H1 WEEK 8 chap. 5 Bron Bron D (le passé composé)

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

STARTKLAAR
- ga rustig op je vaste plek zitten.
- doe je jas uit.
- pak je etui en je boek.
- doe je tas op de grond.
- doe je telefoon in het ZAKKIE en doe je zakkie in je TAS.
- als de timer is afgelopen, stop je met praten en begint de les.


timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Plattegrond ZH1A
timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

Plattegrond ZH1B
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Plattegrond ZV1A
timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

de ontkenning

Slide 6 - Woordweb

kernwoorden
geen
niet
ne ... pas
persoonsvorm
omhelzen
regel toepassen

Slide 7 - Tekstslide

Maak de zin ontkennend
1. Je suis très forte en maths.

2. Nous fêtons Noël.

3. Thomas est souvent en retard.

Slide 8 - Tekstslide

Les mots de la semaine 6
la mère
le père
le beau-père
la belle-mère
l'oncle / la tante
donner
alors
chanter
nul
l'anniversaire
la fête / fêter
pourquoi
qui
de moeder
de vader
de schoonvader
de schoonmoeder
de oom / de tante
geven
toen / dus
zingen
waardeloos
de verjaardag
het feest / vieren
waarom
wie

Slide 9 - Tekstslide

Chapitre 2
Bron A Luistervaardigheid
Les mots de la semaine 50
Bron B Leesvaardigheid
Les mots de la semaine 2
Bron C Phrases clés 
Les mots de la semaine 3
ww. op er
Bron F Leesvaardigheid
Les mots de la semaine 4
Bron G Phrases clés
Les mots de la semaine 5
Bron H de ontkenning

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen week 3
1. R Ik ken 10 woorden die met familie en feesten te maken hebben.
2. T2 Ik kan een gesprek over afgeloopen weekend begrijpen.
*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Chapitre 5
Bron A Luistervaardigheid
Les mots de la semaine 50
Bron B Leesvaardigheid
Les mots de la semaine 2
Bron C Phrases clés 
Les mots de la semaine 3
le passé composé
Bron F Leesvaardigheid
Les mots de la semaine 4
Bron G Phrases clés
Les mots de la semaine 5
Bron H het bijvoeglijk naamwoord

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. T2 Ik kan berichten op een forum lezen over verjaardagsfeestjes.
  2. T1 Ik kan de nasale klanken an / en / on uitspreken.
  3. T2 Ik kan vragen stellen over het weekend en deze ook beantwoorden.


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 14 - Tekstslide

Instructie 
Chapitre 5
Bron B
ex. 9, 10abc, 12

Slide 15 - Tekstslide

Les mots de la semaine 7
Je ne sais pas
comme
donc
quelque chose
quand
l'année dernière
sans
plus
l'après-midi
le soir
Ik weet het niet
zoals
dus
iets
wanneer
vorig jaar
zonde
meer
's middags
's avonds

Slide 16 - Tekstslide

p. 16

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Onderstreep in de tekst waar jij je antwoord hebt gevonden.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Instructie 
Chapitre 5
Bron C
ex. 13abc, 14

Slide 25 - Tekstslide

p. 20
Bron C

Slide 26 - Tekstslide

Phrases clés

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

Slide 30 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

Slide 31 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 32 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 33 - Open vraag