In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Dissimilatie
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Slide 2 - Tekstslide
Leg uit in je eigen woorden wat dissimilatie is.
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Dissimilatie
= het omzetten van grote organische moleculen in kleinere moleculen. Bij deze reactie komt energie (ATP) vrij.
- Altijd in alle organismen!
aerobe dissimilatie
= verbranding
anaerobe dissimilatie
= gisting
Slide 5 - Tekstslide
Aerobe Dissimilatie
Glucose wordt verbrand mbv zuurstof!
Hierbij ontstaan de anorganische moleculen CO2 en H2O
Verbranding in lichaamscellen vindt plaats deels plaats in het cytoplasma en deel in de mitochondriën.
Hierbij wordt uiteindelijk veel ADP + P omgezet in ATP. Dit is een energiedrager, een soort powerbank die energie kan vervoeren van de ene naar de andere cel.
Slide 6 - Tekstslide
Aerobe dissimilatie glucose in de mens
C6H12O6+6O2→6CO2+6H2O+38ATP
glucose+zuurstof→koolstofdioxide+water+38ATP
Slide 7 - Tekstslide
Welk stap of stappen van de dissimilatie vinden plaats in het cytoplasma? En welke in het mitochondriën?
Slide 8 - Open vraag
Aerobe dissimilatie van glucose bestaat uit 4 processen: (snel cursus in tekst, pak de powerpoint van de les erbij voor plaatjes of je BiNaS)
Glycolyse: glucose wordt 2 pyrodruivezuur, kost 2 ATP, maar levert er ook 4 op.
Tijdens de overgang wordt er een enzym aangeplakt, namelijk acetyl-coA, dit zorgt ervoor dat het omgezette pyrodruivenzuur naar de citroenzuurcyclus wordt geleid.
Citroenzuurcyclus: Dit gebeurt 2 keer per glucosemolecuul, want 2x pyrodruivenzuur aan het einde van de glycolyse. Hierbij wordt heel veel NADH,H gemaakt en FADH2 wat in de ademhalingsketen of oxidatieve fosforylering wordt omgezet naar ATP.
Oxidatieve fosforylering: per NADH,H wordt 3 ATP gevormd en per FADH2 wordt er 2 ATP gevormd doordat er een gradiëntverschil ontstaat door veel H+ aan de buitenkant van het membraan. Dit zorgt voor diffusie van H+ van de ene naar de andere kant door het enzym ATP synthase. Kijk het volgende filmpje voor uitleg over het gradiëntverschil en de werking van ATP synthase.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Tekstslide
welke organismen doen aan dissimilatie?
A
dieren, de meeste bacteriën, schimmels
B
planten en dieren en schimmels
C
dieren en schimmels
D
planten, dieren, bacteriën en schimmels
Slide 12 - Quizvraag
Opzoek opdracht BiNaS
Pak je BiNaS tabellen 68 A-E erbij en kijk aan de hand van de volgende slides of je begrijpt wat je ziet.
Slide 13 - Tekstslide
Aerobe afbraak van glucose 68A
In het cytoplasma
1. Glycolyse (paarse pijl)
In het mitochondrium
2. Decarboxylering net voor de citroenzuurcyclus wel in het mitochondrium!
3. Citroenzuurcyclus (Ring van gele pijlen)
4. Oxidatieve fosforylering (oranje pijl)
Slide 14 - Tekstslide
Glycolyse.
Paars = kost ATP
Rood = levert ATP op (2X!)
Blauw = begin- en eindproduct.
Plaats: in cytoplasma
Grijs komt later.
Slide 15 - Tekstslide
Stap 1: glycolyse (BiNaS 68B)
Glucose(C6) wordt doormidden gesplitst in 2 moleculen pyrodruivenzuur(C3)
In het cytoplasma, net buiten de mitochondrien.
Levert netto 2 ATP (het kost 2 ATP en levert 4 ATP op)
Levert 2 NADH moleculen
Slide 16 - Tekstslide
Stap 2: decarboxylering
(BiNaS 68C)
Pyrodruivenzuur (C3) moleculen afgebroken en gekoppeld aan Acetyl-CoA en een CO2 komt vrij (2 CO2 in totaal 2x, want 2 pyrodruivenzuur)
Vindt plaats in de matrix van mitochondriën
Geen zuurstof nodig
Levert 0 ATP moleculen
Levert 2 NADH moleculen in totaal na 2x het rondje
Slide 17 - Tekstslide
Stap 3: citroenzuurcyclus (BiNaS 68C)
Vindt plaats in mitochondriën
Geen zuurstof nodig
Levert 2 ATP IN TOTAAL na 2 rondjes.
Levert 6 NADH en 2 FADH (uit NAD+ en FAD die energierijke elektronen hebben opgenomen) IN TOTAAL na 2 rondjes.
Wat komt er nog meer vrij en wat wordt er nog meer gebruikt? H20 en CO2
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Stap 4: oxidatieve fosfolyering (68D)
= elektronentransportketen/ademhalingsketen
Energie wordt vastgelegd in ATP --> Levert 34 ATP
Vindt plaats in mitochondriën
Zuurstof nodig om overige H+ en elektronen op te vangen
NADH en FADH staan elektronen af en er ontstaan waterstofionen H+ en NAD+ en FAD moleculen
Elektronen worden samen met waterstofionen(H+) gebonden aan zuurstof en er ontstaan watermoleculen
Slide 20 - Tekstslide
Maar....
Door energieverbruik voor transport en warmteproductie bij energieomzettingen, valt de ATP-opbrengst van de aerobe dissimilatie meestal lager uit.
De 2 NADH moleculen die tijdens de glycolyse worden gevormd in het cytoplasma, moet het mitochondriën in dat kost per NADH molecuul 2 ATP moleculen. Dus de 2 ATP van de glycolyse worden eigenlijk al gebruikt.
(schatting circa 30-32 ATP vorming per molecuul glucose)
Slide 21 - Tekstslide
Glycolyse Welke uitspraak over de glycolyse is niet juist?
A
Bij de glycolyse is komt netto 4 ATP vrij.
B
Bij de glycolyse wordt een C6-suiker gesplitst in twee C3-suikers.
C
Bij de glycolyse wordt glucose afgebroken.
D
De glycolyse vindt in alle cellen plaats.
Slide 22 - Quizvraag
Hoe vaak wordt de citroenzuurcyclus gebruikt voor de afbraak van 1 molecuul glucose?
A
1/2 x
B
1x
C
2x
D
4x
Slide 23 - Quizvraag
Bij oxidatieve fosforylatie worden de energierijke moleculen NADH en FADH2 omgezet. Bij welke processen zijn deze ontstaan?