Welke organen hebben veel last van alcoholgebruik?
A
hart, longen , lever
B
hart, nieren en lever
C
lever, nieren , hersenen
D
lever, hersenen,longen
Slide 6 - Quizvraag
Waarom hebben de hersenen veel last van alcoholgebruik?
A
omdat het alleen naar de hersenen gaat
B
omdat er veel hersenen zijn
C
omdat er veel bloedvaten in de hersenen zitten
Slide 7 - Quizvraag
Welke effecten horen bij alcohol, welke bij cannabis en welke bij beiden
Alcohol
Cannabis
Beiden
Verslavend
Kater
Coma
Vreetkicks
Slecht geheugen
Slide 8 - Sleepvraag
DE WERKING VAN HET HART
Slide 9 - Tekstslide
Leerdoel:
Aan het einde van deze les kun je beschrijven hoe een hartslag verloopt.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Video
00:49
Wat is de naam van de kleppen tussen de boezems en de kamers?
A
hartkleppen
B
halvemaanvormige kleppen
Slide 13 - Quizvraag
0
Slide 14 - Video
Hartklep open
Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.
Open:
Er stroomt bloed vanuit de boezems in de kamers.
open
open
Slide 15 - Tekstslide
Hartklep dicht
Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.
Dicht:
Er stroomt bloed uit de kamers.
Er kan geen bloed terugstromen naar de boezems.
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
dicht
dicht
Slide 16 - Tekstslide
Halvemaanvormige kleppen open
Aan het begin van de longslagader en de aorta zitten halvemaanvormige kleppen.
Open:
Er stroomt bloed vanuit de kamers in de slagaders:
- de longslagader
- de aorta
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
beide open
Slide 17 - Tekstslide
Halvemaanvormige kleppen: dicht
Aan het begin van de longslagader en de aorta zitten halvemaanvormige kleppen.
Dicht: Het bloed kan niet terugstromen naar de kamers
beide dicht
Slide 18 - Tekstslide
Aan het (huis)werk
Lesstof thema 3.7 lezen (blz. 101)
opdrachten 19, 20 en 21 maken
Voor volgende les moet dit af zijn.
Noteer dit nu in je agenda
timer
15:00
Slide 19 - Tekstslide
Nu mogen jullie de telefoon pakken.
timer
0:30
Slide 20 - Tekstslide
Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer
Slide 21 - Sleepvraag
De hartkleppen vormen de scheiding tussen
A
Boezems en aders
B
Kamers en aders
C
Boezems en kamers
D
Boezems en slagaders
Slide 22 - Quizvraag
Tijdens welke fase zijn de hartkleppen dicht?
A
Tijdens het samentrekkenvan de boezems
B
Tijdens de hartpauze
C
Tijdens het samenstrekken van de kamers
D
Die gaan nooit open
Slide 23 - Quizvraag
Waarmee wordt de rechter- en linker helft van het hart gescheiden?
A
hartkleppen
B
kleppen
C
harttussenwand
D
daar zit niets
Slide 24 - Quizvraag
Zet de plaatjes in de juiste volgorde:
Slide 25 - Sleepvraag
Een bloedvat loopt van het hart weg. Dit is een...
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
D
Dit kan alle soorten bloedvaten zijn
Slide 26 - Quizvraag
Tijdens welke fase gaan de halvemaanvormige kleppen open?
A
Tijdens het samentrekkenvan de boezems
B
Tijdens de hartpauze
C
Tijdens het samenstrekken van de kamers
D
Die gaan nooit open
Slide 27 - Quizvraag
uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?
A
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en zuurstof
B
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en koolstofdioxide
C
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
bloedplasma, rode-, blauwe bloedcellen en bloedplaatjes
Slide 28 - Quizvraag
hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart
Slide 29 - Quizvraag
De hartkleppen zorgen ervoor dat bloed
A
sneller stroomt
B
niet terugstroomt in de boezems
C
niet terugstroomt in de kamers
D
langzamer stroomt
Slide 30 - Quizvraag
De wanden van het hart
A
zijn overal even dik
B
zijn bij de linkerkamer dikker dan de rechterkamer
C
zijn bij de rechterkamer dikker dan bij de linkerkamer
D
zijn bij de boezems dikker dan bij de kamers
Slide 31 - Quizvraag
hoe heten de kleppen in de aorta en de longslagaders?
A
halve maan vormige kleppen
B
aderkleppen
C
hartkleppen
D
bloedkleppen
Slide 32 - Quizvraag
Bij een dubbele bloedsomloop gaat het bloed.......
A
2x door de longen
B
2x door het hart
C
2x door alle organen
Slide 33 - Quizvraag
A noemen we ......
A
rechterboezem
B
rechterkamer
C
linkerboezem
D
linkerkamer
Slide 34 - Quizvraag
welke drie soorten bloedvaten zijn er?
A
Aorta, slagaders en aders
B
Aorta, aders en haarvaten
C
Aorta, slagaders en haarvaten
D
Slagaders, aders en haarvaten
Slide 35 - Quizvraag
Tekst
Slagaders
Haarvaten
Aders
Gespierde wand
1 cellaag dik
'Dunne' wand, weinig gespierd
Vervoert bloed
van hart af
Heeft kleppen
Hier is gaswisseling
Slide 36 - Sleepvraag
Door welke bloedvaten stroomt het bloed vanuit je lichaam terug naar het hart?
A
Aders
B
Haarvaten
C
Slagaders
D
de aorta
Slide 37 - Quizvraag
Je kunt je hartslag meten bij je pols. Dit is een voorbeeld van een