BK 2 Taalverzorging - Sportief - Perron 1 -les 1

Lesdoel
Aan het einde van deze les:
Weet je weer wat lettergrepen zijn.
Weet je weer wat lange klanken en korte klanken zijn.
Weet je wat een samenstelling is.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesdoel
Aan het einde van deze les:
Weet je weer wat lettergrepen zijn.
Weet je weer wat lange klanken en korte klanken zijn.
Weet je wat een samenstelling is.

Slide 1 - Tekstslide

In het alfabet staan zes klinkers. Schrijf ze op:

Slide 2 - Open vraag

Letters zoals de b, d, f, k, m, p noemen we:

Slide 3 - Open vraag

Het woord voetbalstadion bestaat uit
? medeklinkers en
? klinkers.

Slide 4 - Open vraag

Het woord wereldrecords bestaat uit
? medeklinkers en
? klinkers

Slide 5 - Open vraag

Je kunt een woord ook in stukjes verdelen, die stukjes noemen we

Slide 6 - Open vraag

Uit hoeveel lettergrepen bestaat het woord schoen?

Slide 7 - Open vraag

Uit hoeveel lettergrepen bestaat het woord sportschool?

Slide 8 - Open vraag

Je mag een woord alleen afbreken aan het einde van een....?

Slide 9 - Open vraag

Het woord schaatstrainer bestaat uit
? klinkers,
? medeklinkers en
? lettergrepen

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

Kijk naar de lettergrepen die met HOOFDLETTERS geschreven zijn en geef dan aan of de lettergreep open of gesloten is

Slide 12 - Tekstslide

atletiekBAAN
A
open lettergreep
B
gesloten lettergreep

Slide 13 - Quizvraag

hardLOper
A
open lettergreep
B
gesloten lettergreep

Slide 14 - Quizvraag

STARTschot
A
open lettergreep
B
gesloten lettergreep

Slide 15 - Quizvraag

Een open lettergreep eindigt op een...?
A
klinker
B
medeklinker

Slide 16 - Quizvraag

Een gesloten lettergreep eindigt op een...?
A
klinker
B
medeklinker

Slide 17 - Quizvraag

Oefenen
Maak opdracht 2 en 3 van Taalverzorging - Sportief - Perron 1

Slide 18 - Tekstslide

Uitleg
Lange klanken moet je in het Nederlands soms met één klinker en soms met twee klinkers schrijven.

Heb je een lange klank én een gesloten lettergreep? Dan heb je twee klinkers nodig: maan-dag.

Heb je een lange klank én een open lettergreep? Dan heb je maar één klinker nodig: bo-men.

Slide 19 - Tekstslide

Oefenen
De woorden van opdracht 4 moet je in het meervoud zetten. Telkens krijgen de woorden een lange klank krijgen. 

Maak opdracht 4, 

Slide 20 - Tekstslide

Uitleg
Korte klanken worden in het Nederlands doorgaans met één klinker geschreven: stok.
Als je een klank kort moet houden, zoals in stokken, schrijf je een extra medeklinker. Je krijgt dan een gesloten lettergreep.

Slide 21 - Tekstslide

Oefenen
In de woorden van opdracht 5 moet je telkens een korte klank houden. Schrijf het meervoud op van de woorden. 

Maak nu opdracht 5, 6 en 7

Slide 22 - Tekstslide

Uitleg
Een samenstelling is een woord dat uit twee of meer woorden bestaat.

Voorbeeld:
verspringbak/ ver-spring-bak/ verspring + bak
judopakken/ ju-do-pak-ken/ judo + pakken

Slide 23 - Tekstslide

Oefenen
In opdracht 7 staan samenstellingen. Neem ze over en verdeel ze in lettergrepen door er horizontale streepjes tussen te zetten. De eerste is al voor je gedaan!

Slide 24 - Tekstslide

Vooruitblik
Vorig jaar heb je geleerd waar hoofdletters en leestekens horen te staan. Leestekens zijn: punt, komma, uitroepteken ! en vraagteken ?
Om een tekst overzichtelijk te maken gebruiken we leestekens. Als we geen leestekens gebruiken is een tekst vaak moeilijk te begrijpen.

Slide 25 - Tekstslide

Controle lesdoel
Weet je weer wat lettergrepen zijn.?
Weet je weer wat lange klanken en korte klanken zijn?
Weet je wat een samenstelling is?

Slide 26 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 27 - Open vraag

Huiswerk
Zie Magister: maken opdracht 9 van Taalverzorging - Sportief - Perron 1

Slide 28 - Tekstslide

Dit is het einde van deze les. 
Je mag je spullen opruimen
Schuif je stoel netjes aan
Je mag pas weg als de BEL is gegaan.

Slide 29 - Tekstslide