Ik kan mijzelf voorstellen met het gebruik van de juiste vraagwoorden
Ik ken het verschil tussen ß en ss in een woord
Ik kan een Duitse uitzending op hoofdlijnen volgen
Slide 3 - Tekstslide
Gespräch
Jetzt werdet ihr ein Gespräch üben
Du sollst die richtige Fragewörter wählen
Du sollst die richtige Übersetzung benutzen
Du wirst die beide Rollen 2 Mal üben
Leerling met de korste naam begint met Rolle A
Ik kies na de gesprekjes leerlingen om het even hardop te doen
Slide 4 - Tekstslide
Sprechen
Rolle A
.... heißt du?
.... wohnst du?
.... alt bist du?
.... sind deine Hobbys?
.... sitzt neben dir?
Rolle B
ik ben...
Ik woon in...
Ik ben ... jaar oud
Mijn hobby is...
Dat is...
timer
3:00
Slide 5 - Tekstslide
Großschreibung
Hoe zat het ook alweer met de regels van hoofdletters in het Duits?
begin van de zin
namen van personen en plaatsen
zelfstandig naamwoorden
Slide 6 - Tekstslide
Großschreibung
hi joachim,
wie geht es dir? ich habe gehört, dass du nicht in deutschland bist. wo bist du jetzt? hast du immer noch sommerferien? was machst du in den ferien eigentlich? hörst du auch oft musik und guckst du auch gerne netflix?
liebe grüße
jens
Welke woorden moeten met een hoofdletter?
Schrijf op een apart blad!
timer
3:00
Slide 7 - Tekstslide
Großschreibung
Hi Joachim,
wie geht es dir? Ich habe gehört, dass du nicht in Deutschland bist. Wo bist du jetzt? Hast du immer noch Sommerferien? Was machst du in den Ferien eigentlich? Hörst du auch oft Musik und guckst du auch gerne Netflix?
Liebe Grüße
Jens
Slide 8 - Tekstslide
ss oder ß
Je hoort vaak dat de Eszett (ß) als een dubbele -s- geschreven mag worden. Klopt dit wel?
Beschrijf in je eigen woorden het verschil in uitspraak tussen de woorden: Klasse und Straße