Les 1

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Was machen wir in Periode 2?

Trabitour  Kapitel 2 

Grammatik: - Modale ww - wissen  - conjunctief 

Wörterlisten 1+2 

Schreibauftrag  

Trabitour Kapitel 3 Grammatik: 

- alle nammvallen + voorzetsels - trappen van vergelijking 

Wörterlisten 1+2 

Textverständnis 

Toets 1 is op 11 december 2023

Was machen wir heute?

1. Logo.de - wer; was; warum

2. Arbeit mit dem Buch

Übung 1 Seite 62

Übung 1 Seite 62

1 ontspannen en zich door niemand klein laten krijgen

2 vandaag schijnt de zon, hoewel het regent. Hij voelt zich vandaag fantastisch. Gisteren nog gestresst.

3 Fröhlichkeit, weil (voorbeeldantwoord) niemand doet hem iets vandaag, hij ziet alles erg rooskleurig

4 Eigen antwoord

Übung 2 Seite 62

apps.noordhoff.nl

Übung 2 Seite 62

1. Kölner Dom

2. Een carnavalsdansgroep voor jongeren

3. In de winter

4. Bruinkolen – hieruit wekt men stroom op

Übung 3 Seite 62

Zusammenarbeit 3 Minuten

Übung 3 Seite 62

1. eigen antwoord, bijv.: als je niet alleen naar een groot feest wilt gaan, als je weinig mensen met dezelfde interesses kent

2. eigen antwoord, bijv.: mensen die ook eenzaam zijn, mensen die graag nieuwe mensen leren kennen

3. eigen antwoord

Übung 4 und 5 Seite 64

Übung 4  64

1 a. falsch b. richtig c. falsch d. richtig e. falsch f. falsch

2 a. “Wahre Freunde ...” b. “Gerade will ...”

c. “Immerhin habe ...”

d. “Auch über…”

e. “Sie sei …”

f. “Es kommt …”

Übung  5 Seite 64

1 A. namelijk B. echter C. dus D. pas E. bovendien F. zelfs

2 A. nämlich B. jedoch C. also D. erst E. zudem F. sogar

Übung 6 und  7 Seite 66

Übung  6 Seite 66

a. tot nu toe

b. slechts

c. kletst erop los

d. aan te gaan

e. net zo

Übung  7 Seite 66

1 a. mannelijk b. onzijdig c. mannelijk d. vrouwelijk e. onzijdig

2 1. - 2. das Parfüm, e 3. der Duftstoff, b

4. der Allergiker, a

5. das Problem, b

6. die Allergie, d

Hausaufgaben

1. Wiederhole alles was du über die Verben gelernt hast.

2. Lerne Wörter D - N Wörterliste 1

3. Seite 68 - 69 - Übung macht den Meister (Übung 10 bis 14)