8.2 omtrek & 8.3 lengte maten omrekenen

1 / 25
volgende
Slide 1: Video
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Welkom!
Hoofdstuk 8 handige maten, omtrek en omrekenen

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan wij doen vandaag?

Uitleg over het hele hoofdstuk
Samen oefenen

Aan de slag met een oefenproef

Slide 3 - Tekstslide


Slide 4 - Open vraag

Hoe hoog is deze menselijke toren?
A
5x200 cm
B
500 cm
C
800 cm
D
5x180 cm

Slide 5 - Quizvraag

Jochem maakt een wandeling over het strand. Hij doet er 2,5 uur over. Welke afstand heeft Jochem gelopen?
A
2,5 x 18
B
2,5 x 6
C
2 x 6 + 0,5
D
2,6 x 60

Slide 6 - Quizvraag

Jochem fietst terug naar huis. Nu kan hij een andere route nemen en hij is al in 1 uur thuis. Wat was de afstand?
A
180 dam
B
180 m
C
1,8 km
D
18 km

Slide 7 - Quizvraag

Uitleg

Slide 8 - Tekstslide

Bereken de omtrek van de figuur
A
10 m
B
8 m
C
6 m
D
12 m

Slide 9 - Quizvraag

Bereken de omtrek van de figuur
A
10 m
B
14 m
C
16 m
D
19 m

Slide 10 - Quizvraag

Bereken de omtrek van de figuur
A
13m
B
15 m
C
14,5 m
D
12,5 m

Slide 11 - Quizvraag

8.3 Lengtematen omrekenen
Uitdaging


Hoe kun je de ene lengtemaat omrekenen in de andere lengtemaat?

Slide 12 - Tekstslide

De volgorde

Slide 13 - Tekstslide

Even oefenen.....
Je krijgt een aantal meerkeuzenvragen. Probeer steeds het juiste antwoord te geven.

Slide 14 - Tekstslide

3000 cm = ........ m
A
30
B
300
C
3
D
0,3

Slide 15 - Quizvraag

8.3 Lengtematen omrekenen
Kan Het Dametje Met De Centimeter  Meten?
kilometer
            hectometer
                     decameter
                                        meter
                                                  decimeter
                                                           centimeter
                                                                            millimeter

Slide 16 - Tekstslide

25 dm = .... cm
A
250
B
0,25
C
0,025
D
2,5

Slide 17 - Quizvraag

0,5 m = .... cm
A
5
B
0,05
C
0,5
D
50

Slide 18 - Quizvraag

5 km = ..........m
A
0,005 m
B
500 m
C
5.000 m
D
0,05 m

Slide 19 - Quizvraag

1750 dam =..................m
A
17,50 m
B
17500 m
C
175 m
D
1,75 m

Slide 20 - Quizvraag

15 hm =.............km
A
1,5 km
B
0,15 km
C
150 km
D
15 km

Slide 21 - Quizvraag

24 mm = ..........cm
A
240 cm
B
0,24 cm
C
2400 cm
D
2,4 cm

Slide 22 - Quizvraag

0,02 km = ..........m
A
2000 m
B
200 m
C
20 m
D
2 m

Slide 23 - Quizvraag

20 dm =...............mm
A
0,2 mm
B
2 mm
C
200 mm
D
2000 mm

Slide 24 - Quizvraag

Aan de slag ! 
Maken opdracht 13, 14 , 15 en 21
Breuken optellen.

Slide 25 - Tekstslide