Thema 2 les 6 Sekse en gender

• Diversiteit
• MBO
• Studiejaar 1

Pedagogisch klimaat

Module diversiteit

Les 6 sekse en gender

Leerjaar 1

Wat weet je aan het eind van de les?

1 Wat kom je tegen aan diversiteit in je groep.

2. Verschil tussen Sekse en Gender.

3. Weet je het meer over Generaliseren en Stereotyperingen.

4. Heb je nagedacht over Discriminatie en Rasime. 

5. Kan je benoemen wat aandachtspunten zijn voor genderbewust opvoeden.

Diversiteit in de groep.

•  Achtergrond
• Karakter
• Druk / rustig
• Lichamelijke of verstandelijke beperking
• Gedragsproblemen
• Nt2 leerlingen
• Cultuur / geloof
• Sekse
• 
  

Generaliseren

Je trekt uit een enkele gebeurtenis algemene conclusie.

(een kind is niet te vertrouwen omdat het 1 keer niet eerlijk is geweest of  het is een flauw kind want hij huilde bij het vallen)

Stereotyperingen

Een beeld gebaseerd op geen of weinig feiten en komt niet overeen met de werkelijkheid. 

(blond haar is dom, homo's zijn watjes, Marokkanen zijn criminelen)

Discriminatie

(het maken van onderscheid)

Vooroordelen leiden tot discriminatie. Je behandelt groepen of individuen anders dan anderen.

(afkomst, sekse, huidskleur,  seksuele voorkeur, religie)

Racisme

Mensen anders behandelen vanwege hun huidskleur. 

Genderbewust opvoeden.

Wat is dat?

Sekse /geslacht: 

Is het biologische geslacht; biologische verschillen tussen een jongen en een meisje. 

 Gender (Het sociale geslacht): 

De ideeën en verwachtingen rond 'mannelijkheid' en 'vrouwelijkheid'. 

Deze zijn sociaal en cultureel bepaald.  

Gender specifiek gedrag: 
Gedrag dat kenmerkend is voor een jongen of meisje. 

www.google.nl

Jongens en Meisjes

Wat vind je van de stelling:

Het is discriminatie om jongens en meisjes het zelfde te behandelen!

Jongens en meisjes

Er zijn nou eenmaal buiten uiterlijke kenmerken verschillen tussen jongens en meisjes.

(hormonen, ontwikkeling van het brein, interesses )

We hebben het dan over de gemiddelde jongens en meisjes

typische jongen

1. leert door te ervaren en te experimenteren en gaat het liefst gelijk in actie over.

2. praat graag over feiten en gebeurtenissen en kan gevoelens minder verwoorden. 

3. nieuwsgrierig, tast grensen af en neemt graag risico's, impulsief en denkt niet na over de gevolgen.

4. korte spanningsboog.

5 .maakt ruzie maar snel vergeten.

Typische meisje

1. Denkt vaak langer na voordat ze op actie overgaat.

2. Rustiger van aard en gericht op samenwerken en reflecteren over gevoelens. 

3. kan zich langer concentreren.

4. Heeft gevoel voor taal en praat graag.

5. Goed ontwikkelde fijne motoriek.

6. Voelt emoties van anderen goed aan en is bezig met realties. 

Wat zijn aandachtspunten bij genderbewust opvoeden?

1. Wees bewust van je eigen houding (hoe kijk jij naar jongens en meisjes, hoe ben jij opgevoed)

2. Daag jij meisjes en jongens uit het tegenovergestelde te doen, dan dat er van hen verwacht word.

3. Stimuleer gemengd spelen.

4. Stop met gedrag markeren als 'typisch meisjes' of 'typisch een jongens'

5. Zeg niet: kom op jongens.....als je jongens en meisjes bedoelt maar kinderen.