2.1 Tropisch regenwoud in Afrika

H2: Grote natuurlandschappen op aarde
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H2: Grote natuurlandschappen op aarde

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij van de Amazone?

Slide 2 - Woordweb

Waar gaat deze paragraaf over?

  • Tropisch regenwoud
  • Waar ligt het?
  • Waarom juist daar?
  • Wat zijn de kenmerken van het tropisch regenwoud?
  • Waarom is het warm bij de evenaar? 
  • Waarom regent het zoveel bij de evenaar?

Slide 3 - Tekstslide

Het tropisch regenwoud op de wereld

------------------------------------------------------------
Evenaar

Slide 4 - Tekstslide

Tropische regenwouden
  • Ligging: rond de evenaar -> zie kaartje ->
  • Het is er altijd warm, rond 25 graden
  • Er valt veel neerslag
  • Er leven veel soorten planten en dieren
  • Het bos bestaat uit verschillende etages ->
  • Amazonegebied in Brazilië is een voorbeeld
etages in het regenwoud: verschillende hoogtes van de bomen. Er zijn bomen die wel 30 meter hoog zijn! Naarmate je lager komt, wordt de begroeiing ook lager.

Slide 5 - Tekstslide

Waarom is het warm rond de evenaar?
De zoninvalshoek is niet overal op aarde gelijk -> 
  • Op lage breedte (rond de evenaar dus) is invalshoek groot -> de zon verwarmt een klein  oppervlak
  • De zonnestralen leggen een kortere afstand door de dampkring af. 


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Waarom regent het veel in de tropen?
  • De zon verwarmt de aarde sterk -> water verdampt -> lucht stijgt op (1) ->
       lucht koelt af als het hoger komt -> koude lucht kan minder waterdamp   
       vasthouden -> condensatie (2) -> neerslag.




  • Dit soort regen heet: stijgingsneerslag (zie filmpje verderop)
  • Deze neerslag komt dagelijks voor in de tropen, meestal aan het einde van de dag.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Natuurlijke hulpbronnen
  • = stoffen in de natuur en die winstgevend kunnen zijn
    --> aardolie, aardgas, steenkool, water hout, ijzererts
  • energiebronnen= alle grondstoffen waar je energie mee
      kunt maken
  • delfstoffen zijn stoffen die we als grondstoffen voor
      producten gebruiken (dus: aardolie is delfstof in gebruik als
      brandstof = product)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Vragen?
Ja? Dan is het nu tijd om ze te stellen!
Nee? Dan kun je aan de slag met de opdrachten...

Slide 12 - Tekstslide

Tot de volgende keer!

Slide 13 - Tekstslide