Brug Thema 1 voorbereiding SO 1.1-1.2 en leren onderzoeken 1 en 2
Vragen over de stof?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
Vragen over de stof?
Slide 1 - Tekstslide
Biologie: de leer van het leven
Organisme: levend wezen
Zeven levenskenmerken:
opnemen en afgeven: ademhalen, voeden, uitscheiden
reageren op de omgeving: waarnemen, bewegen
te maken met voortbestaan: groeien, voortplanten
Slide 2 - Tekstslide
Is het levend/dood/levenloos?
Slide 3 - Tekstslide
Dwarsdoorsnede, lengtedoorsnede en buitenaanzicht
,
Welk soort tekening kun je hiervan maken?
Hiervan kun je een tekening maken van het buitenaanzicht, natuurgetrouw.
Welke doorsnede is dit?
Lengtedoorsnede
Welke doorsnede is dit?
Dwarsdoorsnede
Slide 4 - Tekstslide
natuurgetrouw: nauwkeurig, met details
schematisch: zonder details, alleen belangrijke kenmerken
Tekening
Slide 5 - Tekstslide
Groei: groter en zwaarder worden van een organisme
Ontwikkeling: verandering in de bouw van het organisme, waardoor delen van het organisme hun taak beter kunnen uitvoeren
(Metamorfose: een gedaanteverwisseling waarbij niet alleen de lichaamsbouw maar ook de levenswijze verandert)
Slide 6 - Tekstslide
buitenaazicht bruine boon
binnenaanzicht bruine boon
Slide 7 - Tekstslide
onderdelen bruine boon
zaadhuid
navel
poortje
kiem
zaadlobben
functie van de onderdelen
bescherming
mee vastgezeten aan plant
hierdoor wateropname
begin nieuwe plant
reservevoedsel
Slide 8 - Tekstslide
De levenscyclus van een plant
zaad
kiemplantje
plant
plant met bloemen
plant met vruchten
zaad
1
Een bruine boon is een zaad
2
Het zaadje neemt water op via het poortje. Het zaadje zwelt op en de zaadhuid breekt open.
3
Het worteltje komt naar buiten.
4
Het worteltje groeit de bodem in en de zaadlobben komen boven de grond.
5
Het kiemplantje groeit en gebruikt hierbij voedingsstoffen uit de zaadlobben.
6
Het kiemplantje wordt groter en krijgt meer bladeren.
7
Er is een volwassen tomatenplant ontstaan.
8
Aan de bonenplant ontstaan bloemen. Uit de bloemen ontstaan peulvruchten, met zaden.
9
De bonen uit de peulvrucht zijn de zaden.
Slide 9 - Tekstslide
Hoe bereid je je voor?
Lees alles nog een keer goed door (boek, evt aantekeningen, lessonUP)
Leer jouw eigen samenvatting en begrippenlijst, kijk naar samenvatting van het boek op blz 79 en denk aan blz 82: leerdoelen bij 'leren onderzoeken: 18-19-20-21
Slide 10 - Tekstslide
Maak de 'test jezelf' van BS 1.1 en 1.2 en de oefentoets in de online methode.