Les 1 - hoofdstuk 1.1

Wat gaan we doen?
Financieren - 2 periodes - 2 uur per week.
Examen - Financieren is onderdeel van het managementexamen (p2)
Studiewijzer - staat in teams

 - Tijdens deze lessen staat het financieel beheer van een bedrijf centraal.-
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
Financieren - 2 periodes - 2 uur per week.
Examen - Financieren is onderdeel van het managementexamen (p2)
Studiewijzer - staat in teams

 - Tijdens deze lessen staat het financieel beheer van een bedrijf centraal.-

Slide 1 - Tekstslide

Wie gaat voor zichzelf beginnen?
A
Ja
B
Nee
C
Misschien

Slide 2 - Quizvraag

Wat gaan we doen?
 Tijdens deze lessen staat het financieel beheer van een bedrijf centraal.

  1. Investeren en financieren;
  2. Liqiditeitsbegroting en beheer;
  3. Werkkapitaalbeheer;
  4. Kengetallen: omzet en voorraad;
  5. Eindbalans en financiele kengetallen;
  6. Resultatenrekening en kengetallen;
  7. Belastingen en heffingen.

Slide 3 - Tekstslide

1.1 Investeringsbegroting
Woordenboek/termen
  • Investeren - aankopen van activa. (linkerkant van de balans)
  • Investeringsbegroting - overzicht van de geplande uitgaven.
  • begroting - geschatte uitgaven en inkomsten
We gaan dus kijken wat we precies nodig hebben om een bedrijf te starten.

Slide 4 - Tekstslide

Start bedrijf,
wat nodig qua
investering?

Slide 5 - Woordweb

Verdeling investeringsbegroting
Vaste activa: bezittingen die langer dan 1 productie proces meegaan en niet zo snel in geld om te zetten zijn.
Vlottende activa: bezittingen die snel in geld omgezet kunne worden.
Liquide middelen: cash (bank / kas)
Aanloopkosten: opstartkosten (notariskosten, onderzoekskosten) Worden ook wel initiële kosten genoemd.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld investeringsbegroting
Begroot niet te krap.
Pand huren komt niet op IB, waarom?
Vooruitbetaalde kosten op VL-AC

Let op dat vaak bij een inversterings-
begroting ook initiele, innovatie en
kosten vanwege het seizoen van 
toepassing zijn.

Slide 7 - Tekstslide

Lees pagina 10 & 11
Beantwoordt de volgende vragen nadat je 
pagina 10 en 11 hebt doorgenomen.

Slide 8 - Tekstslide

Waarom vallen de verbouwingskosten, terwijl je het pand huurt, onder de vaste activa?

Slide 9 - Open vraag

Bedrijf heeft bij de start info nodig om een juiste schatting te maken van de benodigde investering. Welk punt hoort niet bij?
A
KVK
B
Belastingdienst
C
GGD
D
CBS

Slide 10 - Quizvraag

Wat zou een bank aanvullen willen zien op/bij een inverteringsbegroting?

Slide 11 - Open vraag

Huiswerk
Opdracht 1.1, 1.2, 1,3 en 1,4

Bij aanvang volgende les moet dit zijn afgerond.

Slide 12 - Tekstslide