Niet alle informatie heeft waarde en moet bewaard blijven. Je maakt een selectie van wat wel en niet bewaard moet worden. Veelal zijn hier binnen de organisatie richtlijnen voor.
Slide 6 - Tekstslide
Ordenen
Slide 7 - Woordweb
Ordenen
Welke volgorde gebruiken we bij het archiveren? Gebruiken we cliëntnamen, cliëntnummer, datum of onderwerp?
Slide 8 - Tekstslide
Coderen?
Slide 9 - Woordweb
Coderen
Als we iets in het archief gaan bewaren, moeten we het coderen. Door codering kun je logisch ordenen en sneller zoeken en vinden in het archief. een veelgebruikte codering is cliëntnummer.
Slide 10 - Tekstslide
Registeren?
Slide 11 - Woordweb
Registeren
Archiefstukken moeten geregistreerd worden. Zo hebben we een overzicht van welke stukken er in het archief en welke codering ze hebben
Slide 12 - Tekstslide
Opbergen?
Slide 13 - Woordweb
Opbergen
Op welke manier bergen we de stukken op? Doen we dit in ordners, archiefdozen of maken we het archief digitaal?