zorgleefplan

zorgleefplan
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

zorgleefplan

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een zorgplan?

Slide 2 - Open vraag

Welke stappen zet je bij het maken van een zorgplan?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Ik heb wel eens in een zorgleefplan gelezen
Ja
Nee

Slide 6 - Poll

De 4 levensdomeinen
uit het 
Zorgleefplan
(VVT)

Slide 7 - Tekstslide

Levensdomein 1 woon- en leefomstandigheden
Woonruimte
en
zich thuis voelen 
Bijv. De woning en
woonomgeving , l
evenssfeer en privacy, opgeruimd en schoon, 

Veiligheid
 Bijv.: persoonlijk alarmeringssysteem, slot op de deur en kasten, nachtlichtje, toezicht door medewerkers, brandpreventie/alarmering

Dagritme
Hoe laat komt de cliënt uit/op bed. Rust de cliënt tussendoor? ochtend/avondmens?

Bewegingsmogelijkheden,
mobiliteit
Aanpassingen/
speciale hulpmiddelen/ domotica 


Andere disciplines/hulpverleners

Slide 8 - Tekstslide

Welke vragen kan je stellen over woon en leefomgeving

Slide 9 - Open vraag

Wat vindt u van uw kamer/woning
Wat is voor u belangrijk om u thuis te voelen
Hebt u eigen spullen om u heen?
Wat vind u van de inrichting?
Wat is belangrijk voor uw in privacy en eigen levenssfeer?
Wat zijn u dagelijkse gewoonte?
Hoe verplaatst u zich?
Gaat u graag van de kamer af?
Kan u de weg goed vinden?

Slide 10 - Tekstslide

Levensdomein 2 participatie
Dagbesteding
Bezigheden overdag, belangrijke gebeurtenissen geloof/verjaardagen etc
.

Sociaal leven
Belangrijke contacten bijv. medebewoners, vrijwilligers etc. 

Contact met de samenleving
Contacten in familieverband, en in uw kennissenkring, buurt,
in de maatschappij?

Slide 11 - Tekstslide

Welke vragen kan je stellen over participatie?

Slide 12 - Open vraag

Participatie
- Wat maakt u de laatste tijd zoals mee op een dag
- Wat zijn belangrijke gebeurtenissen voor u om te maken?
- Welke hobby’s en interesses heeft u?
- Speelt humor een belangrijk rol?
 - Netwerk, contacten?

Slide 13 - Tekstslide

Levensdomein 3 mentaal welbevinden en autonomie
Ondersteuning van de eigen levens invulling
Zelfstandigheid, hulp krijgen.

Stemming
bijv. Wat is uw stemming meestal?
Leuke dingen om mee te maken.

Respect
bijv. Omgang met anderen.

Eigen identiteit en levensinvulling/levensfase
Bijv. belangrijke dingen in het leven, levensfase.



Slide 14 - Tekstslide

Welke vragen kan je stellen over het mentale welbevinden?

Slide 15 - Open vraag

 Hoe is het voor u om hulp te krijgen?
 Hoe vindt u het om hulp te accepteren?
 Wat vindt u van de ondersteuning die u hier krijgt?
 Hoe is uw stemming meestal
 Maakt u zich ergens zorgen om
 Wat zijn voor u leuke dingen om mee te maken?
Observatie :
 Uitingen en emoties van de cliënt
 Is een cliënt introvert, gesloten of extravert
 Hoe reageert de cliënt op prikkels, geluiden, gebeurtenissen

Slide 16 - Tekstslide

Levensdomein 4 lichamelijk welbevinden
en gezondheid
Voeding
Bijv. Smakelijke maaltijden, hapjes, drankjes en vocht/voedselinname, dieet,

Schoon en verzorgd lichaam
Bijv. Lichamelijke verzorging, hoe vaak douchen/wassen etc

Lichamelijke functies/mogelijkheden
bijv. Zintuigen, rust en beweging, medicijngebruik, urine en ontlasting,

Gezondheidsbevordering en gezondheidsbescherming
bijv. Gezondheid, fit, moe, energiek.


Slide 17 - Tekstslide

Welke vragen kan je stellen bij lichamelijk welbevinden?

Slide 18 - Open vraag

- Wat eet en drinkt u zoal op een dag
- Wat vindt u lekker om te eten of te drinken?
- Wat doet u zelf op het gebied van persoonlijke verzorging?
- Heeft u lichamelijke klachten?
- Wat vindt u belangrijk om er verzorgd uit te kunnen zien?
- Hoe gaat het met horen, zien en ruiken?

Slide 19 - Tekstslide

Bij welk domein hoort het doel:
Mevrouw V gaat 3 maal per week naar de dagbesteding
A
Lichamelijk welbevinden
B
Woon en leefomstandigheid
C
Mentaal welbevinden
D
Participatie

Slide 20 - Quizvraag

Bij welke domein hoort het doel:
Mevrouw K weet wat de risico's zijn van veel zitten en weinig bewegen.
A
Lichamelijk welbevinden
B
Woon en leefomstandigheid
C
Mentaal welbevinden
D
Particpatie

Slide 21 - Quizvraag

Zorgdoel
Een zorgdoel is een concrete omschrijving van een gewenste situatie of gewenst gedrag van de zorgvrager. 

Daarbij geef je duidelijk de tijd aan waarbinnen de zorgvrager het zorgdoel wil bereiken.

Slide 22 - Tekstslide

Functie van zorgdoelen
Het correct formuleren van zorgdoelen helpt je om een zorgplan te maken. 
Doordat je de gewenste situatie concreet en compleet beschrijft, is het onder andere mogelijk om:

  • zorgactiviteiten te kiezen die aansluiten bij de zorgdoelen die de zorgvrager wil bereiken
  • de zorg te evalueren

Slide 23 - Tekstslide

Voorbeelden zorgdoelen
Mevrouw B. geeft iedere dag aan of de pijn te verdragen is. ​
Mevrouw B. wast zichzelf als zij loopgips heeft. ​ 
Mevrouw B. gaat binnen twee dagen naar het toilet onder begeleiding

Slide 24 - Tekstslide

Formuleren zorgdoel

Slide 25 - Tekstslide

Wat is rapporteren?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

focus  leerwerkkaart
Coördineer de totale zorg van 2 zorgvragers op 1 dag en reflecteer hierop.

Kies in overleg met je werkbegeleider 2 zorgvragers.
Haal belangrijke informatie vanuit het zorgplan en rapportages en zet dit op papier.
Zet alle werkzaamheden per cliënt op papier 
Maak een planning op alle werkzaamheden
Werk volgens je planning.
Vraag feedback aan de betrokkenen.

Schrijf een reflectieverslag en bespreek deze met je werkbegeleider, koppel aan leerwerkkaarten




Werkzaamheden plannen
Schrijven van een reflectieverslag (STARR, START, ABCD, Korthagen)
Verantwoorde zorg leveren
Schrijven van een verantwoordingsverslag (volgens de STRAK)

Schrijf een reflectieverslag en bespreek deze met je werkbegeleider.

Upload je reflectieverslag als bijlage bij deze opdracht.

Slide 29 - Tekstslide