgen 

geestelijke ontwikkeling

• verliefd worden
• ruzie krijgen met je ouders
• verstandiger worden 

een groei spurt

groei.. wat was dat ook alweer?

wat betekent spurt?

baby	• tot 1½ jaar • groeispurt
peuter	• 1½ tot 4 jaar • praten, lopen, een torentje bouwen
kleuter	• 4 tot 6 jaar • fietsen, een beeldscherm gebruiken, samen spelen
schoolkind	• 6 tot 12 jaar • lezen, schrijven, rekenen
puber	• 12 tot 16 jaar • groeispurt, borsten, schaamhaar, nieuwe gevoelens
adolescent	• 16 tot 21 jaar • zelfstandig worden
volwassene	• 21 tot 65 jaar • werken, kinderen krijgen
oudere (bejaarde)	• ouder dan 65 jaar • lichamelijke problemen

lichamelijk ontwikkeling

geestelijke ontwikkeling

verliefd worden

bredere schouders

volwassener gedrag krijgen

vergeetachtig worden

borst groei bij meisjes

je gaat andere dinge leuk vinden

een baard krijgen

een baard die een jongen krijgt is een voorbeeld van

1. lichamelijke ontwikkeling
2. geestelijke ontwikkeling

oudere mensen beginnen soms een beetje te krimpen (ze worden kleiner)
waar hoort dit bij?

1. lichamelijke ontwikkeling
2. geestelijke ontwikkeling

Welke omschrijving past bij welke levensfase? Sleep de omschrijving naar de juiste levensfase

Baby.

Peuter

Kleuter

Schoolkind

Puber

Adolescent

Volwassene

Bejaarde

Leert lezen en schrijven.

wordt vergeet achtig en is minder mobiel

Leert zitten en kruipen

Leert naar de wc gaan en fietsen

wordt eerste keer veriefd

Leren zelfstandig zijn

Leren kinderen opvoeden

Leren praten en traplopen

de toets 1.1 blz 14

Je kunt uitleggen wat een organisme is.

Je kunt de zeven levenskenmerken noemen.

Je kunt omschrijven wat groei is.

1.2 blz 20

Je kent het onderscheid tussen een natuurgetrouwe en een schematische tekening.

Je kent het onderscheid tussen een buitenaanzicht, een lengtedoorsnede en een dwarsdoorsnede.

Je kunt tekeningen maken volgens de tekenregels.

1.3 blz 26

Je kunt een loep gebruiken.

Je kunt de ontwikkeling van een zaadplant beschrijven.

Je kunt omschrijven wat ontwikkeling is.

1.5 blz 39

je kent twee soorten ontwikkeling bij de mens.

je kunt de 8 levensfasen van de mens benoemen.