Woensdag 24 november

Wat gaan we doen vandaag?
* Terugblik vorige les
* Trede 3 korte toelichting
* Kahoot
* Leerdoelen vandaag
* Helder spreken
* Zelfstandig aan de slag
*Evaluatie leerdoel

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen vandaag?
* Terugblik vorige les
* Trede 3 korte toelichting
* Kahoot
* Leerdoelen vandaag
* Helder spreken
* Zelfstandig aan de slag
*Evaluatie leerdoel

Slide 1 - Tekstslide

Trede 3 toelichting
Vanaf week 6 december starten wij met trede 3

Zorg voor een schoenendoos > jullie gaan namelijk een boekendoos maken:)

Verder info volgt nog! 


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Hoe is de opbouw van een onderhoudende tekst?

Slide 4 - Open vraag

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?
A
ten eerste
B
daarom
C
bijvoorbeeld
D
maar

Slide 5 - Quizvraag

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 6 - Quizvraag

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor opsomming?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 7 - Quizvraag

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeeld?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 8 - Quizvraag

Leerdoelen vandaag
Je hanteert een herkenbaar spreekdoel en maakt je spreekdoel duidelijk.

Je reageert op eenvoudige vragen.

Slide 9 - Tekstslide

Spreekdoelen
Je vertelt een ander iets met een doel.
Dat zijn dezelfde doelen als bij lezen, luisteren of schrijven. 

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelden spreekdoelen
Je wilt een ander informeren. Bijvoorbeeld over hoe laat een bus gaat of welk huiswerk hij moet maken.
Je wilt een ander overtuigen van jouw gelijk. Bijvoorbeeld tijdens een discussie.
Je wilt een ander activeren. Bijvoorbeeld om ook naar een feestje te komen. 
Je wilt een ander instrueren. Bijvoorbeeld over hoe je iets moet doen, zoals een werkstuk maken.
Natuurlijk kan je een ander ook gewoon amuseren. Bijvoorbeeld door een grappig of spannend verhaal te vertellen. 

Slide 11 - Tekstslide

Hoe reageer je op vragen
Terwijl je iets vertelt, hebben mensen misschien vragen. Ze kunnen deze tussendoor stellen, maar ook als je bent uitgesproken. 

Vaak weet je zelf al veel van het onderwerp. Dus je weet de antwoorden op de vragen waarschijnlijk ook wel. Bedenk ook van te voren welke vragen gesteld kunnen worden. Schrijf deze vragen op een lijst en noteer de antwoorden erachter. 

Slide 12 - Tekstslide

Hoe beantwoord je vragen?
Luister naar de hele vraag. Laat de vraagsteller dus uitpraten, voordat je antwoord geeft.
Herhaal de vraag. Zo controleer je of je de vraag goed hebt begrepen. Je hebt dan ook even tijd om na te denken over het antwoord.
Beantwoord de vragen. Weet je het antwoord niet? Zeg dat dan eerlijk.
Controleer of degene die de vraag stelde tevreden is met jouw antwoord. Leg het anders nog een keer uit.

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk
Verder werken aan de doelen van Nederlands >
 portal > Blok 1 > Trede 2

Van het kopje spreken en gesprekken voeren maken >
- Helder spreken

Klaar? > verder werken aan Nederlands of eigen leerdoelen

Slide 14 - Tekstslide

Welke spreekdoelen zijn er?

Slide 15 - Open vraag

Zet de goede omschrijving achter de begrippen.
Spreekdoel
Publiek
Taal
Stem
Dit kan bestaan uit bijvoorbeeld kleine kinderen of volwassenen.
Dit kan bijvoorbeeld informeren, amuseren of overhalen zijn.
Dit kan bijvoorbeeld informeel zijn.
Dit kan bijvoorbeeld normaal en rustig of hoog en vrolijk zijn.

Slide 16 - Sleepvraag

Ik weet welke spreekdoelen er zijn
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll